Deel 5 Vereniging en Stichting

1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
OndernemingsrechtMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Terugkoppeling vorige week
  • Besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid (art. 2:175 BW e.v.
  • Naamloze vennootschap (art. 2:64 BW e.v.)
  • Coöperatie (art. 2:53 BW e.v.)

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vandaag
  • Vereniging en stichting
  • Oefenvragen toets ondernemingsrecht

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

art. 2:26 BW

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 5 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

artt. 2:27 en 2:29 BW

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

artt. 2:33 en 2:34 BW

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke wettelijke organen heeft een vereniging?
A
Algemene vergadering van aandeelhouders en bestuur.
B
Bestuur en algemene ledenvergadering.
C
Algemene ledenvergadering en raad van advies.

Slide 10 - Quiz

Een raad van commissarissen kan eventueel nog vrijwillig ingesteld worden via de statuten.
Wie heeft de uiteindelijke zeggenschap bij een vereniging?
A
Bestuur
B
Aandeelhouders
C
Algemene ledenvergadering

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Informele vereniging
- oprichting op elk moment van de dag;
- door tenminste 2 leden;
- bestuurders hoofdelijk aansprakelijk;
- kan bijv. geen OG in eigendom verkrijgen

Formele vereniging
- oprichting bij notariële akte, gevolgd door directe inschrijving in handelsregister;
- informele vereniging die haar statuten notariëel heeft laten vastleggen;
- notariële akte bevat naam, zetel, doel en wijze van benoeming/ontslag bestuurders

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

artt. 2:285 en 2:286 BW

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 14 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

art. 2:292 BW

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

art. 2:301 BW

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Enkele oefenvragen

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Mag een vereniging of stichting activiteiten ontplooien waar winst mee wordt gemaakt?
A
Ja
B
Nee

Slide 18 - Quiz

De winst zal echter weer geïnvesteerd moeten worden in het doel waarvoor de stichting is opgericht.
Een aantal mensen willen een voetbalclub oprichten waar amateurvoetballers lid van kunnen worden.
Welke rechtsvorm zullen zij kiezen?
A
Stichting
B
Vereniging

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Sophie neemt het initiatief om een rechtspersoon op te richten. De doelstelling van de rechtspersoon wordt het behoud van een natuurgebied in haar woonplaats. Welke rechtsvorm ligt het meest voor de hand?
A
Stichting
B
Vereniging

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de voornaamste
inkomstenbron van verenigingen?
timer
1:00

Slide 21 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een verschil tussen een stichting en een bv?
A
Een stichting heeft geen doel, een bv wel.
B
Het doel van een bv is meestal (maximale) winst, het doel van een stichting is niet-commercieel.
C
Een bv is geen rechtspersoon, een stichting is dat wel.
D
Een stichting is geen rechtspersoon, een bv is dat wel.

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Uit welk orgaan/organen bestaat een stichting?
A
Algemene vergadering van aandeelhouders en bestuur.
B
Bestuur en algemene vergadering van leden.
C
Algemene vergadering van leden en raad van advies.
D
Bestuur.

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke organisatievormen zijn rechtspersonen?

Slide 24 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wie zijn bij een CV hoofdelijk aansprakelijk voor schulden van de vennootschap?
A
De beherende en stille vennoten samen
B
De besturende vennoten
C
De stille vennoten

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk orgaan vertegenwoordigt een rechtspersoon?
A
Algemene ledenvergadering
B
Algemene vergadering van aandeelhouders
C
Raad van commissarissen
D
Bestuur

Slide 26 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het verschil tussen een maatschappelijk kapitaal en een geplaatst kapitaal?

Slide 27 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Zijn er nog vragen?

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions