kader 2 hst 1,2

1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 70 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Startklaar
  • Op je plek zitten 
  • Telefoon in het Zakkie 
  • Jas over de stoel, oortjes in de tas, tas op de grond
  • Schoolspullen op tafel: Boek, Chromebook, JdW-map, etui en rekenmachine
timer
3:00

Slide 2 - Diapositive

1. Startklaar
Bij de start van iedere les verwelkomt de docent de leerlingen bij de ingang van de deur, noemt leerlingen bij naam, maakt oogcontact en besteedt aandacht aan hun welbevinden. De docent geeft het goede voorbeeld en spreekt hoge verwachtingen uit voor het verloop van de les door succescriteria op gewenst gedrag, schooltaal en effectief leren te benoemen. De leerlingen zijn startklaar: ingelogd in LessonUp, telefoons opgeborgen in het Zakkie, en JdW-map op tafel.
Leerdoelen 1.2
- Je kunt beschrijven hoe geld is ontstaan  R
- Je kunt onderscheid maken tussen giraal en chartaal geld T1
- Je kunt beschrijven hoe je met schillende soorten geld kunt betalen  R  + T1
- Je kunt een nieuwe saldo op je bankrekening uitrekenen T1

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

HET ONTSTAAN VAN GELD
REPUBLIEK USA

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ruilmiddel =

 geld of iets anders waarmee je kunt ruilen.

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar denk je aan bij geld?

Slide 6 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 7 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Soorten geld
Chartaal geld:
  • Contant geld 
  • Het is tastbaar, je kunt het aanraken

Giraal geld:
  • Geld op je bankrekening
  • Je kunt het niet vastpakken

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Elektronisch betalen
Het geld gaat via jouw rekening naar de rekening van een ander.
  • contactloos
  • creditcard
  • iDeal
  • via de bankpas

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Betalingsmethoden met giraal geld
  • Hoe je met giraal geld kunt betalen

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Chartaal geld
Giraal geld

Slide 11 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Lotte krijgt van Manon mascara. Manon geeft Lotte hiervoor een lipgloss. Welke vorm van ruilen is dit?
A
Directe ruil
B
Indirecte ruil

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Ilse haar oude saldo is €155,50. Ze ontvangt €265 en geeft €325 uit. Wat is haar nieuwe saldo?

Slide 13 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

de 5 B's van veilig bankieren:
  1. bescherm je codes
  2. bewaak je pas
  3. Beveilig je apparatuur
  4. bekijk je afschrijvingen
  5. bij twijfel, bel je bank 

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdracht 1: Sleep het onderstaande voorbeeld naar het juiste begrip.
Directe ruil
Indirecte ruil
Je ruilt een pen voor een potlood.

Slide 15 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Indirecte ruil
Directe ruil

Slide 16 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Sanne wast de auto van Koen. Koen maakt daarom een bureau voor Sanne. Is hier sprake van directe of indirecte ruil?
A
Directe ruil
B
Indirecte ruil

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Nieuw saldo berekenen

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Je saldo was €500,-. Je hebt een nieuwe jas gekocht van €225,-. Van je ouders kreeg je €80,- zakgeld. Wat is je nieuwe saldo?
A
€355,-
B
€805,-
C
€305,-
D
€195,-

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Je pint geld bij de pinautomaat. Wat gebeurt er met je saldo?
A
Je saldo stijgt
B
Je saldo daalt

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Je hebt contant geld gekregen op je verjaardag. Dit geld zet je op je bankrekening. Wat gebeurt er met jouw saldo?
A
Je saldo stijgt
B
Je saldo daalt

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

wat hebben jullie geleerd?
- Jullie kunnen beschrijven hoe geld is ontstaan
- Jullie kunnen een  onderscheid maken tussen giraal en chartaal geld
- Jullie kunnen beschrijven hoe je met schillende soorten geld kunt betalen
- Jullie kunneneen nieuwe saldo op je bankrekening uitrekenen

Slide 22 - Diapositive

8. Afsluiting
De docent controleert in de slotfase van de les of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende periode. De docent evalueert samen met de leerlingen het leren en het gedrag en blikt vooruit aan de hand van de JdW-planner. 

    Begrippen 1.2
  • Directe ruil
  • Indirecte ruil
  • Elektronisch betalen
  • Chartaal geld
  • Giraal geld

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Huiswerk maken 1.2
Opdracht 1 t/m 16

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions