7.5 Klimaatverandering

1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen:
7.5.1 Je kunt beschrijven wat het broeikaseffect is en oorzaken en gevolgen van het versterkte broeikaseffect en de klimaatverandering noemen.

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Duurzame energiebronnen zijn energiebronnen die nooit opraken.
A
Waar
B
Niet Waar

Slide 3 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke energiebronnen is geen fossiele energiebronnen?
A
aardolie
B
hout
C
steenkool
D
aardgas

Slide 4 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Fossiele brandstof
Duurzame energie

Slide 5 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is kernenergie?
A
Kernenergie is energie die wordt gemaakt door uranium te splitsen
B
Kernenergie bestaat nog niet
C
Kernenergie ontstaat door naar de naar de kern te graven van de aarde
D
Kernenergie is energie die wordt gemaakt met steenkool

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Dampkring
  • Het weer op aarde wordt bepaald door de zon en de dampkring (atmosfeer)
  • De dampkring is een luchtlaag rondom de aarde.
  • Deze laag bestaat uit stikstof, zuurstof en koolstofdioxide
  • Klimaat is het gemiddelde weer in een gebied over 30 jaar

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Het broeikaseffect
Zonder broeikaseffect geen leven op 
aarde. Zonder broeikaseffect temperatuur: -18
broeikasgassen:
Koolstofdioxide en waterstof.

Slide 8 - Diapositive

Beschrijf de gevolgen van uitputting en vervuiling van de aarde.

Slide 9 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Gevolgen klimaatverandering
  • Zeespiegel stijgt
    (smeltende ijs komt in zee terecht, het water wordt warmer en het water zet dan uit, neemt dan meer ruimte in)

  • Woestijnen worden groter
    (Hogere temperaturen leiden tot droogte)

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Gevolgen klimaatverandering

  • verstoring van voedselketen
    (sommige planten staan eerder in bloei) 

  • bepaalde planten en dieren verdwijnen
Voedselketen raakt door opwarming verstoord


Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Gevolgen voor de gezondheid
  • Sommige ziekten komen vaker voor
    (Lyme wordt veroorzaakt door bacterie die door teken wordt overgebracht, bij warm weer verspreiden teken zich het meest)

  • verhoogt sterfte, voor kinderen risico longproblemen 

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Check:
Wat is het verschil tussen het broeikaseffect en het versterkte broeikaseffect?


Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 14 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Pollenkalender grassen
&
bomen en struiken.
Hooikoorts = 
overgevoelig voor stuifmeelkorrels.

Pollen = stuifmeelkorrels

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Het 'gewone' broeikaseffect is hetzelfde als het versterkte broeikaseffect.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Het versterkt broeikaseffect is een groot probleem.
Welke stof veroorzaakt het versterkte broeikaseffect?

A
koolstofmono-oxide
B
stikstofdioxide
C
koolstofdioxide
D
zwaveldioxide

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het versterkte broeikaseffect?
A
Het vasthouden van de warmte door broeikasgassen
B
Afname van broeikasgassen rondom de aarde
C
De massale ontbossing waardoor CO2 niet meer wordt opgenomen
D
Toename van hoge concentraties broeikasgassen in de atmosfeer

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Door klimaatverandering...
A
zijn er minder hevige buien en is er minder smeltwater
B
zijn er minder hevige buien en is er meer smeltwater
C
zijn er vaker hevige buien en is er meer smeltwater
D
zijn er vaker hevige buien en is er minder smeltwater

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk vlees is het slechts voor het milieu?
A
Kip
B
Varken
C
Rund
D
Lam

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 21 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions