M3 herhaling leesvaardigheid

M3 paragraaf 3.3 en 4.3 
Leesvaardigheid 
Voorbereiding PTA week 5/6
Benodigdheden: bronnen van de teksten
1 / 37
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 37 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

M3 paragraaf 3.3 en 4.3 
Leesvaardigheid 
Voorbereiding PTA week 5/6
Benodigdheden: bronnen van de teksten

Slide 1 - Diapositive

Kiloknaller of flexitariër
(1)Als klein meisje was ik geen geweldige eter. Vooral vlees vond ik ronduit vies.  Aangespoord door mijn moeder at ik af en toe toch een stukje. Daar bleef ik  vertwijfeld op kauwen tot er zich een witte bal in mijn mond vormde die ik ten  slotte blij mocht uitspugen. In mijn puberteit was ik een paar jaar vegetariër, een  tijdje later ‘flexitariër’. 
(2) Een flexitariër is overtuigd van het feit dat veel vlees eten slecht is voor het  dier (bio-industrie, mega-stallen en andere ellende), het milieu en de gezondheid. Helemaal stoppen met vlees en vis hoeft niet, maar het een of meer dagen per 
week laten staan wel. 
(3) De uitzending van Radar op 5 september jongstleden over het gevaar van overvloedig antibioticagebruik in de bio-industrie loog er niet om. De gevaarlijke  EHEC-bacterie is door het gebruik van al die antibiotica nauwelijks meer te bestrijden. Daardoor sterven er nu zelfs mensen die met deze bacterie besmet zijn. In al het kippenvlees zit de bacterie, en in veel varkens- en rundvlees ook. Bij niet voldoende verhitten of onvoldoende hygiëne tijdens het bereiden kan men besmet raken.

Slide 2 - Diapositive

Wat doet de schrijver in de inleiding?
A
aandacht trekken door een persoonlijk verhaal
B
haar standpunt uiteenzetten
C
uitleggen waarom zij flexitariër is geworden

Slide 3 - Quiz

Vleesconsumptie halveren!
4) Al dat vlees eten moet een halt toegeroepen worden! Want niet alleen voor mens en dier is het slecht, ook voor het milieu is veel vlees eten rampzalig. Eén  kilo rundvlees levert een CO2-uitstoot vergelijkbaar met 169 kilometer autorijden. 
En voor die ene kilo vlees is een flinke achtertuin aan grond nodig om het  veevoer op te verbouwen. 
(5) De gemiddelde Nederlander eet maar liefst 43 kilo vlees per jaar. Per dag dus  ruim een ons. Dat kan echt een stuk minder. En het is ook niet nodig om vlees en  vis telkens te vervangen door een ei of kaas. We krijgen al behoorlijk wat eiwitten 
binnen met ons overige voedsel. Dus eet gewoon de helft van de hoeveelheid vlees die je nu eet. Dan spaar je nog geld uit ook! 

Bron: naar www.radartv.nl

Slide 4 - Diapositive

Wat is het belangrijkste doel van de schrijver?
A
een waarschuwing geven
B
informeren
C
overtuigen
D
tot handelen aansporen

Slide 5 - Quiz

Wat is het onderwerp van tekst 1?

A
minder vlees
B
kiloknaller
C
flexitariër
D
EHEC-bacterie

Slide 6 - Quiz

Voor welke doelgroep is deze tekst geschreven?
A
verkoper
B
boeren
C
consument
D
veganisten

Slide 7 - Quiz

(2) Een flexitariër is overtuigd van het feit dat veel vlees eten slecht is voor het
dier (bio-industrie, mega-stallen en andere ellende), het milieu en de gezondheid. Helemaal stoppen met vlees en vis hoeft niet, maar het een of meer dagen per week laten staan wel.

Wat staat er in alinea 2?

A
argumenten bij het standpunt
B
het standpunt van de schrijver
C
uitleg over wat een flextariër

Slide 8 - Quiz

Wat is het doel van alinea 5?
(5) De gemiddelde Nederlander eet maar liefst 43 kilo vlees per jaar. Per dag dus ruim een ons. Dat kan echt een stuk minder. En het is ook niet nodig om vlees en vis telkens te vervangen door een ei of kaas. We krijgen al behoorlijk wat eiwitten binnen met ons overige voedsel. Dus eet gewoon de helft van de hoeveelheid vlees die je nu eet. Dan spaar je nog geld uit ook!

Slide 9 - Question ouverte

Hoeveel keer staat het standpunt van de schrijver in deze tekst?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 10 - Quiz

Geef aan in welke zinnen het standpunt van de schrijver staat. Eerste 2 woorden ... laatste 2 woorden

Slide 11 - Question ouverte

Welk argument geeft de schrijver voor haar standpunt in alinea 3?
A
doordat er te veel antibiotica gebruikt wordt bij dieren, is de EHEC-bacterie niet meer te bestrijden
B
daardoor sterven er nu zelfs mensen die met deze bacterie besmet zijn

Slide 12 - Quiz

Welke feiten noemt ze om dit argument te onderbouwen?
A
er sterven mensen die besmet zijn
B
in al het kippenvlees zit de bacterie
C
in veel varkens- en rundvlees ook
D
alledrie de antwoorden zijn goed

Slide 13 - Quiz

Hoe kun je die feiten controleren?
A
opzoeken in de tekst
B
opzoeken in andere bronnen
C
vragen aan een expert
D
encyclopedie

Slide 14 - Quiz

Welk argument geeft de schrijver in alinea 4?
A
al dat vlees moet een halt toegeroepen worden
B
één kilo rundvlees levert een CO2-uitstoot van 169 meter
C
voor het milieu is veel vlees eten rampzalig

Slide 15 - Quiz

Hoe onderbouwt de schrijver dit argument?
eerste 2 woorden … laatste 2 woorden

Slide 16 - Question ouverte

Hoe beargumenteert de schrijver haar standpunt in alinea 5?
eerste 2 woorden … laatste 2 woorden

Slide 17 - Question ouverte

Wat is het standpunt van de schrijver?
A
Iedereen moet flexitariër worden
B
Vlees eten is gevaarlijk
C
veel vlees eten is slecht voor het milieu en gezondheid
D
veel vlees eten is slecht

Slide 18 - Quiz

Lees tekst 2: Beste Albert Heijn (Blz. 21)
Beste Albert Heijn, 

Ik vind dat we met z’n allen iets moeten doen aan het dierenwelzijn van de dieren die voor hun vlees geslacht worden. 
Het is namelijk vaak zo dat er in de supermarkt bijna alleen ‘normaal’ vlees te koop is. Dit ‘normale’ vlees is een stuk goedkoper dan scharrelvlees en biologisch vlees. De meesten van ons nemen het goedkoopste vlees, terwijl we eigenlijk allemaal door hebben dat dit geen ‘goed’ vlees is. 
Het is begrijpelijk dat, u als baas van de AH, wilt voldoen aan de eisen van uw consumenten, maar het verkopen van vlees waarbij de dieren geen goed leven hebben gehad, kan echt niet. Deze dieren worden met enorme aantallen bij elkaar in een kleine ruimte gepropt. Ik vind dat dit niet kan! 
Ik wil dat er verandering in komt en daarom stuur ik uw organisatie deze brief. U hebt de macht om hier iets aan te veranderen door enkel nog biologische producten en scharrelvlees te verkopen. 
Ik hoop dat u hier ook werkelijk iets mee gaat doen. 

Met vriendelijke groet, 
Jonneke van Gurp

Slide 19 - Diapositive

Wat is het onderwerp van tekst 2?
A
minder vlees
B
dierenwelzijn
C
Albert Heijn
D
Kiloknallers

Slide 20 - Quiz

Wat is het standpunt van de schrijver?
A
veel vlees eten is slecht voor het milieu
B
Veel vlees eten is slecht
C
verkoop alleen kiloknallers
D
verkoop alleen biologisch vlees

Slide 21 - Quiz

Welk argument gebruikt de schrijver bij zijn standpunt "Verkoop alleen biologisch vlees"?
eerste 2 woorden … laatste 2 woorden

Slide 22 - Question ouverte

Voor welke doelgroep heeft de schrijver tekst 2 geschreven?
A
Albert Heijn
B
verkoper
C
consument
D
vleeseter

Slide 23 - Quiz

Bekijk bron 1
Dit is een:
A
commerciële reclame
B
ideële reclame

Slide 24 - Quiz

Wat is de boodschap van de bron?
A
kinderen zijn de dupe van een echtscheiding
B
kinderen zijn gevoelig voor wat ouders die willen scheiden, zeggen
C
zorg goed voor je kinderen, als je scheidt

Slide 25 - Quiz

De doelgroep van bron 1 is: ...
A
kinderen
B
ouders
C
ouders en kinderen

Slide 26 - Quiz

Het beeld versterkt de boodschap.
A
ja
B
nee

Slide 27 - Quiz

Het is een harde reclame
A
ja
B
nee

Slide 28 - Quiz

Lees tekst 3 verkennend
Over SIRE 
(1) SIRE is een onafhankelijke stichting die maatschappelijke onderwerpen onder de aandacht brengt, bespreekbaar maakt én agendeert bij het Nederlandse publiek, opinieleiders en besluitvormers. 
(2) SIRE wil mensen wakker schudden, aan het denken zetten en laten beseffen dat bepaalde kwesties niet uit het oog verloren mogen worden. SIRE wil zo bijdragen aan een vitale en betrokken samenleving. SIRE zet hiertoe, met de belangeloze hulp van de communicatiebranche, multimediale campagnes in. 
(3) SIRE heeft geen banden met de overheid of andere organisaties. SIRE is een initiatief vanuit de communicatiebranche. Belangeloos zetten reclame-, pr-, onderzoek- en onlinebureaus, adverteerders, uitgevers, media-exploitanten en - 
adviesbureaus, productiemaatschappijen, grafische industrie en andere toeleveranciers zich in om de campagnes te voeren die bijdragen aan een betere samenleving. 
(4) Sinds onze oprichting in 1967 zijn dat inmiddels ruim 100 campagnes. 

Bron: www.sire.nl

Slide 29 - Diapositive

Wat is de bron van tekst 3?
A
website
B
SIRE
C
www.sire.nl

Slide 30 - Quiz

Waarom maakt de bron de inhoud van tekst 3 niet automatisch betrouwbaar?
A
De tekst is geschreven door een amateur. Subjectieve informatie
B
De stichting schrijft over zichzelf. Subjectieve informatie
C
De tekst is geschreven door een amateur. Objectieve informatie
D
De stichting schrijf over zichzelf. Objectieve informatie

Slide 31 - Quiz

Waar staat de afkorting SIRE voor?

Slide 32 - Question ouverte

Lees tekst 3 nauwkeurig.
In welke alinea wordt uitgelegd dat SIRE een onafhankelijke stichting is?
A
alinea 2
B
alinea 3
C
alinea 4

Slide 33 - Quiz

Wat is een opinieleider (alinea 1)?
A
een belangrijke journalist
B
een belangrijke minister
C
een belangrijke politicus
D
antwoord A, B en C zijn juist

Slide 34 - Quiz

Wie is een besluitvormer?
A
een belangrijke ambtenaar
B
een minister
C
elke burger
D
antwoord A, B en C zijn juist

Slide 35 - Quiz

Citeer uit het vervolg van een andere omschrijving van een vitale en betrokken samenleving (alinea 2).
eerste 2 woorden … laatste 2 woorden

Slide 36 - Question ouverte

Wat zijn multimediale campagnes (alinea 2)?
A
reclames die veel aandacht trekken
B
reclames op radio, tv en in kranten en tijdschriften
C
reclame-, pr-, onderzoek - en onlinebureaus
D
productiemaatschappijen, grafische industrie en andere toeleveranciers

Slide 37 - Quiz