3.1 Ordenen: Organismen ordenen

Thema 3 Ordening
3.1 Organismen ordenen
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo b, k, tLeerjaar 1

Cette leçon contient 23 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Thema 3 Ordening
3.1 Organismen ordenen

Slide 1 - Diapositive

leerdoelen vandaag 3.1
Aan het einde van de les:
- kun je de kenmerken noemen van dieren, planten, bacteriën en schimmels
-weet je wanneer organismen tot dezelfde soort behoren

Slide 2 - Diapositive

Inleiding
Bij ordenen verdeel je een
verzameling in groepen met hetzelfde kenmerk
Biologen delen organismen in groepen in.
Dat doen ze om overzicht te krijgen.
Ze kijken naar de kenmerken van organismen.
Kijk maar eens goed naar de afbeelding op de volgende slide.

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

 Organismen ordenen
De dieren op de vorige afbeelding kan je in groepen delen. 
Dat kan op verschillende manieren.
Je kan kijken naar de kleur
Alle groene dieren komen dan bij elkaar in 1 groep.
Je kunt ook kijken hoeveel poten het dier heeft, of wat voor huid.

Slide 5 - Diapositive

Organismen ordenen
De kleur is een kenmerk van het dier. 
Ook het aantal poten en de huidsoort zijn kenmerken.

Als je organismen ordent, verdeel je ze in groepen.
In elke groep komen organismen met hetzelfde kenmerk.

Slide 6 - Diapositive

Organismen ordenen
Biologen ordenen organismen in groepen.
Je moet 4 groepen kennen:
- bacteriën
schimmels
- planten
- dieren

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Organismen ordenen
Bij het indelen letten biologen op de kenmerken van cellen. 
Die kenmerken zijn voor elke groep verschillend.
De kenmerken van de cellen waarnaar gekeken worden, zijn:
- celkern
- celwand
- bladgroenkorrels

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

geen celwand
geen bladgroenkorrels
geen celkern

Slide 11 - Diapositive

 Organismen ordenen
De groep dieren kun je verder indelen in kleinere groepen. Bijvoorbeeld insecten, vissen, vogels, enzovoort.

De kleinste groep heet een soort.
Een voorbeeld van een soort zijn honden.

Slide 12 - Diapositive

In de afbeelding links zie je 2 honden: een labrador en een poedel. Deze honden kunnen zich met elkaar voortplanten.

Ze krijgen dan jonge hondjes.
Als die groot zijn, kunnen ze zich ook weer voortplanten.

Slide 13 - Diapositive

In de afbeelding links zie je 2 dieren die zich niet samen kunnen voortplanten.

Slide 14 - Diapositive

3.1 Organismen ordenen
Dieren van dezelfde soort kunnen zich samen voortplanten en hun jongen kunnen zich ook weer voortplanten(zijn vruchtbaar).

Daarom horen een labrador en een poedel tot dezelfde soort.

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Symmetrie
Een symmetrisch voorwerp kun je in twee gelijke helften verdelen
 Tweezijdig symmetrisch. 
 veelzijdig symmetrisch. 
Niet symmetrisch. 

Slide 18 - Diapositive

Skelet
stevige delen van een dier
het skelet kan inwendig of uitwendig zijn
schelpen zijn bv uitwendig of een pantser van een insect of krab ook
wervelkolom is een deel van het inwendig skelet

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

VRAGEN??

Slide 21 - Diapositive

zelf aan de slag
  
KGT
-lees de tekst en maak de opdrachten 1 t/m 7  blz. 148
BK
-lees de tekst en maak de opdrachten 1 t/m 8 blz. 132


Slide 22 - Diapositive

herhalen leerdoelen
Aan het einde van de les:
- kan je de kenmerken noemen van dieren, planten, bacteriën en schimmels
- weet je wanneer organismen tot dezelfde soort behoren

Slide 23 - Diapositive