English 02/06/21 2G1

English 02-06-21
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 2

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

English 02-06-21

Slide 1 - Diapositive

Today
  • Opdrachten tot nu toe
  • Grammar - Bijwoorden en bijvoegelijk naamwoorden
  • Work work work

Slide 2 - Diapositive

De afgelopen weken
 Deze opdrachten hebben we aan gewerkt:
5.2 Listening opdracht 8 en de test jezelf van 5.2
5.3 Speaking 2,3,6 en 7
5.4 reading 2,3,4 en 8

Controleer nu zelf of je deze allemaal af hebt. zo niet: maak ze alsnog :)
timer
1:00

Slide 3 - Diapositive

Goal
Aan het einde van de les weten we het verschil tussen een bijvoeglijk naamwoord (adjective) en een bijwoord (adverb)
en weten we hoe we die in het Engels maken en gebruiken.

Dat betekent dat je na vandaag dingen kan zeggen als:
I am a safe driver.
I drive safely.

Slide 4 - Diapositive

Bijvoeglijk naamwoorden en bijwoorden

Slide 5 - Diapositive

Summary
  • Zegt het woord iets over een mens, een dier of een ding? Dan gebruik je een bijvoeglijk naamwoord.
  • She is a nice girl. This girl is nice
  • Zegt het woord iets over een werkwoord dan gebruik je een bijwoord (en komt er -ly achter)
  • She acted nicely, It works nicely
  • Zegt het woord iets ober een bijvoegelijk naamwoord dan gebruik je een bijwoord (en komt er -ly achter)
  • She is an extremely nice girl. 
  • En er zijn uitzonderingen. (argh#@!) woorden als fast, very en well hebben hun eigen vorm als bijwoord
  • She runs fast (en niet she runs fastly)

Slide 6 - Diapositive

She is a  ___________ runner
strong
strongly

Slide 7 - Question de remorquage

He is eating very ___________ . That can't be good for you.
quick
quickly

Slide 8 - Question de remorquage

She always rides ___________ on her motorcycle
safe
safely

Slide 9 - Question de remorquage

The weather was _____________  ___________ in Spain this summer
extreme
extremely
nice
nicely

Slide 10 - Question de remorquage

Adjectives and adverbs are:

Slide 11 - Sondage

Work work work
5.4 reading
Please do exercises 5, 6 and 7



Slide 12 - Diapositive