Autotrofe en heterotrofe organismen

• Natuurwetenschappen
• Secundair onderwijs

Module 3

Autotrofe en heterotrofe organismen

Module 03

Van celmetabolisme tot organisme

1. Autotrofe en heterotrofe organismen

Leerdoelen

• Je kan het verschil formuleren tussen autotrofe en  heterotrofe organismen
• Je kan de belangrijkste vorm van energie in een cel herkennen en benoemen
• Je kan het principe van celademhaling uitleggen

1. Autotrofe en heterotrofe organismen

1. Lees p. 117 in je boek. 
2. Bekijk volgend filmpje.
3. Beantwoord daarna de vragen. 

Als je geen boek hebt, kan je altijd het digitale boek op 'Ididit' gebruiken.

Wat is het verschil tussen AUTOTROOF en HETEROTROOF?

Wat weet je nog van vorig jaar? 

AUTOTROOF

HETEROTROOF

2. Energiehuishouding in elke cel

1. Lees p. 119-120 in je boek. 
2. Beantwoord de vragen.
3. Bekijk daarna het filmpje over de aerobe celademhaling.

Hoe noemt men de universele energiedrager van ons lichaam?

1. ADP
2. ATP

Geef de reactievergelijking voor de aanmaak van ATP.

2.2 Aerobe en anaerobe celademhaling

1. Lees in je boek p. 120-121 en bekijk de figuur bovenaan p. 122 aandachtig. 

2. Bekijk de volgende slide en het filmpje (celademhaling) aandachtig.

2.2 Aerobe en anaerobe celademhaling

1. Lees in je boek p. 122 (vanaf anaerobe celademhaling) en bekijk de figuren op p. 123 aandachtig. 

2. Bekijk de volgende slide over anaerobe celademhaling.

3. Beantwoord de vragen over de celademhaling.

Welke organismen doen aan celademhaling?

1. enkel heterotrofe organismen
2. enkel autotrofe organismen
3. enkel eukaryote cellen
4. zowel autotrofe als heterotrofe organismen

Omschrijf het proces celademhaling.

Waarom wordt een mitochondrie 'the cell's power house' genoemd?

1. Omdat hierin de meeste ATP gevormd wordt.
2. Omdat in het cytoplasma rond een mitochondrie de meeste ATP gevormd wordt
3. Omdat hierin anaerobe en aerobe celademhaling plaatsheeft.
4. Omdat hierin de meeste ADP gevormd wordt.

Welke uitspraak is FOUT?

1. "Cellen die veel energie nodig hebben, bevatten veel mitochondriën."
2. "Bij anaerobe celademhaling wordt minder ATP gevormd dan bij aerobe celademhaling"
3. "In onze spiercellen kan zowel aerobe als anaerobe celademhaling optreden"
4. "Anaerobe celademhaling heeft plaats in de mitochondriën

Als we alcoholische gisting vergelijken met melkzuurgisting, kunnen we zeggen dat ...

1. melkzuurgisting aeroob is, terwijl alcoholische gisting anaeroob is.
2. melkzuurgisting anaeroob is, terwijl alcoholische gisting aeroob is.
3. er bij melkzuurgisting evenveel ATP gevormd wordt dan bij alcoholische gisting.
4. enkel bij melkzuurgisting de glycolyse plaatsheeft.

Hoe kan je het ontstaan van spierkramp verklaren? Leg uit.

Ik begrijp de leerstof:

😒🙁😐🙂😃