Agogiek I Periode 1 I 6.2 Ontwikkelingspsychologie

Agogiek I Periode 1 I Week 6 I Les 2
Ontwikkelingspsychologie
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
VerzorgendeMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Agogiek I Periode 1 I Week 6 I Les 2
Ontwikkelingspsychologie

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is psychosociale ontwikkeling?
A
Ontwikkeling van het bewegen
B
Ontwikkeling van het eten
C
Ontwikkeling van emoties
D
Ontwikkeling van omgaan met anderen

Slide 3 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat bedoelen we met cognitieve ontwikkeling?
A
Ontwikkeling van het denken
B
Ontwikkeling van het lopen
C
Ontwikkeling van gevoel
D
Ontwikkeling van zwemvaardigheden

Slide 4 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe communiceert een baby?
A
Door te lachen
B
Met losse woordjes
C
Door te huilen
D
Met zinnen

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Johan begint te kruipen, in welke ontwikkelingsfase zit Johan?
A
Baby
B
Kleuter
C
Peuter
D
Schoolkind

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een kenmerk van een peuter?
A
Grijze haren krijgen
B
Zindelijk worden
C
Leren schrijven
D
Zuigreflex

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke leeftijd heeft een peuter?
A
1 tot 3 jaar
B
2 tot 5 jaar
C
2,5 tot 4 jaar
D
1,5 tot 4 jaar

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar denk je aan bij een kleuter?

Slide 9 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke ontwikkelingsfase komt er na die van de puber?
A
Schoolkind
B
Adolescent
C
Oudere
D
Volwassene

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Het schoolkind wil graag bij een groep horen. Hoe noem je dit?
A
Realisme
B
Conformisme
C
Idealisme
D
Perfectionisme

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waardoor ontstaat risicogedrag bij pubers?
A
Door de groeispurt
B
Door de seksuele rijping
C
Door de kritische houding
D
Door het kiezen voor wat op korte termijn winst oplevert

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Op welke leeftijd ben je volgens de ontwikkelingspsychologie volwassen?
A
19-22
B
21-24
C
20-25
D
22-25

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een interne factor?
A
Opgroeien in armoede
B
Genen
C
Vrienden
D
Werkomgeving

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een voorbeeld van een externe factor?
A
Genetische aanleg
B
Persoonlijke motivatie
C
Culturele invloeden
D
Lichamelijke conditie

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 16 - Diapositive

Noem de cognitieve, psychosociale en fysieke en motorische ontwikkeling...

én de beschermende of risicofactor

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 18 - Diapositive

Noem de cognitieve, psychosociale en fysieke en motorische ontwikkeling...
én de beschermende factor

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 25 - Diapositive

Noem de cognitieve, psychosociale en fysieke en motorische ontwikkeling...
én de beschermende factor

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions