Taalbeschouwing 11

Taalbeschouwing
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
Language Arts

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Taalbeschouwing

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Samenstellingen

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Samenstelling
Een woord dat bestaat uit twee of meer kleinere woorden, 
heet een samenstelling.

Bijvoorbeeld: 
Voetbalwedstrijd

Slide 3 - Diapositive

Voetbalwedstrijd bestaat uit voetbal en wedstrijd, maar voetbal bestaat weer uit voet en bal. Deze samenstelling bestaat dus uit 3 woorden!
Uit welke woorden bestaat de samenstelling:


rugzak

Slide 4 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Uit welke woorden bestaat de samenstelling:


tandpasta

Slide 5 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Uit welke woorden bestaat de samenstelling:


sneeuwpret

Slide 6 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Uit welke woorden bestaat de samenstelling:


secondewijzer

Slide 7 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Schrijf de samenstelling op:

+

Slide 8 - Question ouverte

Handtas klinkt soms als */hantas/: de d van hand valt weg in de uitspraak. Toch schrijf je handtas omdat het woord een samenstelling is van hand en tas
Schrijf de samenstelling op:

+

Slide 9 - Question ouverte

In kerkklok hoor je de laatste k van kerk of de eerste k van klok niet. Toch schrijf je kerkklok omdat het woord een samenstelling is van kerk en klok.
Schrijf de samenstelling op:


Slide 10 - Question ouverte

Tandpasta klinkt soms als */tampasta/: hierbij mist niet alleen een letter in de uitspraak, maar veranderen ze zelfs naar een andere letter. Toch schrijf je tandpasta, omdat het woord een samenstelling is van tand en pasta
Maak nieuwe woorden
met het woord 'zak'

Slide 11 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions



Stilstaan bij hoe het gaat

Slide 12 - Diapositive

Welke vragen heb je nog? Die kun je in het volgende scherm noteren.
Maak woorden met volgende letters
Je mag iedere letter maar 1 keer gebruiken.

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

N B L K
A EE O S
T M i R

Slide 14 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Maak woorden met volgende letters
Je moet minstens 4 letters gebruikt hebben en je mag elke letter maar 1 keer gebruiken.

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

N B L K
A EE O S
T M i R

Slide 16 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Maak nu oefening 1, 2 en 3 in je werkboek op p. 12

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Naamwoorden zijn
namen van...

Slide 18 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Je kunt er meestal 'de' of 'het' voor plaatsen!

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat voor een tekst is het? 

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat voor soort tekst is dit?
A
een tv-gids
B
een stripverhaal
C
een brief
D
een verhaaltje

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Beste directeur,
Graag deel ik u mee dat mijn kind morgen niet op school aanwezig zal zijn.
Vriendelijke groeten,
Willem Van Ginder
A
een verhaal
B
een raadselboek
C
een kookboek
D
een brief

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is wit en staat in de hoek?
Een stoute koelkast.
A
een kookboek
B
een stripverhaal
C
een raadselboek
D
een verhaaltje

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


A
een televisieprogramma
B
een boek
C
een tv-gids
D
een kookboek

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions