Littérature du 16ème siècle

Le 16ème siècle - LA RENAISSANCE
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Le 16ème siècle - LA RENAISSANCE

Slide 1 - Diapositive

Le 16ème siècle - Renaissance plm 1450 - 1598

      Début: 
      1. l'Invention de l'imprimerie (uitvinding van de boekdruk-                 kunst) 1450 
          Kennis kan nu snel verspreid worden
     2. La chute de Constantinople (de val van Constantinopel)                 1453           
         Christelijke kunstenaars en wetenschappers vluchten naar                      Italie => beïnvloeden Franse kunstenaars en wetenschappers
        Fin: 
        Edit de Nantes 1598 - vrijheid van godsdienst

Slide 2 - Diapositive


Lees in stilte: 

 - Renaissance p. 19, Les faits, La littérature.

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

1e gedrukte bijbel plm 1455 (≠ overgeschreven, 
≠ manuscript

Slide 5 - Diapositive

Frans de 1e - François 1er, de renaissancekoning

Slide 6 - Diapositive

Château du Clos Lucé van Francois 1er. 
Laatste woonplaats van Leonardo da Vinci

Slide 7 - Diapositive

Renaissance => 
stroming in de hele Franse (en Europese) cultuur

Humanisme =>
filosofie van de renaissance

GOD & het paradijs zijn niet meer allesbepalend maar:
MENS & de aarde (nu) 

Terug naar de bronteksten: originele bijbelteksten in het grieks, originele Griekse en Latijnse klassieke teksten.

Slide 8 - Diapositive

Auteurs van de 16e eeuw in historische volgorde en hun belangrijkste werk. Uit de werken met een * lezen we een fragment/een gedicht.

François Rabelais (1494-1552) - Pantagruel (1532), 
Gargantua (1534),  romans
Pierre de Ronsard (1524-1585) - Les Amours (1552), gedichten (Sonnets pour Hélène)*
Louise Labé (1524-1566) - Sonnets (1555), gedichten
Joachim du Bellay (1522-1560) - Les Regrets (1558), gedichten
Michel de Montaigne (1533-1592) - Les Essays (1580-1588) 

Slide 9 - Diapositive

La littérature : François Rabelais
  • Humanisme: is een levensbeschouwing die de mens centraal stelt. ('Humanus' betekent in het Latijn 'menselijk')
  • De grote eerst Humanist
  • Rabelais was arts en gaf les in de medicijnen in Montpellier en Lyon
  • Schreef Pantagruel en Gargantua: verhalen over een familie van reuzen met enorm eetlust en hang naar kennis.

Slide 10 - Diapositive

Francois Rabelais (1494? - 1553)
Arts, schrijver en vooral: Humanist.

Leert vloeiend Grieks en Latijn, reist door Frankrijk, studeert in Poitiers en Montpellier, bezoekt Rome, studeert rechten, en medicijnen (wiskunde en astronomie en biologie horen daar ook bij). Nog niet eens afgestudeerd, gaat hij medicijnen doceren in Montpellier (Zuid-Frankrijk). Hij kan namelijk de teksten van Hyppocrates 460-370 voor Christus en van Galenius 129-199 na Christus, beiden beroemde Griekse artsen (denk ook aan Arabische geneeskunst, die natuurlijk ook in die oude Griekse teksten staat!), vertalen (ook publiceren). Is helemaal nieuw in F. 


Slide 11 - Diapositive



Bij Rabelais is alles groot - enorm - reusachtig:  

Voed het lichaam en de geest! Het lichaam met veel drank, eten (en de rest...); de geest met heel veel kennis.

De homo universalis





Slide 12 - Diapositive

Le géant bébé Gargantua - auteur: François Rabelais

Slide 13 - Diapositive

La littérature: Michel de Montaigne
  • Michel Eyquem de Montaigne was een Franse filosoof, schrijver en politicus.
  • In zijn belangrijkste werk, Essais (letterlijk: probeersels of proeven), bestudeert hij de mensheid en met name zichzelf. Hij was daarmee de eerste die bij de bespreking van allerlei morele en filosofische-maatschappelijke vraagstukken een psychologie van zichzelf schreef

Slide 14 - Diapositive

Louise Labé - poétesse de l'Ecole de Lyon 
Pierre de Ronsard - poète de La Pleiade à Paris

Slide 15 - Diapositive

La poésie : La Pléiade
  • Groep van seven jonge dichters in Parijs
  • De groep introduceerde het Sonnet: een veertienregelig gedicht, dat bestaat  uit 2 kwatrijnen (strofes van vier versregels) en 2 terzetten (strofes van drie versregels).
  • De verzen hebben meestal twaalf lettergrepen
  • De bekendste dichters zijn Joachim du Bellay en Pierre de Ronsard 

Slide 16 - Diapositive

Een sonnet is een gedicht van 14 regels met 12 lettergrepen.
Het oorspronkelijke van Petrarca (12e eeuw) afkomstige Italiaanse sonnet heeft het rijmschema:

........A (regel 1) 
........B (regel 2)                                        1e couplet
........B (regel 3)
........A (regel 4)    

 ........A (regel 5)
........B (regel 6)                                        2e couplet
 ........B (regel 7)
........A (regel 8)

 .........C (regel 9)
.........D (regel 10)                                      3e couplet
.........C (regel 11)

........ D (regel 12)
.........C (regel 13)                                       4e couplet
.........D (regel 14)
Dus dan rijmt A op A, en B op B, C op C en D op D



Slide 17 - Diapositive

Extrait des “Sonnets pour Hélène”, Ronsard
« Quand vous serez bien vieille, au soir, à la chandelle, 
Assise auprès du feu, dévidant et filant, 
Direz, chantant mes vers, en vous émerveillant : 
"Ronsard me célébrait du temps que j'étais belle !"

Slide 18 - Diapositive

Renaissance betekent Wedergeboorte 

Waarvan? 
Van de cultuur & wetenschap van de klassieke oudheid (Grieken & Romeinen)

"Translatio, imitatio en aemulatio"
"Vertalen, nadoen, verbeteren"

Slide 19 - Diapositive

Welk land beïnvloedt Frankrijk het meest tijdens de renaissance?
A
Italie
B
Spanje
C
Duitsland
D
Engeland

Slide 20 - Quiz

Welke kenmerken horen bij de Renaissance?
A
christendom
B
ontdekkingen
C
hoofsheid
D
feodale systeem

Slide 21 - Quiz

Waar haalt de renaissance dichter/schrijver zijn inspiratie uit? (meerdere antwoorden zijn goed)
A
ridderromans
B
griekse literatuur
C
originele bijbelteksten
D
romeinse poëzie

Slide 22 - Quiz

Wie/wat staat er centraal in de filosofie van het Humanisme?
A
God centraal
B
Mens centraal
C
Koning centraal
D
Kunstenaar centraal

Slide 23 - Quiz


Opdracht: zoek op

Groepjes van 2-3

Verdeel de rollen: 
bijvoorbeeld

Manager- jij zorgt dat alles op een tijdbalk te vinden is.
Lezer - jij leest voor
Schrijver - jij noteert


Slide 24 - Diapositive

c
Maak een nieuw document + namen van groepsleden.
Zoek op, noteer, maak een tijdbalk en presenteer

groep 1: 16e eeuw - politiek/ geschiedenis
groep 2: 16e eeuw - kerk/Renaissance/ humanisme
groep 3: 16e eeuw - welke ontdekkingen/uitvindingen 
groep 4: 16e eeuw - Francois Rabelais
groep 5: 16e eeuw - Michel de Montaigne 
groep 6: 16e eeuw - Ode en Sonnet/ La Prose


Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Vidéo

Wat zijn het voor boeken?

Grappige, bizarre en erudiete boeken over de reuzen Gargantua en Pantagruel - met soms heel platte grappen.

"Mieux est de ris que de larmes écrire
Pour ce que rire est le propre de l'homme"

De grappen en grollen verbergen diepe waarheden:
parce qu'il faut:
"Rompre l'os et sugcer la substantificque mouelle"

Slide 27 - Diapositive

De mens in het centrum - de Vitruviusman van  LdV

De homo universalis - 
een alleskunner

Voorbeeld: Leonardo da Vinci Hij was op alle wetenschaps-terreinen thuis: tekenaar, beeldhouwer, uitvinder, bouwkundige, componist, schilder en kaartenmaker.

Slide 28 - Diapositive