Herhaling 2.4

Herhaling 2.4
  • Ik kan de menstruatie cyclus uitleggen en aangeven welke hormonen een rol spelen
  • Ik kan de processen menstruatie en ovulatie aangeven in de menstruatiecyclus
  • Ik kan het verschil uitleggen tussen primaire en secundaire geslachtskenmerken en hoe hormonen deze vormen

1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Herhaling 2.4
  • Ik kan de menstruatie cyclus uitleggen en aangeven welke hormonen een rol spelen
  • Ik kan de processen menstruatie en ovulatie aangeven in de menstruatiecyclus
  • Ik kan het verschil uitleggen tussen primaire en secundaire geslachtskenmerken en hoe hormonen deze vormen

Slide 1 - Diapositive


De secundaire geslachtskenmerken zijn vanaf de geboorte zichtbaar.
A
juist
B
onjuist

Slide 2 - Quiz


Spermacellen worden opgeslagen in de zaadballen.
A
juist
B
onjuist

Slide 3 - Quiz


Een dag nadat de menstruatie begonnen is, kun je niet zwanger worden. 
A
juist
B
onjuist

Slide 4 - Quiz


Bevruchting vindt plaats in de baarmoeder.
A
juist
B
onjuist

Slide 5 - Quiz

Wat zijn secundaire geslachtskenmerken? 
okselhaar
schaamlippen
menstruatie
schaamhaar
baardgroei

Slide 6 - Question de remorquage


Eicellen blijven na de ovulatie zo’n 12 tot 24 uur in leven. Zaadcellen blijven na een zaadlozing zo’n 3 tot 4 dagen in leven in het lichaam van de vrouw. Hoeveel dagen in de maand kan een vrouw dan in principe niet zwanger raken? 
A
ongeveer 4 dagen
B
ongeveer 8 dagen
C
ongeveer 16 dagen
D
ongeveer 24 dagen

Slide 7 - Quiz


Tijdens de menstruatiecyclus verandert de dikte van het baarmoederslijmvlies.
Op welke moment van deze cyclus is het baarmoederslijmvlies het dunst?
A
tijdens de eicelrijping
B
vlak na de eisprong
C
vlak na de menstruatie
D
vlak voor de eisprong

Slide 8 - Quiz

Wat is de functie van FSH?
A
Aanmaken LH en FSH door hypofyse
B
Zorgen voor een ovulatie
C
Ontwikkelen van de eicellen

Slide 9 - Quiz

Wat is de functie van het hormoon LH?
A
stimuleert de vorming van het gele lichaam
B
start de eisprong/ovulatie
C
stimuleert de follikelgroei
D
stimuleert het dikker worden van baarmoederslijmvlies

Slide 10 - Quiz

Een vrouw wordt op 2 augustus ongesteld. Ze heeft een regelmatige cyclus van 28 dagen. Wanneer is haar volgende mensturatie ?
A
14 augustus
B
15 augustus
C
30 augustus
D
31 augustus

Slide 11 - Quiz

Het follikel produceert voor de eisprong oestrogeen, na de eisprong progesteron.
Wat is het effect van een hoge concentratie progesteron?
A
Progesteron start het afbreken van het baarmoederslijmvlies
B
Progesteron veroorzaakt de ovulatie
C
Progesteron laat de eicel groeien
D
Progesteron houdt het baarmoederslijmvlies in stand

Slide 12 - Quiz