3 SCC- Hoe gebeurt de beeldvorming in het oog?

• Biologie
• Secundair onderwijs

Beeldvorming in het oog

Even herhalen

Welke functie heeft het vaatvlies?

Wat is het verschil tussen hoornvlies en harde oogvlies?

Waardoor blijft het oog mooi bol?

Volgende vragen moet je op het einde van deze les kunnen beantwoorden:

• Hoe wordt de hoeveelheid licht in het oog geregeld?
•  Welke kenmerken heeft het beeld dat op het netvlies valt?
    Hoe verklaar je dat?
• Hoe gebeurt de scherpstelling van het beeld in het oog?
• Wat is ' het nabijheidspunt'?

Hoe wordt de hoeveelheid licht in het oog geregeld?

Wat is de pupil?

Welke spieren vind je terug in de iris?

Wat gebeurt er met spieren die samentrekken?

1. ze worden korter en dikker
2. ze worden langer en dunner
3. ze worden korter en dunner
4. ze worden langer en dikker

Wat is juist?
De pupil wordt groter als

1. er veel licht is.
2. als de straalspieren samentrekken.
3. de kringspieren samentrekken.

Wat is niet juist?
De pupil verkleint als

1. er veel licht is.
2. als de straalspieren samentrekken.
3. de kringspieren samentrekken.

Samengevat:

De hoeveelheid licht in het oog wordt geregeld door de pupilreflex.

• Bij veel licht verkleint de pupil, de kringspieren trekken samen.
• Bij weinig licht vergroot de pupil, de straalspieren trekken samen
  

.

Hoe gebeurt de beeldvorming in het oog?

Door welke doorzichtige delen gaat het licht voor het op het netvlies valt?

Wat gebeurt er met een lichtstraal wanneer die van middenstof verandert?

Wat is er kenmerkend aan een holle lens?

1. Het midden is dikker dan de rand.
2. Het midden is dunner dan de rand.

De lens in het oog is een ..

1. bolle lens
2. holle lens

Wat is niet juist?
Een lichtstraal wordt gebroken wanneer ze van .... naar .... gaat.

1. lucht - glas
2. lucht - ooglens
3. lucht - water
4. lucht - lucht

Een bolle lens breekt de lichtstralen

1. niet, ze gaan gewoon rechtdoor.
2. van elkaar weg.
3. naar elkaar toe.

Hoe gebeurt de scherpstelling van het beeld in het oog?

Beschrijf je waarneming bij het onderzoekje.

De lens van het oog is een speciale lens. Leg uit.

Wat merk je bij dit onderzoek?

Wat is het vermoeiendst voor de ogen?

1. veraf kijken
2. dichtbij kijken

Wanneer je dichtbij kijkt
(opspannen = samentrekken)

1. spannen lensbandjes op
2. spant de accommodatiespier op
3. spannen lensbandjes en accommodatiespier op
4. spant er niets op

• Lees p. 34 - 37
• Maak een samenvatting. Zet een foto hiervan in de uploadzone.
  De vragen op dia 8 zijn de titels in je samenvatting.
• Maak p. 48
• Maak p. 54 opdracht 5 - 7 en verbeter met verbetersleutel

Welke vragen heb je nog over dit deel van de leerstof?
(Noteer deze hier zodat we die nog bespreken voor de overhoring van volgende les.)