Interactief: bijvoeglijk naamwoorden

1 / 29
suivant
Slide 1: Vidéo interactive avec 11 diapositives
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

11

Slide 1 - Vidéo

Leer uit je hoofd!!
bon - beau - joli

haut - long - petit

jeune - vieux - grand


Vrouwelijke vorm wijkt af van de basisregel!!!
Staan VOOR het zelfstandig naamwoord!!!

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Na deze unité kun je / ken je / weet je:
- Wat "le festival de Cannes" is

- Nieuwe Franse woorden over films, televisie, bioscoop en beschrijven.

- Iemand beschrijven in het Frans door middel van bijvoeglijk naamwoorden.

- de seizoenen en de maanden in het Frans.

- Je mening geven in het Frans.



Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

  • Faire l'exercice 15 ensemble
                                       grammaire (adjectifs)

  • Regarder une vidéo sur les adjectifs + questions

                                       
  • Faire les exercices 16 B,C,D + corriger ensemble
                                      

Na deze les kan ik / ken ik / weet ik:
- Een aantal bijvoeglijk naamwoorden in het Frans.
- Hoe ik een bijvoeglijk maamwoord in een zin           moet gebruiken.

Slide 6 - Diapositive

11

Slide 7 - Vidéo

01:44
Wat is in deze zin het juiste vorm van "blond":
La fille ..............
A
blond
B
blonde
C
blonds
D
blondes

Slide 8 - Quiz

01:46
Wat is in deze zin het juiste vorm van "Nederlands":
Le garçon ..............
A
hollandaise
B
hollandais
C
hollandai
D
hollandaises

Slide 9 - Quiz

01:47
Wat is in deze zin het juiste vorm van "gemeen":
les chiens ..............
A
méchant
B
méchante
C
méchants
D
méchants

Slide 10 - Quiz

01:49
Wat is in deze zin het juiste vorm van "blauw":
Les chaussettes ..............
A
bleue
B
bleu
C
bleues
D
bleus

Slide 11 - Quiz

02:38
Vertaal in het Frans (je mag de stencil gebruiken en de woordenlijst uit je boek!!):
De Nederlandse meisjes

Slide 12 - Question ouverte

02:39
Vertaal in het Frans (je mag de stencil gebruiken en de woordenlijst uit je boek!!):
De grijze baard:

Slide 13 - Question ouverte

02:40
Vertaal in het Frans (je mag de stencil gebruiken en de woordenlijst uit je boek!!):
De gele banaan

Slide 14 - Question ouverte

02:40
Vertaal in het Frans (je mag de stencil gebruiken en de woordenlijst uit je boek!!):
De sportieve vrouwen

Slide 15 - Question ouverte

03:06
Kies het juiste antwoord:
De kleine jongens
A
Les garçons petits
B
Les petite garçons
C
Les petits garçons
D
Les garçons petit

Slide 16 - Quiz

03:06
Kies het juiste antwoord:
Het mooie meisje
A
La joli fille
B
La jolie fille
C
La fille jolie
D
La fille joli

Slide 17 - Quiz

02:39
Vertaal in het Frans (je mag de stencil gebruiken en de woordenlijst uit je boek!!):
De zwarte mobiel

Slide 18 - Question ouverte

01:44
Wat is in deze zin het juiste vorm van "blond":
La fille ..............
A
blond
B
blonde
C
blonds
D
blondes

Slide 19 - Quiz

01:46
Wat is in deze zin het juiste vorm van "Nederlands":
Le garçon ..............
A
hollandaise
B
hollandais
C
hollandai
D
hollandaises

Slide 20 - Quiz

01:47
Wat is in deze zin het juiste vorm van "gemeen":
les chiens ..............
A
méchant
B
méchante
C
méchants
D
méchants

Slide 21 - Quiz

01:49
Wat is in deze zin het juiste vorm van "blauw":
Les chaussettes ..............
A
bleue
B
bleu
C
bleues
D
bleus

Slide 22 - Quiz

02:38
Vertaal in het Frans (je mag de stencil gebruiken en de woordenlijst uit je boek!!):
De Nederlandse meisjes

Slide 23 - Question ouverte

02:39
Vertaal in het Frans (je mag de stencil gebruiken en de woordenlijst uit je boek!!):
De grijze baard:

Slide 24 - Question ouverte

02:40
Vertaal in het Frans (je mag de stencil gebruiken en de woordenlijst uit je boek!!):
De gele banaan

Slide 25 - Question ouverte

02:40
Vertaal in het Frans (je mag de stencil gebruiken en de woordenlijst uit je boek!!):
De sportieve vrouwen

Slide 26 - Question ouverte

03:06
Kies het juiste antwoord:
De kleine jongens
A
Les garçons petits
B
Les petite garçons
C
Les petits garçons
D
Les garçons petit

Slide 27 - Quiz

03:06
Kies het juiste antwoord:
Het mooie meisje
A
La joli fille
B
La jolie fille
C
La fille jolie
D
La fille joli

Slide 28 - Quiz

02:39
Vertaal in het Frans (je mag de stencil gebruiken en de woordenlijst uit je boek!!):
De zwarte mobiel

Slide 29 - Question ouverte