BS 3 Bacteriën en Schimmels MAX

BS 3 Bacteriën en schimmels
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 16 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

BS 3 Bacteriën en schimmels

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
- Je kunt kenmerken van bacteriën noemen
- Je kunt kenmerken van schimmels noemen
- Je  kunt beschrijven hoe bacteriën en schimmels nuttig zijn 
   voor de mens en de natuur (SE)
- Je kunt beschrijven hoe bacteriën en schimmels schadelijk 
   kunnen zijn voor mensen (SE)

Slide 2 - Diapositive

Twee hoofdgroepen
Prokaryoten
Eukaryoten

Slide 3 - Diapositive

Dieren
Gewervelden
Zoogdieren
Primaten
Hominidae
Homi
Homo sapiens

Slide 4 - Diapositive

Bacteriën
Bacteriën zijn micro-organismen en kan je alleen zien met een elektronenmicroscoop. 
De chromosomen liggen los (vaak in vorm van een ring). Ook hebben ze een of meer zweepharen, dan kunnen ze vooruit. 

Slide 5 - Diapositive

Bacteriën
Planten planten zich voort door celdeling (zie afbeelding).
Een bacterie kan zich elk halfuur delen. Een bacteriekolonie is wel met het blote oog te zien

Slide 6 - Diapositive

Schimmels
Eencellige schimmels (gistcellen) planten zich voort door celdeling door middel van knopvorming. De gistcel vormt een knop die zich afsplitst. De knop bevat een kopie van alle chromosomen van de schimmelcel.

Slide 7 - Diapositive

Schimmels
De meeste schimmels zijn meercellig (bv Schimmel op brood of op schimmelkaas). Ze bestaan uit lange, dunne draden: de schimmeldraden. Deze draden bestaan uit meerdere cellen.

Slide 8 - Diapositive

Meercellige schimmels
Meercellige schimmels planten zich meestal voort door middel van sporen= cellen waaruit een nieuwe schimmel kan ontstaan. Vaak aan het uiteinde van de schimmeldraden, bv penseelschimmel. 
Paddenstoelen zijn de vruchtlichamen van een meercellige schimmel en daar vormen de sporen.

Slide 9 - Diapositive

Nuttige bacteriën en schimmels
- De meeste soorten bacteriën en schimmels voeden zich met resten van dode organismen. In de natuur ruimen ze dode resten op. Bij de afbraak van die resten ontstaan weer voedingsstoffen voor planten. Organismen die dode resten afbreken, noem je reducenten.
- In onze darmen leven miljarden bacteriën. Zij breken bepaalde voedingsstoffen in onze darmen af en helpen zo met de vertering van ons voedsel.

Slide 10 - Diapositive

Schadelijke bacteriën en schimmels
Ons voedsel bestaat vaak uit resten van organismen, zoals fruit, groenten en vlees. Hierop kunnen bacteriën en schimmels goed leven en kan het voedsel bederven. Bedorven voedsel kun je niet meer eten, anders word je ziek. 

Voedselbederf kan je tegengaan
door voedsel te conserveren. 

Slide 11 - Diapositive

Schadelijke bacteriën en schimmels
Sommige soorten bacteriën en schimmels zijn ziekteverwekkers bij planten, mensen en/of dieren. Als een ziekteverwekker je lichaam binnendringt en zich vermenigvuldigt, heb je een infectie.
• Bepaalde soorten bacteriën kunnen ziekten veroorzaken. Dit noem je een bacteriële infectie. Voorbeelden zijn longontsteking,
blaasontsteking en krentenbaard. Een bacteriële infectie
kun je bestrijden met antibiotica.


Slide 12 - Diapositive

Schadelijke bacteriën en schimmels
• Zwemmerseczeem is een voorbeeld van een schimmelinfectie. Bij deze infectie raakt de huid tussen de tenen ontstoken. Schimmelinfecties kun je behandelen met antimycotica. 


Slide 13 - Diapositive

Hygiëne
Met een goede hygiëne kun je veel infectieziekten voorkomen. 

Dit doe je bijvoorbeeld door je handen regelmatig te wassen en eten goed gaar te koken. 

Door zeep en hitte gaan veel micro-organismen dood.

Slide 14 - Diapositive

Zelfstandig werken
Maken BS 3 van thema 4

Slide 15 - Diapositive

Leerdoelen behaald?
- Je kunt kenmerken van bacteriën noemen
- Je kunt kenmerken van schimmels noemen
- Je kunt beschrijven hoe bacteriën en schimmels nuttig zijn
   voor de mens en de natuur (SE)
- Je kunt beschrijven hoe bacteriën en schimmels schadelijk
   kunnen zijn voor mensen (SE)

Slide 16 - Diapositive