HV1d - Toetsweek leesvaardigheid

Een paar regels voor deze les
- Je werkt via je schoolaccount op je Chromebook
- Je meldt je aan in LessonUp met je eigen naam
Emoji toevoegen mag, geen bijnamen.
- Denk zelf na over de antwoorden, spiek niet bij je buurman of buurvrouw.

1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Een paar regels voor deze les
- Je werkt via je schoolaccount op je Chromebook
- Je meldt je aan in LessonUp met je eigen naam
Emoji toevoegen mag, geen bijnamen.
- Denk zelf na over de antwoorden, spiek niet bij je buurman of buurvrouw.

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Maar eerst... Noem één leuk of bijzonder
ding van de vakantie!
timer
1:00

Slide 4 - Question ouverte

Leg in eigen woorden uit wat een informerende tekst is of doet.

Slide 5 - Question ouverte

Informerende tekst
- De lezer 'leert' iets van de tekst;
- De schrijver geeft informatie;
- De schrijver van de tekst is neutraal: hij geeft geen mening.
- De tekst is gebaseerd op feiten.

Slide 6 - Diapositive

Geef een voorbeeld van een informerende tekst.
timer
0:30

Slide 7 - Question ouverte

Leg in eigen woorden uit wat een beschouwende tekst is of doet.

Slide 8 - Question ouverte

Beschouwende tekst
- De lezer kan een mening vormen over het onderwerp;
- De schrijver geeft voor- en nadelen of voor- en tegenargumenten;
- De schrijver geeft soms ook meningen van deskundigen die allemaal anders over het onderwerp denken.
- Je leest over de goede en slechte kanten van het onderwerp.

Slide 9 - Diapositive

Geef een voorbeeld van een beschouwende tekst.
timer
0:30

Slide 10 - Question ouverte

Leg in eigen woorden uit wat een overtuigende tekst is of doet.

Slide 11 - Question ouverte

Activerende tekst
- De lezer gaat iets doen door een activerende tekst -> de lezer komt in actie;
- Bijvoorbeeld: iets kopen, geld doneren, ergens lid van worden.

Slide 12 - Diapositive

Geef een voorbeeld van een activerende tekst.
timer
0:30

Slide 13 - Question ouverte

Leg in eigen woorden uit wat een activerende tekst is of doet.

Slide 14 - Question ouverte

Overtuigende tekst
- De schrijver overtuigt de lezer van zijn/haar mening;
- De schrijver neemt een standpunt in ("Auto's in de stad moeten verboden worden.");
- De schrijver gebruikt argumenten (redenen) om het standpunt krachtig te maken.

Slide 15 - Diapositive

Geef een voorbeeld van een overtuigende tekst.
timer
0:30

Slide 16 - Question ouverte

Leg in eigen woorden uit wat een amuserende tekst is of doet.

Slide 17 - Question ouverte

Amuserende tekst
- Als lezer beleef je vooral plezier aan het lezen van de tekst;
- Kan helemaal verzonnen zijn (fictie), maar ook non-fictie kan amuserend zijn. 
- 'Plezier' is een breed begrip: je kan lachen om de tekst, maar je kan ook geraakt worden door een tekst.

Slide 18 - Diapositive

Geef een voorbeeld van een amuserende tekst.
timer
0:30

Slide 19 - Question ouverte


Wat is het tekstdoel?
A
Informeren
B
Overtuigen
C
Activeren
D
Amuseren

Slide 20 - Quiz

Wat is het tekstdoel?
A
Informeren
B
Overtuigen
C
Activeren
D
Amuseren

Slide 21 - Quiz

Wat is het tekstdoel?
A
Informeren
B
Overtuigen
C
Activeren
D
Beschouwen

Slide 22 - Quiz

Wat heb je deze les geleerd?

Slide 23 - Question ouverte

Ik voel me goed voorbereid op de toets.
😒🙁😐🙂😃

Slide 24 - Sondage

Voor morgen!
- Leer alvast voor de toets;
- We gaan een oefentoets maken!

Meenemen:
Chromebook, Kern, schrift, etui, leesboek 

Slide 25 - Diapositive