Klas 4, tekstverbanden en signaalwoorden

Tekstverbanden
Klassikaal
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Tekstverbanden
Klassikaal

Slide 1 - Diapositive

Voorbeeld
Tegenstelling
Opsomming
Oorzaak-Gevolg
ten slotte
tegenover
neem nou
verder
om te beginnen
onder andere
daardoor
hoewel
denk aan
waardoor

Slide 2 - Question de remorquage

Welk signaalwoord hoort bij een tegenstelling?
A
Maar
B
Omdat
C
Doordat
D
Hoewel

Slide 3 - Quiz

Welk signaalwoord hoort er niet bij?
A
Daardoor
B
Waardoor
C
Doordat
D
Hoewel

Slide 4 - Quiz

Welk signaalwoord hoort er niet bij?
A
Onder andere
B
Zoals
C
Neem nou
D
en

Slide 5 - Quiz

Je krijgt steeds een stukje tekst te lezen.
Bepaal wat het tekstverband tussen de zinnen is.
Let op dat je de tekstverbanden goed spelt!

Slide 6 - Diapositive

Tegenwoordig leven we in een digitale wereld. Hoewel de technologie ons enorm kan helpen, merken we ook dat het behoorlijk tegen ons gebruikt kan worden.

Slide 7 - Question ouverte

Het stoplicht deed het niet. Het was een grote chaos op het kruispunt, waardoor het niet duidelijk was wie er nu eigenlijk voorrang had.

Slide 8 - Question ouverte

Ik voel me beter als ik gezond eet en beweeg. 's Morgens ontbijt ik met granen en yoghurt. Ook sport ik 3x per week. Bovendien let ik op hoeveel suikers ik binnen krijg.

Slide 9 - Question ouverte

Meer dan de helft van de examenleerlingen staan nu op zakken. Daardoor zijn er speciale bijeenkomsten geregeld om ervoor te zorgen dat zij alsnog het examen mogen doen.

Slide 10 - Question ouverte

Leerlingen gedragen zich anders op school dan voorgaande jaren. Neem nou de leerlingen uit de eerste en tweede klas. Zij weten totaal niet wat normaal gedrag is.

Slide 11 - Question ouverte

Welk signaalwoord hoort bij

Opsomming
A
Ten slotte
B
Echter
C
Net zo als
D
Dus

Slide 12 - Quiz

Welk signaalwoord hoort bij

Voorbeeld
A
Daarna
B
Zoals
C
Net zo als
D
Dus

Slide 13 - Quiz

Voorbeeld
Tegenstelling
Opsomming
Oorzaak-Gevolg
echter
waardoor
zoals
neem nou
daarentegen
bijvoorbeeld
en
hoewel
ook
doordat

Slide 14 - Question de remorquage

Schrijf een zin waarin je een signaalwoord voor tegenstelling gebruikt.

Slide 15 - Question ouverte

Wat is de oorzaak in deze zin:

Storm Corrie raasde over Nederland., hierdoor zijn veel bomen ontworteld.
A
Storm Corrie raasde over Nederland.
B
Veel bomen zijn ontworteld.

Slide 16 - Quiz

Wat is de oorzaak in deze zin:

Mijn vrouw is vegetariër, daardoor eten wij geen vlees als we samen eten.
A
Mijn vrouw is vegetariër
B
Wij eten geen vlees

Slide 17 - Quiz

Wat is de oorzaak in deze zin:

Veel leerlingen zijn ongemotiveerd, dit is een gevolg van de Lock-Down.
A
Veel leerlingen zijn ongemotiveerd
B
De Lock-Down

Slide 18 - Quiz

Wat wordt er hier opgesomd?

Elke docent moet hebben: een pen, een agenda, een laptop en een grote tas.

Slide 19 - Question ouverte

einde....
Bedankt weer....

Slide 20 - Diapositive