3.4 De late oudheid

• Geschiedenis
• Voortgezet speciaal onderwijs
• Leerroute 1

De late Oudheid 3.4
Christendom 3.5

Hoe waren de Romeinen in staat om een groot gebied te besturen? (Kies de juiste antwoorden)

1. Door het stichten van steden.
2. Door het aanleggen van wegen.
3. Door Romanisering
4. Door de bevolking te onderdrukken.

Wat was de Limes?

1. Reeks forten om het rijk te beschermen
2. Een rang in het Romeinse leger
3. De natuurlijke grenzen van het rijk
4. Een soort van tweede kamer van de Romeinen

De limes in Nederland was een natuurlijke grens

1. Waar
2. Niet waar

3.4 De late oudheid  

284-476 n. Chr.

• Na 180: grote groepen Germanen kwamen de grenzen over
• vanaf 3e eeuw veel ruzie over wie er keizer mag worden
• Meer dan 50 keizers in 50 jaar
• Germanen kregen geld om de Romeinen met rust te laten

Vernieuwingen

• Keizer Diocletianus deelt het rijk in tweeën
• 1 keizer in het westen + hulpkeizer
• 1 keizer in het oosten + hulpkeizer
• Hoofdstad in het westen is Rome
• Hoofdstad in het Oosten is Constantinopel

Verval en volksverhuizingen

• Vanaf 4de eeuw langzaam verval: grensgebieden worden verlaten
• Economische problemen en oorlogen 
• Daarnaast beginnen de volksverhuizingen dankzij de Hunnen
• Zwakke Romeinse legers kunnen de volkeren niet tegenhouden
  --> 476 Rome wordt verovert door Germanen

Einde 476 n. Chr.

• Laatste keizer afgezet door Germaanse huursoldaten. Kozen geen nieuwe keizer meer.
• Langzaam mengt de Germaanse bevolking met de Romeinse bevolking 
  
• Vanaf 476 beginnen de middeleeuwen

Christendom

• Ontstaan in de 1e eeuw na Chr. vanuit het Jodendom
• Eerst vervolgd door de Romeinen want:
• 1. Christenen wilden de keizer niet vereren
• 2. Christenen waren actief in bekeren

Christendom

• Keizer Constantijn is in de 3de eeuw de eerste keizer die christen wordt
• Keizer Theodosius maakt eind het eind van de 3de eeuw christendom staatsgodsdienst (andere geloven worden verboden)