Hoofd- en bijzaken

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo
• Leerjaar 3

Deze les leer je:

Hoofdzaken van bijzaken onderscheiden

• Voorkennis ophalen over hoofd- en bijzaken
• Aan de slag met werkblad
• Nakijken en leren van je fouten
• Korte schrijfopdracht: jezelf voorstellen (hoofdzaken)

Wat weet je al van
hoofdzaken en bijzaken?

Hoofdzaken

• de belangrijkste dingen die over een onderwerp verteld worden
• feiten, jaartallen of eigenschappen van het onderwerp
• kernzin van iedere alinea

Bijzaken

• de minder belangrijke informatie over een onderwerp
• extra uitleg of voorbeeld
• bijzaken kun je vaak weglaten in een tekst

Opdracht: zelfstandig of in tweetallen

Wat?              Lees de tekst en maak de opdracht op de achterkant

Hoe?              Iedereen schrijft de antwoorden op zijn/haar werkblad

Hulp?             1) boek          2) klasgenoot          3) juf

Klaar?            Noteer op je werkblad wat het 

                         onderwerp en de hoofdgedachte van

                         de tekst is. Bedenk en noteer ook wat  

                         het schrijfdoel van de schrijver is.

Uitkomst?    Klassikaal bespreken

Antwoorden werkblad

(1)		(5)
(2)		(6)
(3)		(7)
(4)		(8)

Antwoorden werkblad

(1)	Hoofdzaak	(5)
(2)		(6)
(3)		(7)
(4)		(8)

Antwoorden werkblad

(1)	Hoofdzaak	(5)
(2)	Hoofdzaak	(6)
(3)		(7)
(4)		(8)

Antwoorden werkblad

(1)	Hoofdzaak	(5)
(2)	Hoofdzaak	(6)
(3)	Bijzaak	(7)
(4)		(8)

Antwoorden werkblad

(1)	Hoofdzaak	(5)
(2)	Hoofdzaak	(6)
(3)	Bijzaak	(7)
(4)	Bijzaak	(8)

Antwoorden werkblad

(1)	Hoofdzaak	(5)	Bijzaak
(2)	Hoofdzaak	(6)
(3)	Bijzaak	(7)
(4)	Bijzaak	(8)

Antwoorden werkblad

(1)	Hoofdzaak	(5)	Bijzaak
(2)	Hoofdzaak	(6)	Bijzaak
(3)	Bijzaak	(7)
(4)	Bijzaak	(8)

Antwoorden werkblad

(1)	Hoofdzaak	(5)	Bijzaak
(2)	Hoofdzaak	(6)	Bijzaak
(3)	Bijzaak	(7)	Hoofdzaak
(4)	Bijzaak	(8)

Antwoorden werkblad

(1)	Hoofdzaak	(5)	Bijzaak
(2)	Hoofdzaak	(6)	Bijzaak
(3)	Bijzaak	(7)	Hoofdzaak
(4)	Bijzaak	(8)	Bijzaak

Wat vertel je iemand als
je jezelf voorstelt?

Opdracht: zelfstandig

Wat?          Schrijf een kort verhaal waarin je jezelf
                     voorstelt. Geef in ieder geval antwoord 

                     op de vragen op het bord.

Hoe?         Je krijgt een blaadje van mij, daar schrijf je op.

Hulp?        Vinger opsteken, dan kom ik bij je.

Klaar?       Noteer op de achterkant van je blaadje tien

                    bijzaken over jou.

Deze les leer je:

Hoofdzaken van bijzaken onderscheiden