Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Europese wereldrijken 2m1
Europese wereldrijken
1 / 30
suivant
Slide 1:
Diapositive
Cette leçon contient
30 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositive de texte
.
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Europese wereldrijken
Slide 1 - Diapositive
Door welke 2 verbeteringen werd het handelen met de kolonies in Azië makkelijker?
A
stoommachine en spoorwegen
B
stoomboot en Suez kanaal
C
stoomboot en spoorwegen
D
Suez kanaal en stoommachine
Slide 2 - Quiz
Hoeveel sneller kon je na de aanleg van het Suez-kanaal van Nederland naar Nederlands-Indië vaaren?
A
5x sneller
B
2x sneller
C
3x sneller
D
even snel
Slide 3 - Quiz
Waar ligt het Suez kanaal?
A
Griekenland
B
China
C
Egypte
D
Mars
Slide 4 - Quiz
Op het plaatje zie je de koloniën van Engeland.
Bedenk waarom het Suez Kanaal de 'navelstreng van het Britse rijk wordt genoemd'
A
Omdat het Suez kanaal de vorm heeft van een navelstreng
B
Omdat zij via het Suez kanaal goederen en voedsel kregen uit India
C
Omdat zij via het Suez kanaal voedsel kregen uit Amerika
D
Omdat Engeland alleen via het Suez kanaal bij haar koloniën kon komen
Slide 5 - Quiz
Waarom is het Suez kanaal zo belangrijk?
A
Anders worden de pizza bakkers ongeduldig
B
Anders worden de spullen van Aliexpress duurder
C
Anders moeten de schepen om heel Afrika heen varen
D
Anders worden de schepen gekaapt door piraten
Slide 6 - Quiz
Het Suez-kanaal
A
uit 1859, voorkwam dat je om Amerika heen moest
B
uit 1859, voorkwam dat je om Afrika heen moest
C
uit 1869, voorkwam dat je om Azië heen moest
D
uit 1869, voorkwam dat je om Afrika heen moest
Slide 7 - Quiz
Wat is het verschil tussen imperialisme en modern-imperialisme?
Modern Imperialisme.
A
Imperialisme is een makkelijkere versie, modern-imperialisme leverde meer problemen op.
B
Imperialisme is het veroveren van gebied, modern-imperialisme betekent veroveren van meer data.
C
Imperialisme vindt alleen nu plaats, modern-imperialisme alleen maar in de tijd van de Romeinen
D
Imperialisme gaat over de hele geschiedenis, modern-imperialisme alleen over een bepaalde tijd.
Slide 8 - Quiz
Welke uitspraak over modern imperialisme is niet waar? Modern imperialisme..
A
..draaide uit op meer Europese samenwerking.
B
..was het streven van Europese (groot)machten naar een wereldrijk.
C
..leidde tot het stichten van koloniën in vooral Afrika en Azië.
D
..zorgde voor spanningen in Europa.
Slide 9 - Quiz
Bij modern imperialisme...
A
Houden mensen van hun land
B
Willen mensen graag vechten
C
Lopen alle mensen in een uniform
D
Willen landen graag koloniën hebben
Slide 10 - Quiz
Wat is modern imperialisme
A
grondstoffen en afzetmarkt
B
afzetmarkt, grondstoffen en bestuur
C
een groot rijk besturen
D
bestuur en grondstoffen
Slide 11 - Quiz
wat zijn koloniën?
A
Gebieden die werden veroverd
B
Mensen die gebieden veroverden
C
Slaven die moesten werken
D
Het vervoeren van suiker
Slide 12 - Quiz
Hoe zijn koloniën ontstaan?
A
Ontdekkingsreizigers ontdekten nieuwe gebieden
B
Piraten gingen land veroveren overzees
C
Door oorlog te voeren
D
Landen wilden graag hun grondgebied uitbreiden
Slide 13 - Quiz
Wat waren vroeger koloniën van Nederland?
A
Suriname en Indonesië
B
De Nederlandse Antillen en België
C
Indonesië en Spanje.
D
Italië en Suriname.
Slide 14 - Quiz
Wat zijn koloniën geweest van Nederland?
A
India en Marokko
B
Indonesië en Suriname
C
Turkije en Zuid-Afrika
D
Somalië en Argentinie
Slide 15 - Quiz
Nederland heeft vroeger veel koloniën gehad. Welk land behoorde niet tot de koloniën?
A
Indonesië
B
De Molukken
C
Aruba en de Antillen
D
Australië
Slide 16 - Quiz
Welk begrip hoort bij de volgende omschrijving?
Een manier van besturen waarbij je groepen tegen elkaar opzet om te voorkomen dat ze zullen samenwerken, zodat je zelf de macht houdt.
A
Nationalisme
B
Verdeel-en-heerspolitiek
C
Modern Imperialisme
D
Parlementaire democratie
Slide 17 - Quiz
Wat houdt verdeel-en-heerspolitiek in?
A
De Europeanen zetten verschillende stammen tegen elkaar op en geven militaire steun om samenwerking te voorkomen.
B
De Europeanen geven de inheemse bevolking een stukje macht
C
De inheemse bevolking mag met elkaar samenwerken om mee te helpen in het bestuur.
D
De Europeanen willen macht verdelen en samenwerken met de inheemse bevolking.
Slide 18 - Quiz
Wat was het doel van de verdeel-en-heerspolitiek die Nederland voerde?
A
Het bevoordelen van sommige vorsten zodat ze niet samen in opstand zouden komen
B
Het voorkomen van een oorlog met Groot-Brittannië en Frankrijk
C
Nederland wilde de verschillende eilanden opdelen in onafhankelijke vorstendommen
D
Nederland wilde zo de voor- en tegenstanders van het modern imperialisme tegen elkaar uitspelen
Slide 19 - Quiz
Nederlands-Indië was een ... van Nederland
A
Vijand
B
Bondgenoot
C
Kolonie
Slide 20 - Quiz
Wat is Nederlands-Indië precies?
A
Het is een land in Azië. Het is toevallig dat het land Nederlands-Indië heet, want het heeft eigenlijk niks met Nederland te maken
B
Het is een kolonie van Nederland. Een stukje land overzee. De Nederlanders hebben dit stuk land ooit overgenomen.
C
Het is een buurland van Nederland, vandaar dat het Nederlands-Indië heet.
D
Het is een eiland op de wereld waar veel Nederlanders wonen. Toen hebben de Indonesiërs het maar Nederlands-Indië genoemd.
Slide 21 - Quiz
Deze kaart is Nederlands-Indië rond
A
1750
B
1800
C
1850
D
1900
Slide 22 - Quiz
Wat was Nederlands-Indië?
A
Een provincie van Nederland
B
Een Nederlandse kolonie die nu Indonesië is
C
Een stad in Nederland
Slide 23 - Quiz
Welke kolonie van Nederland was een groot afzetgebied?
A
India
B
Nederlands-Indië
C
Zuid-Afrika
D
China
Slide 24 - Quiz
Het afzetgebied van boeren is groter geworden.
Wat is een afzetgebied?
A
het gebied waar je je producten aan verkoopt
B
het gebied waar je produceert
C
de boerderij
D
de mensen die je producten kopen
Slide 25 - Quiz
Wat werd in de 19e eeuw bedoeld met een "afzetgebied"?
A
Een land dat zijn vorst afzette.
B
Een kolonie waar een Europees land spullen kon verkopen aan de bevolking.
C
Een Europese kolonie dat spullen verkocht aan Afrikaanse vorsten.
D
Een kolonie die werd terug gegeven aan de inheemse bevolking.
Slide 26 - Quiz
Wapen-
wedloop
Modern imperialisme
Slide 27 - Question de remorquage
superioriteitsgevoel
Afzetmarkt
Europese landen concurreren met elkaar om wie de meeste macht heeft
Door de industriële revolutie zijn er veel grondstoffen nodig om de machines draaiende te houden
Economische oorzaak
modern imperialisme
Politieke oorzaak
modern imperialisme
Culturele oorzaak
modern imperialisme
Slide 28 - Question de remorquage
vroeger
later
Modern Imperialisme
Industriële Revolutie
Slide 29 - Question de remorquage
Hoort bij modern imperialisme
Hoort niet bij modern imperialisme
Koloniën
Europese wereldrijken
Veroveringen binnenlanden
Handelsposten langs de kust
Slide 30 - Question de remorquage
Plus de leçons comme celle-ci
H2 paragraaf 2 Europese wereldrijken
Janvier 2024
- Leçon avec
17 diapositives
Geschiedenis
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
par.2 samenvatting
Novembre 2023
- Leçon avec
13 diapositives
PWW-1 H2
Novembre 2023
- Leçon avec
27 diapositives
Geschiedenis
Middelbare school
vmbo g, t
Leerjaar 2
H2.2 Europese wereldrijken
Octobre 2024
- Leçon avec
12 diapositives
Geschiedenis
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
2MH: H2 §2 Europese Wereldrijken
Octobre 2024
- Leçon avec
17 diapositives
Geschiedenis
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 2
§2.2 Europese wereldrijken
Novembre 2024
- Leçon avec
20 diapositives
Geschiedenis
Middelbare school
vmbo g, t, mavo
Leerjaar 2
§2.2 Europese wereldrijken
Juin 2022
- Leçon avec
17 diapositives
Geschiedenis
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 1
Hoofdstuk 2,2 Europese wereldrijken
Novembre 2023
- Leçon avec
26 diapositives
Geschiedenis
Middelbare school
vmbo t, havo
Leerjaar 2