Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
Nabespreking
- Circulatie en hartkleppen
BIJ: pathologie
MBO 4, verpleegkunde
Slide 1 - Diapositive
1
2
3
4
Bloed komt vanuit je lichaam in je hart. in welke volgorde gaat het door je hart heen?
Linker ventrikel
rechter ventrikel
rechter boezem
linker boezem
Slide 2 - Question de remorquage
Pijn op de borst (angina pectoris) kan ontstaan door een vernauwing van de kransslagaders.
A
waar
B
niet waar
Slide 3 - Quiz
Pijn op de borst (angina pectoris) die optreedt alleen bij inspanning, emoties e.d, noemen we:
A
stabiele angina pectoris
B
instabiele angina pectoris
C
hartinfarct
D
acuut coronair syndroom
Slide 4 - Quiz
Bij Angina Pectoris heb je pijn op de borst of hartkramp. Wanneer treedt de pijn op?
A
Als de hartspier te veel zuurstof krijgt
B
Als de hartspier te weinig voedingsstoffen krijgt
C
Als de hartspier niet meer werk
D
Als de hartspier te weinig zuurstof krijgt
Slide 5 - Quiz
waar of niet waar? atherosclerose ontstaat alleen in de wand van slagaderen
A
waar
B
niet waar
Slide 6 - Quiz
Een client met hartproblemen heeft last van dikke benen, bewegingsproblemen en moet van de arts een vochtbeperking aanhouden. Welke vorm van hartziekte is hier waarschijnlijk aan de hand?
A
linker hartfalen (systolisch)
B
rechter hartfalen (diastolisch)
C
stabiele angina pectoris
D
endocarditis
Slide 7 - Quiz
Noem 5 NIET erfelijke risicofactoren voor het krijgen van atherosclerose
Slide 8 - Question ouverte
welke ziekte ontstaat door een obstructie van een ader in het been?
A
claudicatio intermittens
B
diep veneuze trombose (DVT)
C
varices
D
arteriele vaatafsluiting
Slide 9 - Quiz
Bij welke van de onderstaande ziektes mag je in principe NOOIT de been zwachtelen
A
arteriele vaatproblemen (claudicatio)
B
veneuze vaatproblemen (DVT)
Slide 10 - Quiz
Noem 4 risicofactoren voor het ontstaan van diepe veneuze trombose
Slide 11 - Question ouverte
bij deze ziekte is er sprake van afwijkende vorm van de rode bloedcellen, waardoor ze vastlopen in de kleine vaten en daar ischemie kunnen geven.
A
Anemie
B
Hemofilie
C
sikkelcelanemie
D
haematoom
Slide 12 - Quiz
Shock
Hypotensie
boezemfibrilleren
tachycardie
Te lagere bloeddruk dan gewenst is.
Een snellere hartslag dan gewenst is.
wegvallen van de bloeddruk, waardoor organen onvoldoende zuurstof en voedingsstoffen krijgen.
snel en ongecontroleerd bewegen van de hartboezems