Hfdst. 3 spelling - bijvoeglijke naamwoorden

Vandaag
  • Lesdoel
  • Uitleg bijvoeglijk naamwoord (afkomstig van een werkwoord
  • Oefenen
  • Zelf aan de slag
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Vandaag
  • Lesdoel
  • Uitleg bijvoeglijk naamwoord (afkomstig van een werkwoord
  • Oefenen
  • Zelf aan de slag

Slide 1 - Diapositive

Lesdoel
  • Aan het eind van de les weet je welke regels je gebruikt voor het schrijven van een bijvoeglijk naamwoord (dat afgeleid is van een werkwoord).

Slide 2 - Diapositive

Bijvoeglijk naamwoord
Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een zelfstandig naamwoord. Vaak zijn het woorden als:
mooie, rode, grappige, nieuwe, leuke, bijzondere, aardige, stomme, etc.

Echter kun je ook bijvoeglijke naamwoorden maken van heel veel werkwoorden. Bijvoorbeeld:
gelopen (route), geverfde (muur), behandelde (stof), bekeken (series), etc.

Om deze bijvoeglijke naamwoorden goed te kunnen spellen, moet je aan paar dingen even weten. Deze werkwoordsvorm wordt ook wel een bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord genoemd.

Slide 3 - Diapositive

Bijvoeglijk naamwoord
Het bijvoeglijk naamwoord (bnw) dat van een werkwoord komt, baseer je altijd op het voltooid deelwoord (vdw) van het werkwoord.

Bijv.
lopen (infinitief) => gelopen (vdw) => de gelopen (bnw) route 
knoeien => geknoeid => het geknoeide eten

Je moet dus altijd even bedenken wat het vdw is van het werkwoord. (En het vdw spel je met de regel van 't kofschip x.)

Slide 4 - Diapositive

Bijvoeglijk naamwoord
Een voltooid deelwoord kan op twee uitgangen eindigen:
1. op -en     (bijv. gelopen, gedragen, gekeken, begonnen, verslagen) 
2. op een -t of -d (bijv. geverfd, gekust, verhuisd, gefietst, vergroot, gepland)

Als het voltooid deelwoord eindigt op -en, dan eindigt het bijvoeglijk naamwoord óók op -en. Daar verandert dus helemaal niets aan.
Ik heb een route gelopen, (vdw) => de gelopen (bnw) route
Ik heb een serie gekeken. => de gekeken serie
Hij is aan het project begonnen. => het begonnen project

Slide 5 - Diapositive

Bijvoeglijk naamwoord
Als het voltooid deelwoord eindigt op een -t óf -d, dan voeg je een -e toe én schrijf je het bijvoeglijk naamwoord zo kort als mogelijk.
Ik heb de muur geverfd => de geverfde muur
Ik heb het meisje gekust. => het gekuste meisje
Ik heb de foto vergroot => de vergrote foto (Zie hier, zo kort als mogelijk. Je kunt namelijk één 'o' weglaten, want je zult het woord nog steeds goed uitspreken en lezen met maar één 'o'. 
Ik heb de kozijnen gewit. => de gewitte kozijnen (Hier moet je een extra 't' toevoegen, omdat je anders het woord verkeerd uit zou spreken.)

Hierbij moet je dus zo weinig mogelijk letters gebruiken, maar je moet het dus nog wel goed lezen/uitspreken. Dat is het enige waar je bij een bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord op moet letten. 

Slide 6 - Diapositive

Wat is het bijvoeglijk naamwoord (bnw) van
krijgen?
A
gekrijgd
B
gekregen
C
gekreegd
D
gekrijgt

Slide 7 - Quiz

Wat is het bnw van
schieten?
A
geschiet
B
geschoten
C
schieten
D
schoot

Slide 8 - Quiz

Wat is het bnw van
redden?
A
gerede
B
geredden
C
redde
D
verred

Slide 9 - Quiz

Wat is het bnw van
verwachten?
A
verwachte
B
verwachtte
C

Slide 10 - Quiz

Wat is het bnw van
finishen?
A
gefinishte
B
gefinishde
C
gefinishete
D
gefinishede

Slide 11 - Quiz

Wat is het bnw van
afwijzen?
A
afgeweze
B
afgewijsd
C
afgewezen
D
afgewijst

Slide 12 - Quiz

Wat is het bnw van
mislukken?
A
misluktte
B
mislukde
C
mislukte
D
mislokken

Slide 13 - Quiz

Wat is het bnw van
verlaten?
A
verlate
B
verlaatten
C
verlaten
D
verlaatte

Slide 14 - Quiz

Wat is het bnw van
uitloten?
A
uitgelood
B
uitgeloote
C
uitgelote
D
uitgeloten

Slide 15 - Quiz

Het bijvoeglijk naamwoord van een werkwoord baseer je op welke werkwoordsvorm?
A
persoonvorm
B
infinitief
C
onvoltooid deelwoord
D
voltooid deelwoord

Slide 16 - Quiz

De regels voor het bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord ken ik nu...
😒🙁😐🙂😃

Slide 17 - Sondage

Zelf aan de slag
  • H4 spelling bijvoeglijk naamwoord (Let op! van werkwoordspelling en níet van van de 'gewone' spelling.)
  • Maak alle opdrachten in jouw leerroute

Slide 18 - Diapositive