Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
A lesson about describing
Ready, set and go!
Slide 1 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Which words would you use to describe the room you are in right now?
Slide 2 - Carte mentale
Cet élément n'a pas d'instructions
Adjectives and Nouns
Slide 3 - Diapositive
Studenten bedenken drie bijvoegelijke naamwoorden die iets over hun zeggen.
Laat studenten de woorden opschrijven en zeg dat ze de juiste spelling op moeten zoeken.
Loop tijdens het invullen door de klas en bespreek de woorden individueel met studenten in plaats van klasikaal.
Daarna vullen de studenten de drie woorden in op het woordweb.
I am.......
Slide 4 - Carte mentale
Bespreek de woorden klasikaal.
Laat in het midden van wie de woorden zijn (voor de veiligheid) maar maak duidelijk dat dit bijvoegelijke naamwoorden (adjectives) zijn omdat ze iets zeggen over een persoon: het zelfstandig naamwoord (noun)
Adjective game
Slide 5 - Diapositive
Studenten kijken individueel naar het plaatje en proberen zoveel mogelijk adjectives op te schrijven.
Daarna controleren in pairs en dan doorstrepen welke woorden ze gelijk hadden. Daarna gaan de studenten hun woorden tellen.
De student met de meeste woorden in het paartje wint.
timer
1:00
Slide 6 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 7 - Vidéo
Watch the video: tips
Slide 8 - Vidéo
Cet élément n'a pas d'instructions
timer
0:25
timer
0:40
Slide 9 - Diapositive
Spin the wheel:
ask students to describe the picture using the useful language from the video.