GYM 1 - donderdag 15-4 (Voorzetselvoorwerp)

Welkom!
Nodig: 
  • Etui

  • Grammaticaboekje
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Welkom!
Nodig: 
  • Etui

  • Grammaticaboekje

Slide 1 - Diapositive

Planning
  • Grammatica: voorzetselvoorwerp

  • Aan de slag! 

Slide 2 - Diapositive

Voorzetselvoorwerp

Slide 3 - Carte mentale

Wat is in deze zin het voorzetselvoorwerp?

Hij | heeft | urenlang | gewacht | op zijn vriendin.
A
Hij
B
heeft gewacht
C
urenlang
D
op zijn vriendin

Slide 4 - Quiz

Wat zijn de werkwoorden in deze zin?
Gisteren heb ik alleen maar aan mijn vriend gedacht.

Slide 5 - Question ouverte

Wat is het voorzetselvoorwerp in deze zin?
Gisteren heb ik alleen maar aan mijn vriend gedacht.

Slide 6 - Question ouverte

Voorzetselvoorwerp: 
zinsdeel dat begint met een vast voorzetsel
Ik | denk | vaak | aan die vakantie.
_O ====                 ________________V

  • Het zinsdeel 'aan die vakantie' begint met een voorzetsel: aan.
  • 'Aan' hoort hier bij het werkwoord 'denken'. Je denkt namelijk aan iets. 
Je kunt dit niet veranderen in een ander voorzetsel. 'Denken op'. 
Je hebt dit voorzetsel nodig voor de betekenis van 'denken aan'.

Slide 7 - Diapositive

Voorzetselvoorwerp: 
zinsdeel dat begint met een vast voorzetsel
Maar let op!


Ik | reken | op het apparaat.
_O  ====     ________________B


Hij | wacht | op het perron. 
_O  =====    ______________B
Ik | reken | op je komst.
_O ====    _____________V


Hij | wacht | op zijn vriendin. 
_O =====      _____________V
Dit is letterlijk: 
geeft een plaats aan (bepaling).
Dit is niet letterlijk: 
je hebt het voorzetsel écht nodig.

Slide 8 - Diapositive

Grammaticaboekje p. 39

1. Dit berust op een ernstig misverstand.




  • Persoonsvorm
  • Onderwerp
  • Gezegde (werkwoorden)
  • Soorten werkwoorden (hww, zww, kww)
  • Naamwoordelijk deel
  • Lijdend voorwerp
  • Meewerkend voorwerp
  • Voorzetselvoorwerp

Slide 9 - Diapositive

Grammaticaboekje p. 39



2. Onlangs werd die nieuwe visie voor hem duidelijk gemaakt.




  • Persoonsvorm
  • Onderwerp
  • Gezegde (werkwoorden)
  • Soorten werkwoorden (hww, zww, kww)
  • Naamwoordelijk deel
  • Lijdend voorwerp
  • Meewerkend voorwerp
  • Voorzetselvoorwerp

Slide 10 - Diapositive

Grammaticaboekje p. 39



3. Na verloop van tijd denkt men wel na over het dilemma.




  • Persoonsvorm
  • Onderwerp
  • Gezegde (werkwoorden)
  • Soorten werkwoorden (hww, zww, kww)
  • Naamwoordelijk deel
  • Lijdend voorwerp
  • Meewerkend voorwerp
  • Voorzetselvoorwerp

Slide 11 - Diapositive

Aan de slag!


  • Maken: zin 1 t/m 5 van p. 37 en zin 1 t/m 10 van p. 39.

  • TIP: Gebruik je stappenplan van p. 48.







    Slide 12 - Diapositive

    Huiswerk & TaalVout
    • Maken: zin 1 t/m 5 van p. 37 en zin 1 t/m 5 van p. 39.

    • TIP: Gebruik je stappenplan van p. 48.

    Slide 13 - Diapositive