Thema 12 - Hoofdstuk 13, les 4 Oppervlakte

• Rekenen
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 4

WELKOM!

Rekenen

Blok 1
Maandag 30 september 2024

- jas aan de kapstok

- kauwgom in de prullenbak

- telefoon in de bak

- capuchons/petten af

 

Ga lekker zitten!

- Wie is er wel en wie niet?

- Hoe gaat het met je?

- Verwachtingen

- Wat gaan we doen?

Verwachtingen 

Je hebt een pen of potlood bij je, zodat je kunt schrijven.

Tijdens de les:

- doe je stil mee met de instructie

- doe je actief mee

- hebben we respect voor elkaar

- mag je fouten maken en vragen stellen

Wat gaan we doen?

- Herhaling lengte + lengte opmeten en omtrek

- Instructie oppervlakte

- Aan de slag!

- Afsluiting

Terugblik - wat weet je nog?

- Maak het werkblad.

Voorkennis

Meet de oppervlakte van het blaadje dat je krijgt.

Doel van deze les

Ik weet aan het eind van deze les

- Wat oppervlakte is

Ik kan aan het eind van deze les

- De oppervlakte van ruimtes en figuren berekenen

Instructie - Oppervlakte

Oppervlakte = ergens op

Handig voor:

* Berekenen hoeveel verf je nodig hebt.

* Berekenen hoeveel laminaat, tegels of vloerbedekking je nodig hebt.

Instructie - Oppervlakte

Oppervlakte uitrekenen = lengte opmeten

                                                       breedte opmeten

Instructie - Oppervlakte

Oppervlakte bereken = lengte x breedte

Instructie - Oppervlakte

Oppervlakte berekenen = 

- lengte opmeten
- breedte opmeten
- lengte x breedte

Soms mis je de tekening, deze maak je er zelf bij of je berekent de oppervlakte zonder tekening.

Het schoolplein is 50 meter lang en 30 meter breed.

Wat is de oppervlakte van het schoolplein?

Instructie - Oppervlakte

Oppervlakte schrijf je op in 'vierkante' meters, centimeters, millimeters enz.

Oefenen- Oppervlakte

Zelfstandig werken

Maken

* opdr. 21 t/m opdr. 30

* Studiemeter

- Startrekenen online

- 1F (blauwe boek)

- Domein 3 Meten en meetkunde

- Oefeningen

- Lengte en oppervlakte     - Oppervlakte

Werkafspraken

- Ik werk zachtjes

- Ik ben bezig met mijn taken

- Ik werk netjes

- Ik zorg ervoor dat mijn werk af is

Afsluiting

- Hoe ging jouw dag vandaag?

- Wat moet volgende week anders en wat blijft hetzelfde?