BvJ 2a VG - 4.4 Menstruatie

Goedemorgen, wat goed dat je met biologie bent gestart!
Je maakt vandaag deze LessonUp én alle opdrachten van 4.4

Je mag opdracht 30 overslaan. 
1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Goedemorgen, wat goed dat je met biologie bent gestart!
Je maakt vandaag deze LessonUp én alle opdrachten van 4.4

Je mag opdracht 30 overslaan. 

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Maar eerst ... herhaling!
  • 4.1 Je verandert ...
  • 4.2 Het voortplantingsstelsel van een man.
  • 4.3 Het voortplantingsstelsel van een vrouw.

Slide 3 - Diapositive

Welke geslachtskenmerken zijn nog niet aanwezig bij de geboorte?
A
Primaire geslachtskenmerken
B
Secundaire geslachtskenmerken
C
D
-

Slide 4 - Quiz

Welke van deze functies wordt (worden) uitgeoefend door de bijballen?
A
Productie van zaadcellen
B
Opslag van zaadcellen
C
Productie van testosteron
D
Productie en opslag van zaadcellen

Slide 5 - Quiz

Is haargroei onder de oksels een geslachtskenmerk?
A
Ja, okselhaar komt in de puberteit.
B
Ja, mannen hebben meer okselhaar.
C
Nee, want bij de geboorte is geen okselhaar.
D
Nee, je kan er geen geslacht aan herkennen.

Slide 6 - Quiz

Naast zaadcellen produceren de teelballen ook het mannelijke geslachtshormoon ...

Slide 7 - Question ouverte

1 Eicellen worden vervoerd door de eileiders.
2 Achter in de vagina bevindt zich de clitoris.
3 Bij menstruatie worden stukjes slijmvlies uit de vagina via
de baarmoeder verwijderd.
Welke van deze uitspraken is (zijn) juist?
A
Alleen 1
B
1 en 2
C
1 en 3
D
2 en 3

Slide 8 - Quiz

In welk van de genummerde delen vindt de bevruchting plaats?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 9 - Quiz

Laatste vraag: Sleep juist of onjuist naar de juiste plek.
Een eicel kan zelf bewegen.
Een eicel is groter dan een zaadcel.
Een spermacel heeft veel reservevoedsel.
Er worden meer eicellen gevormd dan zaadcellen.
Juist
Onjuist
Onjuist
Onjuist

Slide 10 - Question de remorquage

Slide 11 - Diapositive

Dit weet ik over de menstruatie

Slide 12 - Carte mentale

Slide 13 - Vidéo

Wat gebeurt er volgens jou tijdens de menstruatie?

Slide 14 - Question ouverte

Slide 15 - Vidéo

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Vidéo

Slide 19 - Diapositive

Waarom blijft het vrouwelijk lichaam niet voorbereid op zwangerschap (zonder menstruatie)?

Slide 20 - Carte mentale

Slide 21 - Diapositive

Welke soorten van menstruatie producten ken je?

Slide 22 - Carte mentale

Zou jij je schamen als je tampons zou moeten kopen?

Slide 23 - Question ouverte

Menstruatie cyclus 
Een cyclus in een rondje, dat betekent dat het steeds overnieuw gebeurt. 

Een menstruatie rondje/cyclus duurt 28 tot 25 dagen.
Van deze dagen bloed je gemiddeld 4 dagen.
Rond de 14e dag vind de ovulatie plaats, dan ben je het meest vruchtbaar. 

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Lien

Hoeveel dagen duurt de menstruatie cyclus gemiddeld?

Slide 26 - Question ouverte

Slide 27 - Lien

Wat is een ovulatie?

Slide 28 - Question ouverte

Slide 29 - Lien

Menstrueert een vrouw ook wanneer haar eicel bevrucht is?

Slide 30 - Question ouverte

Wat weet je over menstuatie?

Slide 31 - Carte mentale

Aan de slag 
Maak 4.4, je mag opdracht 30 overslaan. 

Succes!

Slide 32 - Diapositive