6.3 hypofyse en 6.4 schildklierhormonen

Welkom
Tas van tafel
Laptop pakken en opstarten
Binas pakken

1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Welkom
Tas van tafel
Laptop pakken en opstarten
Binas pakken

Slide 1 - Diapositive

6.3 en 6.4 leerdoelen
Ik kan


  • uitleggen wat de ligging en werking is van de hypofyse
  • van ieder hypofysehormoon uitleggen wat de functie is (binas)

Ik kan
  • uitleggen wat de ligging en werking is van de schildklier.
  • van het schildklierhormoon uitleggen wat de functie is (binas)

Slide 2 - Diapositive

succescriteria
  • je kunt de definitie van de volgende begrippen uitleggen: hypofyse, hypothalamus, ADH, groeihormoon, schildklier, schildklierhormoon en TSH.

  • je kunt de de leerdoelen aan een ander uitleggen
  • je kunt de (examen)vragen over dit onderwerp goed (bijna foutloos) maken

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

6.3 hypofyse
BINAS 89A en C

hormoonklier middenin hersenen (formaat erwt)
onder de hypothalamus (hersenstam)

produceert hormonen die direct effect hebben of indirect doordat ze andere hormoonklieren stimuleren

Slide 5 - Diapositive

Hormonen deze les
ADH - Stimuleert de terugresorptie (terugwinning) van water in de nieren (en verhoogd zo de bloeddruk)

TSH - Stimuleert de schildklier

FSH - Bevordert follikelgroei in eierstok, bevordert ontwikkeling zaadcellen, aanzetten tot uitscheiding oestrogeen

LH - Aanzetten tot ovulatie, handhaving gele lichaam, aanzetten tot uitscheiding testosteron


Slide 6 - Diapositive

Alcohol en cafeïne zijn stoffen die de productie van ADH remmen in de hypofyse. Leg uit wat dit voor gevolgen heeft voor de urineproductie

Slide 7 - Question ouverte

Klaasje eet een hele zoute pizza. Leg uit wat de gevolgen zijn voor de ADH productie en de urineproductie.

Slide 8 - Question ouverte

Slide 9 - Diapositive

Bij een bloeddonor wordt een 1/2 liter bloed afgetapt. Dit leidt tot een aantal veranderingen, zoals:
1. daling van de bloeddruk
2. vermindering van het aantal rode bloedcellen per mm3 bloed
3. verhoging van de waterresorptie in de nieren
4. verhoging van de afgifte van het antidiuretisch hormoon (ADH)
In welke volgorde treden deze veranderingen op? Zet de cijfers zonder spatie/streepjes achter elkaar.

Slide 10 - Question ouverte

6.4 schildklierhormonen
BINAS 89A

  • in de hals, tegen je strottenhoofd aan
  • o.i.v. TSH uit de hypofyse maakt de schildklier verschillende schildklierhormonen
  • bevat jodium (krop bij tekort)

functie:
stimuleert verbranding (dus stofwisseling en groei)


Slide 11 - Diapositive

negatieve terugkoppeling (binas 89C)
BINAS 89C


Slide 12 - Diapositive

Het schildklierhormoon kan niet gemaakt worden zonder het element jodium (I). Stel dat een patiënt jodiumtekort heeft.
Zal er dan meer of minder RH gevormd worden?
A
meer RH
B
minder RH

Slide 13 - Quiz

Het schildklierhormoon kan niet gemaakt worden zonder het element jodium (I). Stel dat een patiënt jodiumtekort heeft.
Zal er meer of minder TSH gevormd worden?
A
meer TSH
B
minder TSH

Slide 14 - Quiz

Jodiumtekort
Door een tekort aan jodium, zal de schildklier opzwellen

Bakkers zijn in Nederland verplicht om jodium toe te voegen aan brood dmv bakkerszout

Slide 15 - Diapositive

Je hypofyse gaat TSH maken onder invloed van het...
A
Animale zenuwstelsel
B
Orthosympatische zenuwstelsel
C
Parasympatische zenuwstelsel
D
Perifere zenuwstelsel

Slide 16 - Quiz

Het stimuleren van de schildklier staat onder invloed van
A
Grote hersenen
B
Kleine hersenen
C
Hersenstam
D
Ruggemerg

Slide 17 - Quiz

De reactie van cellen in het lichaam van de mens op hormonen die zich in het bloed bevinden wordt bepaald door receptormoleculen op of in deze cellen. Verschillende typen cellen zijn: cellen van de hypofyse, levercellen, spiercellen.
Welke van deze cellen bevatten receptoren voor het schildklierhormoon?

Slide 18 - Question ouverte

Huiswerk voor donderdag
Maak alle opdrachten van 6.3 en 6.4

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Lien