Grammatica woordsoorten - les 3 (werkwoorden)

Duo's/trio's 
Klas 1G
Charlotte Jasper
Jasmijn Pepijn
Toon Lieke Skye
Tim Renske Julian
Max Lisanne David
Asel Sander
Babette Jesse
Yfke Ruben
Britt Raymon
Daniël Femke
Lucien Karlijn
Wybe Jan
Mart Kick
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 15 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Duo's/trio's 
Klas 1G
Charlotte Jasper
Jasmijn Pepijn
Toon Lieke Skye
Tim Renske Julian
Max Lisanne David
Asel Sander
Babette Jesse
Yfke Ruben
Britt Raymon
Daniël Femke
Lucien Karlijn
Wybe Jan
Mart Kick

Slide 1 - Diapositive

WELKOM

Bij Nederlands

Slide 2 - Diapositive

10 min.
lezen
timer
10:00

Slide 3 - Diapositive

VANDAAG
  • Uitleg werkwoorden 
  • Maken opdrachten:
'C. Werkwoord'
  • Proefwerk bespreken

Slide 4 - Diapositive

Hoeveel vragen van de instaptoets woordsoorten had je goed? 


14 of meer vragen goed? 
Je hebt het al onder de knie en kunt bezig met 'C. Werkwoord': opdracht 1 t/m 3. 


Minder dan 14 goed?
Je  doet eerst mee met de uitleg en de oefeningen op het bord.



Kijk de opdrachten na als je klaar bent. Ook nagekeken? Maak de extra opdrachten. 

Slide 5 - Diapositive

Wat weet je nog van werkwoorden? 
Noteer van de onderstaande zinnen alle werkwoorden. 

1. Bij het tankstation heeft de chauffeur een krant gekocht.
2. Je moet altijd in jezelf blijven geloven. 
timer
1:00

Slide 6 - Diapositive

Wat weet je nog van werkwoorden? 
Noteer van de onderstaande zinnen alle werkwoorden. 

1. Bij het tankstation heeft de chauffeur een krant gekocht.
2. Je moet altijd in jezelf blijven geloven

Slide 7 - Diapositive

Zelfstandige werkwoorden
  • Zeggen wat iets of iemand doet of overkomt 
  • Hebben een duidelijke betekenis 


Vanavond eten we pizza met zalm 
Vanavond hebben we pizza met zalm gegeten 



Slide 8 - Diapositive

Hulpwerkwoorden
- Komen voor als er meerdere werkwoorden in een zin staan 
- Zijn dan vaak de persoonsvorm
- Plus alle overige werkwoorden 


Vanavond hebben we pizza moeten eten 

Slide 9 - Diapositive

Oefenen 
Noteer achter elk werkwoord of het gaat om een zelfstandig werkwoord of een hulpwerkwoord. 

1. Bij het tankstation heeft de chauffeur een krant gekocht.
2. Je moet altijd in jezelf blijven geloven
timer
3:00

Slide 10 - Diapositive

Maak de zin zo kort mogelijk, 
zodat er maar één werkwoord in de zin overblijft:
 

1. Je moet altijd in jezelf blijven geloven.
2. Je moet altijd geloven in jezelf.
3. Je gelooft altijd in jezelf. 


Het zelfstandig werkwoord blijft over.
De rest van de werkwoorden zijn hulpwerkwoorden

Slide 11 - Diapositive

Hoeveel vragen van de instaptoets woordsoorten had je goed? 


14 of meer vragen goed? 
Je hebt het al onder de knie en kunt bezig met 'C. Werkwoord': opdracht 7. 
LET OP: 'koppelwerkwoorden' mag je negeren.


Minder dan 14 goed?
Je kunt bezig met 'C. Werkwoord': opdracht 1 t/m 3. 


Kijk de opdrachten na als je klaar bent. Ook nagekeken? Maak de extra opdrachten. 

Slide 12 - Diapositive

Hoeveel vragen van de instaptoets woordsoorten had je goed? 

Slide 13 - Diapositive










Let op: kww hoef je nog niet te weten, dus kww = zww!

Slide 14 - Diapositive

De volgende les
Gaan we bezig met de Leeskring!

Slide 15 - Diapositive