Les 2; Flauwte ect, Verstikking

EHV          les 2
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
Zorg en WelzijnMBOStudiejaar 1-4

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

EHV          les 2

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat leer je in deze les?

  • Wat de Fast test is.
  • Hoe je hyperventilatie, flauwte, shock, bewusteloosheid kan herkennen en hoe je het slachtoffer kan helpen. 
  • Wat verstikking is en hoe je bij verstikking moet handelen. (Heimlich)

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

5 basisregels van EHV
1- Let op gevaar
2- Ga na wat er gebeurd is en wat iemand mankeert. 
3- Stel het slachtoffer gerust en  zorg voor beschutting.
4- Bel 112, zorg voor professionele hulp.
5- Help het slachtoffer op de plaats waar hij ligt of zit. 

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat denk jij dat de Fast- test is?

Slide 4 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Fast- test


De FAST test is een methode om te controleren of iemand een beroerte heeft.

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 6 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

FAST

F ->  Face
Vraag de tanden te laten zien of te lachen. Kijk of een mondhoek hangt of scheef staat.

A -> Arms
Vraag beide armen naar voren te strekken en de binnenzijde van de hand naar boven te draaien. Let op of een arm zwalkt of wegzakt.

 

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

S -> Speech 
Vraag aan slachtoffer of bekenden of er verandering is in de spraak (onduidelijker of niet op woorden kunnen komen)

T -> Time 
Probeer erachter te komen hoe lang de klachten al duren. Dit is belangrijk voor de behandeling door een arts.

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voer de FAST test uit als je een beroerte vermoed. Niet alle testen hoeven positief te zijn. Zodra er iets mis is bij de F, A of S moet je 112 bellen. 
De T is dan erg belangrijk. 

De FAST test wordt ook wel eens vertaald naar GAST (Gezicht, Armen, Spraak, Tijd) of PLAT (Praten, Lachen, Armen omhoog, Tong).

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is hyperventilatie, flauwte, schock en bewusteloosheid? 

Slide 10 - Diapositive

Opdracht doen. 
Of via deze tool of in de klas. 
Opdracht 1
Zoek de kenmerken bij de situaties.

Maak de sleepvraag op de volgende dia. 

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hyperventilatie
Flauwte
Shock
Bewusteloosheid
- Het slachtoffer is onrustig en angstig.
- Heeft een bleke, koude, klamme/ zweterige huid.
- Heeft dorst en geen kracht.
- Krijgt verminderd bewustzijn of raakt bewusteloos.
- Vaak angst of onrust.
- Benauwd of draaierig gevoel en hartkloppingen.
- Soms stekende pijn op de borst.
- Soms tintelingen in de vingers en om de mond.
- Verkramping van vingers en tenen bij een langere aanval.

- Het slachtoffer reageert niet op aanspreken en schudden aan de schouders.
- Zwakte en misselijkheid.
- Bleekheid.
- Zweten en een koude huid.
- Vlekken voor de ogen zien.
- Soms vallen en bewustzijn verliezen.

Slide 12 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdracht 2
Bekijk per situatie wat je het beste kan doen om het slachtoffer te helpen. 

Maak de sleepvraag op de volgende dia.

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hyperventilatie
Flauwte
Shock
Bewusteloosheid
- Laat het slachtoffer op de grond liggen.
- Raakt iemand weg? Bel 1-1-2 als het slachtoffer bewusteloos blijft of niet binnen 2 minuten opknapt.
- Raakt iemand niet weg? Laat iemand dan 10 minuten op de grond liggen en zorg voor frisse lucht.

- Controleer de ademhaling.
- Laat een AED halen als deze beschikbaar is.
- Volg de stappen van het benaderingsprotocol.

- Bel 1-1-2 of laat bellen bij een aanval op straat, pijn in de borst of bij hevige kortademigheid.
- Als het slachtoffer het bij zichzelf herkent dan mag eerst 10 minuten afgewacht worden.
- Laat het slachtoffer zitten en zorg ervoor dat hij zich niet inspant. 

- Stop een mogelijke actieve bloeding door druk uit te oefenen op de wond.
- Voorkom afkoeling. Gebruik bv een reddings- deken.
- Laat het slachtoffer niet drinken, eten of roken.
- Controleer regelmatig bewustzijn en ademhaling.

Slide 14 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Verslikking en verstikking

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Verslikken
Verstikken

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe te handelen bij verstikking
  • Eerst kijken of er niet iets in de mond zit
  • 5 keer rug ‘slag’
  • 5 keer Heimlich
  • Tussentijds kijken of slachtoffer kan ademen en/of stukje al weggehaald kan worden. Indien dit zo is dan stoppen met rug’slag’ en Heimlich
  • Reanimeren


  • Voorwerp in neus – eerst laten snuiten

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Demonstratie en oefenen

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Oefenen
* Oefen de Heimlich
*Herhaal de Rautek
*Herhaal de stabiele zijliggging. 

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions