A1b 19 sep Bijwoordelijke bepaling

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo, vwo
• Leerjaar 1

Bijwoordelijke bepaling

Grammatica

Wat gaan we leren deze les?

Aan het einde van deze les kunnen jullie de bijwoordelijke bepaling vinden in een zin.

Aan het einde van les kennen jullie het verschil tussen zelfstandige en hulpwerkwoorden.

Samen ontleden

De lerares Frans stuurde haar leerlingen via de elektronische leeromgeving een bericht over de repetitie.

Er blijven nog zinsdelen over...

dit zijn bijwoordelijke bepalingen

Bijwoordelijke bepaling

Zinsdelen die antwoord geven op waar, wanneer, waardoor, waarmee, waarnaar, hoe, hoeveel

Morgen gaan we naar de film. (wanneer?)

Mijn nichtje speelt in de tuin. (waar?)

Ze gaan naar Corsica. (waarheen?)

Hij gaat niet naar school omdat hij ziek is. (waarom?)

We gaan met de trein naar Kopenhagen. (hoe?)

Die jas kostte 150 euro. (hoeveel?)

Oefenen

Zij kan mooi pianospelen.

In het weekend moet ik werken.

Ik ga graag kamperen in Luxemburg.

Hij wacht op mij in het park.

Gisteren ben ik naar een feestje geweest.

Zelfstandig / hulpwerkwoord

Waar denken jullie dat dit over gaat?

Werkwoord

Zelfstandig werkwoord	Hulpwerkwoord
Geeft aan wat er wordt gedaan in de zin. Altijd maar één in de zin. Belangrijkste werkwoord in de zin.	Ondersteunt het zelfstandig werkwoord. Geeft geen handeling aan.

Hulpwerkwoord of zelfstandigwerkwoord?

Maurits heeft zijn vriendinnetjes een dikke kus gegeven.

Zij heeft dit boek over Poolse steden vertaald.

De wiskundeleraar kan de moeilijkste problemen uitstekend uitleggen.

Wat weten jullie nu?

Jullie weten nu waar je de bijwoordelijke bepaling vinden in een zin.

Nu weten jullie jullie het verschil tussen zelfstandige en hulpwerkwoorden.