3.4 Water: te veel of te weinig

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Vandaag:

Uitleg par. 3.4 Water te veel of te weinig

Ontstaan van de seizoenen

Welk seizoen is
het volgens deze
afbeelding op het
noordelijk halfrond?

1. Herfst
2. Zomer
3. Winter
4. Lente

Bij volgende vraag ga je zo veel mogelijk klimaten opschrijven

Noem zo veel mogelijk klimaten; welke ken je inmiddels?

Op lage breedte wordt de temperatuur hoger of lager?

1. Hoger
2. Lager

3.4: Leerdoelen!

Je kunt uitleggen dat water in verschillende vormen voor kan komen en dat het in een kringloop rondgaat.

Je kunt uitleggen hoe stuwingsregen, stijgingsregen en frontale regen ontstaan.

Je kunt uitleggen hoe de waterkringloop werkt.

Samen lezen

Paragraaf 3.4 

Wat zien we gebeuren bij de rechter en linker pan?

De korte kringloop

Drie soorten neerslag

Stijgingsregens

Stuwingsregens

Frontale regen

Stijgingsregens

1. Bijvoorbeeld tropisch regenwoud.
2. Warme lucht is licht en stijgt op.
   
3. De lucht koelt af.
4. De waterdamp zal vervolgens gaan condenseren.

Stuwingsregen

1. Lucht wordt tegen de berg omhooggestuwd (loefzijde)
   
2. De lucht koelt af.
   
3. De waterdamp condenseert en het gaat regenen.
   
4. Aan de andere kant ligt de lijzijde .
   
5. Daar daalt de lucht en warmt op.
   
6. Hier blijft het droog = regenschaduw

Stuwingsregen 

Frontale neerslag 

- Botsing koude lucht poolgebieden met warme lucht lage breedte 

- Warme lucht gedwongen te stijgen 

Huiswerk 

Nu: Teken de waterkringloop en zet daar de juiste woorden bij.  

Gebruik het boek! 

In het boek Maken opdrachten: 1 t/m 7 

Leerdoelen check 

- In welke vormen kan water in de waterkringloop voorkomen?

- Geef een voorbeeld van een plek waar stuwingsregen kan voorkomen.

- Hoe ziet de korte waterkringloop eruit?