19.2 Beweging in spiervezels 6V 2324

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
19.2 Beweging in spiervezels
1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

Cette leçon contient 31 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
19.2 Beweging in spiervezels

Slide 1 - Diapositive

Biologie Olympiade
Wie wil meedoen?

Slide 2 - Diapositive

Lesdoel 19.2 Je kunt
  • de bouw en functie van een motorische eenheid beschrijven (leerdoel 4)
  • beschrijven hoe actine- en myosinemoleculen een spiervezel laten samentrekken (leerdoel 5)
  • uitleggen dat bewegingen ontstaan via antagonistische spieren (leerdoel 6)
  • de verschillen tussen snelle en trage spiervezels beschrijven (leerdoel 7)

Slide 3 - Diapositive

Motorische eenheid

Alle spiervezels die door één neuron worden aangestuurd
motorisch
eindplaatje

Slide 4 - Diapositive

Motorische eenheid

1. Impuls bij motorisch eindplaatje
2. Acetylcholine in synapsspleet
3. Celmembraan depolariseert
4. Depolarisatie komt bij SR via T-buisjes
5. Ca2+ verlaat SR
6. Myosine en actine schuiven in elkaar
7. Ca2+ weer in SR

Slide 5 - Diapositive

Impuls 
1. impuls komt aan bij het
motorische eindplaatje

Slide 6 - Diapositive

Impuls 
2. acetylcholine komt vrij

Slide 7 - Diapositive

Impuls 
3. Het sarcolemma (cel-
membraan van de spier-
vezel) depolariseert.
Impuls bereikt sarco-
plasmatisch reticulum
via de t-buisjes.

Slide 8 - Diapositive

Impuls 
4. Ca2+ stroomt uit het 
sarcoplasmatisch 
reticulum in de 
spiervezel 

Slide 9 - Diapositive

Impuls 
5. Myosine en 
actine schuiven in elkaar,
de spier wordt korter

Slide 10 - Diapositive

Impuls 
6. Ca2+ pompen in het sr
pompen het Ca2+ weer
terug in het sr

Slide 11 - Diapositive

Sarcomeer
Door het in elkaar 
schuiven van de 
actine en myosine
filamenten kan de 
spier samentrekken.

Slide 12 - Diapositive

Actine/myosine










A. Door Ca2+ instroom kan een actieve myosinekop binden aan het actine (tropomyosine gaat opzij)
B. ADP laat los van het myosinekopje, daardoor buigt het myosinekopje -> actine verplaatst tov myosine
C. ATP bindt aan het inactieve myosinekopje, myosine laat los van actine
D. ATP wordt ADP, de energie die vrijkomt wordt gebruikt voor het opnieuw buigen van het myosinekopje

Slide 13 - Diapositive

Actine/myosine





A. Door Ca2+ instroom kan een actieve myosinekop binden aan het actine (tropomyosine gaat opzij)

Slide 14 - Diapositive

Actine/ myosine

Slide 15 - Diapositive

Actine/ myosine





C. ATP bindt aan het inactieve myosinekopje, myosine laat los van actine

Slide 16 - Diapositive

Actine/ myosine





D. ATP wordt ADP + P (mbv ATP-ase), de energie die vrijkomt wordt gebruikt voor het opnieuw buigen van het myosinekopje

Slide 17 - Diapositive

Actine/ myosine
Elke ronde verkort de spier
met 1%
Maximaal 30% verkorting

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Vidéo

Combineer boek met BINAS
Bron 10 A B C D en Tabel 90C 1 2 3 4 5
Welke horen bij elkaar?

Slide 20 - Diapositive

Antagonisten
Spieren kunnen alleen uit zichzelf korter worden, niet verlengen. Hiervoor is een antagonist nodig.

Slide 21 - Diapositive

Antagonisten
Spieren werken in koppels. Als de ene spier aanspant ontspant de andere.
Bijvoorbeeld buig- en strekspier bovenarm (biceps/ triceps).

De antagonist levert de externe kracht die nodig is om de actine- en myosinefilamenten weer uit elkaar te trekken en de spier te verlengen.

Slide 22 - Diapositive

Spierspoeltje
registreert spierspanning

Slide 23 - Diapositive

Peeslichaampje
registreert rek in de pees

zorgt voor peesrelfex bij te grote rek ter voorkoming van schade aan spieren

Slide 24 - Diapositive

Gladde spieren
Kring- en lengtespieren/ straalspieren zijn elkaars antagonisten.

Slide 25 - Diapositive

Hartspieren
Hartspiervezels ontspannen doordat het hart volstroomt met bloed - dit levert de externe kracht die nodig is om de myosine-en actinefilamenten weer uit elkaar te trekken.

Slide 26 - Diapositive

Snelle en langzame spieren
Hoeveelheid langzame en snelle spiervezels is genetisch bepaald maar kan worden gewijzigd door training

Slide 27 - Diapositive

Snelle en langzame spieren
Krachttraining zorgt voor de verhoging van het aantal myosine en actine filamenten (spiergroei). 

Slide 28 - Diapositive

Snelle en langzame spieren
Duurtraining verhoogt het aantal mitochondrieën per cel en verhoogt de doorbloeding (uithoudingsvermogen)

Slide 29 - Diapositive

Lesdoel 19.2 Je kunt
  • de bouw en functie van een motorische eenheid beschrijven (leerdoel 4)
  • beschrijven hoe actine- en myosinemoleculen een spiervezel laten samentrekken (leerdoel 5)
  • uitleggen dat bewegingen ontstaan via antagonistische spieren (leerdoel 6)
  • de verschillen tussen snelle en trage spiervezels beschrijven (leerdoel 7)

Slide 30 - Diapositive

Opdrachten
19.1 Leerdoel 4
19.2: Leerdoelen 5, 6, 7

Slide 31 - Diapositive