Met of zonder -n

HOOFDSTUK 2
Met of zonder -n
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

HOOFDSTUK 2
Met of zonder -n

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

De twee jongens pakten beide/beiden een koekje van de schaal.
A
beide
B
beiden

Slide 4 - Quiz

De twee waterschappen gingen zich beide/beiden meer toeleggen op faunabeheer.
A
beide
B
beiden

Slide 5 - Quiz

Ik hoorde beide/beiden zangers het lied zingen.
A
beide
B
beiden

Slide 6 - Quiz

De coureur en zijn motor belandden beide/beiden in de grindbak.
A
beide
B
beiden

Slide 7 - Quiz

De hoogbegaafde/hoogbegaafden moest een speciale test afnemen.
A
hoogbegaafde
B
hoogbegaafden

Slide 8 - Quiz

De feestende/feestenden gingen door tot in de vroege uurtjes.
A
feestende
B
feestenden

Slide 9 - Quiz

Enkele/enkelen van de kippen hebben een ei gelegd.
A
enkele
B
enkelen

Slide 10 - Quiz

De meeste/meesten maakten de toets goed.
A
meeste
B
meesten

Slide 11 - Quiz

Sommige vrienden waren het cadeau vergeten, maar de meeste/meesten hadden al bijgelegd.
A
meeste
B
meesten

Slide 12 - Quiz

Tientalle/tientallen jongeren gingen staken voor het milieu.
A
tientalle
B
tientallen

Slide 13 - Quiz

Ik heb een prachtige armband gekregen voor mijn verjaardag; een hele dure goude/gouden.
A
goude
B
gouden

Slide 14 - Quiz