Oefentoets Samen op de wereld/Waarden en normen

• Levensbeschouwing
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Oefentoets samen op de wereld

Dit is een oefentoets voor hoofdstuk 2 samen op de wereld / waarden en normen.

Maak deze nadat je geleerd hebt. 

Welke beschrijving past het beste bij het begrip uniek?

1. Mensen zijn intelligente dieren
2. Mensen zijn een combinatie van genen en opvoeding
3. Er zijn geen twee mensen hetzelfde
4. Mensen zijn anders dan dieren

Mensen zijn uniek, omdat ze niets gemeen hebben met dieren

1. Waar
2. Niet waar

Kritiek op jezelf hebben is gezond

1. Waar
2. Niet waar

Bij welk voorbeeld zorg je geestelijk EN lichamelijk goed voor jezelf?

1. Als je elke dag op tijd gaat slapen
2. Als je groenten eet die je eigenlijk vies vindt
3. Als je een goed gesprek voert
4. Als je thuis helpt door klusjes te doen

Welke vrijheid heb je altijd?

1. Vrijheid om te vinden wat je wil
2. Vrijheid van meningsuiting
3. Vrijheid om elk beroep te doen dat je wilt
4. Vrijheid om te dragen (of niet) wat je wil

Waarom kun je nooit 100% vrij zijn?

1. Omdat er altijd dingen onmogelijk zijn, zoals zelf vliegen
2. Omdat anderen dan niet vrij kunnen zijn
3. Omdat er jaloerse mensen bestaan
4. Omdat sommige mensen in de gevangenis horen

Wat is de beste beschrijving van onverschilligheid?

1. De verschillen tussen mensen waarderen
2. Iemand de hele tijd controleren
3. Iemand vrij laten
4. Geen interesse in iemand tonen

Welke van de volgende zinnen verwoordt "de gulden regel"?

1. je moet elkaar respecteren
2. je moet aardig zijn voor iedereen
3. als je iets leuk vind moet je dat niet bij een ander doen
4. wat je zelf niet leuk vindt, doe dat ook niet bij anderen

Als de trein aankomt, wacht je tot de mensen uitgestapt zijn, voordat jij instapt.Welke waarde?

1. Liefde
2. Gezondheid
3. Geduld
4. Gehoorzaamheid

Als de kassière je teveel geld teruggeeft, dan zeg je dat en geef je dat weer terug.

1. Milieubewustheid
2. Vrede
3. Gulheid
4. Eerlijkheid

Welke norm hoort NIET bij de waarde: Behulpzaamheid?

1. Als een oudere valt, help je hem of haar overeind.
2. Als je een kind alleen ziet, help je hem zijn ouders zoeken
3. Als iemand zijn auto niet start, loop je snel weg
4. Iemand die zijn boodschappen laat vallen, help je met oprapen

Welke norm hoort niet bij de waarde: Respect voor anderen?

1. Als iemand struikelt, ga je lachen.
2. Als iemand een presentatie geeft, ben je stil.
3. Iemand uitlachen is niet leuk.
4. Schelden met kanker doe je niet.

Welke waarde hoort bij de norm:Als je iets gestolen hebt, dan wordt je daarvoor gestraft.

1. Rechtvaardigheid
2. Optimisme
3. Liefdadigheid
4. Macht

Hoofdwaarden van Nederland

Tolerantie

Gelijkheid

Democratie

Vrijheid

Vrede

Beleefdheid

Gezondheid

Eerlijkheid

Familie

Gelukkig zijn