Tussen Oorlogen 1919-1939 De opkomst van Fascisme en Communisme

Internationaal:
Het Interbellum 
Tussen de oorlogen
1918-1939



De opkomst van Fascisme en Communisme 



1 / 38
suivant
Slide 1: Diapositive
InternationaalMBOStudiejaar 1-3

Cette leçon contient 38 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Internationaal:
Het Interbellum 
Tussen de oorlogen
1918-1939



De opkomst van Fascisme en Communisme 



Slide 1 - Diapositive

Programma
Opdracht foto's Eerste Wereld Oorlog
Verdrag van Versailles
Donkere donderdag 1929
De opkomst van Ideologieën; fascisme en communisme

Propaganda opdracht

Slide 2 - Diapositive

Lesdoel:
Aan het einde van de les kan je met gebruik van 3 kenmerken het fascisme en het communisme uitleggen

Slide 3 - Diapositive

Opdracht foto's Eerste Wereld Oorlog: 
1. Zoek (met behulp van internet) minimaal 2 foto's die gemaakt zijn tijdens de Eerste Wereld Oorlog.  

2. Waar en wanneer is de foto genomen? 

3. Kan je van de gekozen foto's iets zeggen over cultuur? Zie je bijvoorbeeld bepaalde symbolen van de militairen, kan je zien voor welk land de militairen vechten? 

3. Waarom heb je deze foto gekozen? 

4. Klaar? vergelijk de foto's met die van je mede student en overleg je antwoorden.

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Einde Eerste Wereld Oorlog 1919
Verdrag van Versailles. 

Duitsland moet (enorme) herstelbetalingen doen. 
Duitsland mag geen (groot) leger hebben. 
Duitsland moet land afstaan (Polen).

Duitsland kreeg de schuld van de Eerste Wereld Oorlog

Slide 6 - Diapositive

Ben jij het er mee eens dat Duitsland de schuld kreeg van de Eerste Wereld Oorlog? Geef ook aan waarom.

Slide 7 - Question ouverte


Beurskrach
'Black tuesday' 1929



  • 1929 ontstond er een beurscrash: Economische Wereld crisis
  • De aandelenmarkt stortte in, veel aandelen waren meer waard dan het bedrijf zelf. Hierdoor ontstond veel werkloosheid
  • In de VS en in Europese landen ontstond grote ARMOEDE

Slide 8 - Diapositive

Wat kan er gebeuren in een land als de bevolking van rijkdom naar armoede gaat?

Slide 9 - Question ouverte

De opkomst van Ideologieën
Ideologie: een schets van de ideale samenleving.
Een geheel van waarden waar een politieke stroming zijn keuzes op baseert.

Opkomende Ideologieën: 
Fascisme 
Communisme

Slide 10 - Diapositive


Fascisme

  • Fascisme is een politieke stroming, 
  • Wordt ook wel extreem-rechts genoemd

  • De naam komt van het voorwerp dat je hier ziet: een fasces
  • Dit voorwerp, een bijl met takken, werd al gebruikt in de Romeinse tijd

Slide 11 - Diapositive

De fasces (bijl) werd al gebruikt in de tijd van de Romeinen. Wat symboliseert volgens jou de fasces?

Slide 12 - Question ouverte

Fascisme in Europa
  • 'Oplossing voor de crisis'

  • Populair in de jaren ’20 en ’30 van de 20e eeuw

  • Antwoord op slecht beleid van de democratische regeringen'


  • Anti democratisch een totalitaire staat

  • Niet alleen in Italië of Duitsland (NSDAP), ook in Engeland (BUF) en Nederland (NSB)

Slide 13 - Diapositive

Kenmerken van fascisme (1)
  • Fascisme is overal tegen: vooral dingen die vreemd zijn en andere culturen

  • Fascisme is anti-democratisch: het volk hoeft niet mee te praten


  • Er is één leider. Hij bepaalt wat goed is. (Leidersbeginsel/Führerbeginsel)

Slide 14 - Diapositive

Kenmerken van fascisme (2)

  • Fascisme is nationalistisch: de eigen staat boven alles

  • Fascisme gaat uit van ongelijkheid tussen mensen: de hoogontwikkelden moeten de laagontwikkelden leiden. (Het recht van de sterkste: Sociaal-Darwinisme)


Slide 15 - Diapositive

Kenmerken van fascisme (3)

  • Niet denken maar doen. Gevoel is belangrijker dan denken.

  • Geweld is goed: geen woorden maar daden

  • De vrouw is ondergeschikt: haar taak is het krijgen van kinderen.

Slide 16 - Diapositive

 Nationaal-Socialisme
  • Met Nationaal-Socialisme wordt het Duits fascisme in de periode 1933-1945 bedoeld

  • Ook wel: nazisme genoemd

  • De aanhangers worden ook wel nazi's genoemd

  • De Nederlandse NSB was ook nationaal-socialistisch

Slide 17 - Diapositive

Kenmerken van nationaal-socialisme

  • Adolf Hitler Mein Kampf:  
  • Het Duitse ras moet raszuiver worden gehouden.

  • Rassenleer en antisemitisme stapje voor stapje komen er strengere rassenwetten 

  • Het Duitse volk heeft Lebensraum (=levensruimte) nodig.

  • Heim ins Reich: 1000 jarig reik

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Vidéo

Wat betekend een dictatuur voor de burgers in het land?

Slide 20 - Question ouverte

Communisme en de Sovjet-Unie

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Vidéo

Wat is het doel van communisme? 
  • Einde aan de klassenmaatschappij (indeling van de maatschappij naar economische positie)

  • Mensen hebben evenveel bezit.

  • Tegen kapitalisme (ergens geld in stoppen met als doel meer geld te verdienen: winst maken). 


Slide 23 - Diapositive

Wat is communisme
(links Karl Marx) 
  • Communisme (politieke stroming)
Extreem links genoemd

  • Einde klassenmaatschappij; Arbeiders aan de macht

  • Tegen kapitalisme (ergens geld in stoppen met als doel meer geld te verdienen: winst maken). 

  • Alle mensen hebben evenveel bezit
Gelijkheid

  • Omdat 'rijken' en fabrikanten dit niet zomaar zullen laten gebeuren zal er een revolutie van arbeiders komen, mét geweld. Wereldrevolutie.

Slide 24 - Diapositive

Noem één voordeel en één nadeel van het communisme

Slide 25 - Question ouverte

De Sovjeteconomie
1917 russische revolutie; 
Tsjaar (koning) vermoord.  

Stalin wordt de dictator

De overheid stelt een 5 jaren planeconomie op
Doel: sterke industriële mogendheid maken

Al het bezit gaat naar de overheid

Sovjet Unie is een dictatuur



Er werd jacht gemaakt op deze koelakken


Slide 26 - Diapositive

Dictatuur in de Sovjet-Unie
Sovjet-Unie wordt een totalitaire dictatuur met terreur

Partijleden werden opgepakt en vermoord/gedeporteerd

Gulag: gevangennisen waarin tegenstanders in worden gedeporteerd. 

Staatspropaganda en verheerlijking van Stalin

Geloof in het welzijn door 'vadertje Stalin'

Stalinisme: communisme met extreme onderdrukking en persoonsverheerlijking

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Diapositive

Propaganda opdracht
Voor de nazi's fascisten en communisten  was propaganda heel belangrijk.
Het was een middel om de mensen te overtuigen. Propaganda was een soort reclame maken. De staat was er niet op uit om alleen de waarheid te vertellen.
Er werden ook nogal eens leugens verteld om zelf in een goed daglicht te komen.

1. Zoek op het internet afbeeldingen op van propaganda uit het Italiaans fascisme, het nationaal socialisme en uit het communisme. (3 afbeeldingen)

2. Wat is het doel van de boodschapper denk je? 


Slide 29 - Diapositive

Lesdoel
Aan het einde van de les kan je met gebruik van 2 kenmerken het fascisme en het communisme uitleggen

Slide 30 - Diapositive

Stel 1 vraag over iets dat je deze les nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 31 - Question ouverte

Slide 32 - Diapositive

Slide 33 - Diapositive

Wat kunnen de gevolgen zijn van de Enorme herstelbetalingen voor Duitsland?

Slide 34 - Question ouverte

1919: oprichting Volkerenbond
Samenwerking van landen over heel de wereld.
Doel: nooit meer oorlog 

Verenigde Staten geen lid






Slide 35 - Diapositive

Noem een andere internationale organisatie waarbij landen over heel de wereld met elkaar samenwerken?

Slide 36 - Question ouverte

Slide 37 - Vidéo

Communisten
  • Een dictatuur: Samenleving geschikt maken voor het socialisme. 
  • Totaal geen vrijheid meer. Zij weten wat goed is voor iedereen.

Slide 38 - Diapositive