Tussen Oorlogen 1919-1939 De opkomst van extreme Ideologiën deel 1: Fascisme

Internationaal:
Het Interbellum 

Tussen de oorlogen
1918-1939





De opkomst van Fascisme en Communisme 



1 / 40
suivant
Slide 1: Diapositive
InternationaalMBOStudiejaar 1-3

Cette leçon contient 40 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Internationaal:
Het Interbellum 

Tussen de oorlogen
1918-1939





De opkomst van Fascisme en Communisme 



Slide 1 - Diapositive

Programma
Opdracht foto's Eerste Wereld Oorlog
De opkomst van extreme Ideologieën; deel 1 fascisme

Portfolio opdracht: Propaganda opdracht

Lesdoel: aan het einde van de les kan je met minimaal 2 voorbeelden Fascisme

Slide 2 - Diapositive

Lesdoel:
Aan het einde van de les kan je met gebruik van 3 kenmerken het fascisme en het communisme uitleggen

Slide 3 - Diapositive

Opdracht foto's Eerste Wereld Oorlog

Slide 4 - Diapositive

Einde Eerste Wereld Oorlog 1919
Afspraken Verdrag van Versailles:
Duitsland moet (enorme) herstelbetalingen doen.
Uiteindelijk is 350 miljard dollar in 2004 terugbetaald.

Duitsland mag geen (groot) leger hebben. 
Duitsland moet land afstaan (Polen).

Duitsland kreeg de schuld van de Eerste Wereld Oorlog

Slide 5 - Diapositive

Ben jij het er mee eens dat Duitsland de schuld kreeg van de Eerste Wereld Oorlog? Geef ook aan waarom.

Slide 6 - Question ouverte


Beurskrach
'Black tuesday' 1929



  • 1929 ontstond er een beurscrash: Economische Wereld crisis
  • De aandelenmarkt stortte in, veel aandelen waren meer waard dan het bedrijf zelf. Hierdoor ontstond veel werkloosheid
  • In de VS en in Europese landen ontstond grote ARMOEDE

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

Wat is het verband met
'Black thursday' en inflatie?

Slide 9 - Question ouverte

De opkomst van extreme Ideologieën

Ideologie: een schets van de ideale samenleving.
Hoe ga je de problemen in een land oplossen?
Een geheel van waarden waar een politieke stroming zijn keuzes op baseert.

De 3 grote Ideologieën in Nederland in 2024:
Liberalisme
Socialisme
Christen democraten 

Slide 10 - Diapositive

Opkomende extreme Ideologieën:
Fascisme/ nationaal socialisme




Communisme

Slide 11 - Diapositive


Fascisme

  • Fascisme is een politieke stroming, 
  • Wordt ook wel extreem-rechts genoemd

  • De naam komt van het voorwerp dat je hier ziet: een fasces
  • Dit voorwerp, een bijl met takken, werd al gebruikt in de Romeinse tijd

Slide 12 - Diapositive

De fasces (bijl) werd al gebruikt in de tijd van de Romeinen. Wat symboliseert volgens jou de fasces/bijl?

Slide 13 - Question ouverte

Fascisme in Europa

  • 'Oplossing' voor de crisis / extreme armoede

  • Antwoord op slecht beleid van de democratische regeringen'

  • Anti democratisch

  • Niet alleen in Italië of Duitsland (NSDAP), ook in Engeland (BUF) en Nederland (NSB)

Slide 14 - Diapositive

Kenmerken van fascisme
  • Fascisme is overal tegen: vooral dingen die vreemd zijn en andere culturen: Xenofobie

  • Er is één leider . Hij bepaalt wat goed is. (Leidersbeginsel/Führerbeginsel)
  • De macht van de overheid is absoluut
  • Het fascisme vereert militarisme, machtsvertoon en het gebruik van geweld. (Het recht van de sterkste)


Slide 15 - Diapositive

 Nationaal-Socialisme
  • Met Nationaal-Socialisme wordt het Duits fascisme in de periode 1933-1945 bedoeld

  • Ook wel: nazisme genoemd

  • De aanhangers worden ook wel nazi's genoemd

Slide 16 - Diapositive

Kenmerken van Nationaal-Socialisme

Adolf Hitler manifest/boek Mein Kampf: 

  • Het Duitse ras moet raszuiver worden gehouden.

  • Rassenleer en antisemitisme stapje voor stapje komen er strengere rassenwetten 

  • Het Duitse volk heeft Lebensraum (=levensruimte) nodig.

  • Heim ins Reich: 1000 jarig reik.

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Vidéo

Wat is het verband van het Verdrag van Verseilles en de populariteit van Adolf Hitler in Duitsland?

Slide 19 - Question ouverte

Portfolio opdracht 3: Propaganda opdracht
Voor de nazi's en fascisten (en ook communisten)  was propaganda heel belangrijk.
Het was een middel om de mensen te overtuigen. Propaganda was een soort reclame maken. De staat was er niet op uit om alleen de waarheid te vertellen.
Er werden ook nogal eens leugens verteld om zelf in een goed daglicht te komen.

1. Zoek op het internet minimaal 3 afbeeldingen op van propaganda uit het Italiaans fascisme en het Duits Nationaal-Socialisme (totaal dus 6 afbeeldingen)
2. Waarom heb je de afbeelding gekozen?
3. Wat is het doel van de boodschapper denk je?
4. Maak de opdracht met Powerpoint en lever het in op Teams


Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Lesdoel
Aan het einde van de les kan je met gebruik van 2 kenmerken het fascisme uitleggen

Slide 22 - Diapositive

Kenmerken van fascisme (3)

  • Niet denken maar doen. Gevoel is belangrijker dan denken.

  • Geweld is goed: geen woorden maar daden

  • De sommige mensen zijn  ondergeschikt: Bijvoobeeld vrouwen; haar taak is het krijgen van kinderen.

Slide 23 - Diapositive

Stel 1 vraag over iets dat je deze les nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 24 - Question ouverte

Slide 25 - Diapositive

Kenmerken van fascisme (2)

  • Fascisme is nationalistisch: de eigen staat boven alles

  • Fascisme gaat uit van ongelijkheid tussen mensen: de hoogontwikkelden moeten de laagontwikkelden leiden. (Het recht van de sterkste: Sociaal-Darwinisme)


Slide 26 - Diapositive

Communisme en de Sovjet-Unie

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Vidéo

Wat is het doel van communisme? 
  • Einde aan de klassenmaatschappij (indeling van de maatschappij naar economische positie)

  • Mensen hebben evenveel bezit.

  • Tegen kapitalisme (ergens geld in stoppen met als doel meer geld te verdienen: winst maken). 


Slide 29 - Diapositive

Wat is communisme
(links Karl Marx) 
  • Communisme (politieke stroming)
Extreem links genoemd

  • Einde klassenmaatschappij; Arbeiders aan de macht

  • Tegen kapitalisme (ergens geld in stoppen met als doel meer geld te verdienen: winst maken). 

  • Alle mensen hebben evenveel bezit
Gelijkheid

  • Omdat 'rijken' en fabrikanten dit niet zomaar zullen laten gebeuren zal er een revolutie van arbeiders komen, mét geweld. Wereldrevolutie.

Slide 30 - Diapositive

Noem één voordeel en één nadeel van het communisme

Slide 31 - Question ouverte

De Sovjeteconomie
1917 russische revolutie; 
Tsjaar (koning) vermoord.  

Stalin wordt de dictator

De overheid stelt een 5 jaren planeconomie op
Doel: sterke industriële mogendheid maken

Al het bezit gaat naar de overheid

Sovjet Unie is een dictatuur



Er werd jacht gemaakt op deze koelakken


Slide 32 - Diapositive

Dictatuur in de Sovjet-Unie
Sovjet-Unie wordt een totalitaire dictatuur met terreur

Partijleden werden opgepakt en vermoord/gedeporteerd

Gulag: gevangennisen waarin tegenstanders in worden gedeporteerd. 

Staatspropaganda en verheerlijking van Stalin

Geloof in het welzijn door 'vadertje Stalin'

Stalinisme: communisme met extreme onderdrukking en persoonsverheerlijking

Slide 33 - Diapositive

Slide 34 - Diapositive

Slide 35 - Diapositive

Wat kunnen de gevolgen zijn van de Enorme herstelbetalingen voor Duitsland?

Slide 36 - Question ouverte

1919: oprichting Volkerenbond
Samenwerking van landen over heel de wereld.
Doel: nooit meer oorlog 

Verenigde Staten geen lid






Slide 37 - Diapositive

Noem een andere internationale organisatie waarbij landen over heel de wereld met elkaar samenwerken?

Slide 38 - Question ouverte

Slide 39 - Vidéo

Communisten
  • Een dictatuur: Samenleving geschikt maken voor het socialisme. 
  • Totaal geen vrijheid meer. Zij weten wat goed is voor iedereen.

Slide 40 - Diapositive