Cette leçon contient 40 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Diapositive
Wat is de belangrijkste functie van koolhydraten?
A
Energie leveren
B
Bouwstof
C
Ondersteunt het immuunsysteem
D
Reservestof
Slide 8 - Quiz
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Diapositive
Wat zijn goede en slechte koolhydraten?
"Goed": langzame koolhydraten > levert langer energie
"slecht": snelle koolhydraten > suikerdip
Slide 12 - Diapositive
Glucose
Je weet wat glucose is, waar het vandaan komt en hoe het wordt opgeslagen
Slide 13 - Diapositive
Slide 14 - Diapositive
Hoe wordt glucose opgeslagen?
A
Gewoon als glucose in je weefsels
B
Het wordt omgezet in eiwitten
C
Als glycogeen in je spieren en lever
D
Als een disacharide in je weefsels
Slide 15 - Quiz
Bloedsuikerspiegel
Je kunt de bloedsuikerspiegel uitleggen en met welke twee hormonen deze wordt gereguleerd
Slide 16 - Diapositive
Bloedsuikerspiegel
De concentratie suiker (glucose) in je bloed
Dit suiker zit in je bloed als je gegeten hebt om energie te leveren aan je organen
Wordt gereguleerd door glucagon en insuline
Slide 17 - Diapositive
Slide 18 - Diapositive
Glucagon en insuline
Insuline laat de bloedsuikerspiegel dalen > glucose > glycogeen
Glucagon laat de bloedsuikerspiegel stijgen > glycogeen > glucose
Slide 19 - Diapositive
Slide 20 - Diapositive
Vezels
Je weet wat vezels zijn en wat hun functies zijn
Slide 21 - Diapositive
Wat zijn vezels en wat zijn hun functies?
Slide 22 - Question ouverte
Vezels
Onverteerbare koolhydraten
Plantaardige voedingsmiddelen
Functies:
- Verzadigd gevoel
- Goed voor darmwerking
- Verminderen het risico op hart- en vaatziekten, diabetes type 2 en darmkanker.
Slide 23 - Diapositive
Eiwitten
Je weet de functie van eiwitten en hoe ze zijn opgebouwd
Slide 24 - Diapositive
Wat is de belangrijkste functie van eiwitten?
A
Energie leveren
B
Bouwstof
C
Omzetten in vetten
D
Omzetten in glucose
Slide 25 - Quiz
Eiwitten
Belangrijkste functie: bouwstof
Pas over op brandstof na verbranding van koolhydraten en vetten
Slide 26 - Diapositive
Slide 27 - Diapositive
Aminozuren?
22 verschillende aminozuren
Essentieel en niet essentieel
9 essentiële aminozuren
De bouwstenen van eiwitten
Verschillende aminozuren koppelen aan elkaar en vormen een eiwit
Slide 28 - Diapositive
Je kunt het verschil tussen essentiële en niet essentiële aminozuren benoemen
Essentieel: moet je uit je voeding halen
Niet essentieel: hoef je niet uit je voeding te halen
Slide 29 - Diapositive
Micronutriënten
Je weet welke micronutriënten er zijn
Je begrijpt het verschil tussen water- en vetoplosbare vitamines en kan benoemen welke vitamines tot welke soort horen
Je kunt benoemen welke micronutriënten (supplementen) relevant kunnen zijn voor specifieke doelgroepen (bijvoorbeeld kinderen/vegetariërs/ouderen) en kan je vervolgens uitleggen waarom dit nutriënt relevant is voor de specifieke doelgroep