Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Oefentoets regeling
Oefentoets
regeling
Je maakt de oefentoets met de samenvatting erbij.
Je zoekt de antwoorden op via de samenvatting.
Je oefent met de toetsvragen.
1 / 29
suivant
Slide 1:
Diapositive
Biologie
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
Cette leçon contient
29 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
45 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Oefentoets
regeling
Je maakt de oefentoets met de samenvatting erbij.
Je zoekt de antwoorden op via de samenvatting.
Je oefent met de toetsvragen.
Slide 1 - Diapositive
Heb je de samenvatting erbij?
Ja
Nee
Slide 2 - Sondage
Je krijgt een aantal afbeeldingen te zien.
Bekijk deze afbeeldingen zodat je er vragen over kunt beantwoorden.
Slide 3 - Diapositive
Zenuwstelsel
Bestaat uit:
1. Centrale zenuwstelsel
2. Zenuwen
Slide 4 - Diapositive
Wat is een zenuw?
A
een bundel uitlopers en cellichamen van zenuwcellen
B
een bundel uitlopers van zenuwcellen
C
een cel die impulsen kan geleiden
D
twee zenuwcellen die met elkaar verbonden zijn
Slide 5 - Quiz
Wat doen de zenuwen?
A
Geleiden bloed
B
Geleiden prikkels
C
Geleiden impulsen
D
Geleiden zintuigcellen
Slide 6 - Quiz
ruggenmerg
wervel
zenuw
Slide 7 - Question de remorquage
Armspier
Hersenen
Ruggenmerg
Zintuig
Slide 8 - Question de remorquage
Sleep de juiste woorden naar de lege plaatsen.
zenuwcel zenuwcel spier/klier
Prikkel
Hersenen
Zintuig
Zenuw
Zenuwuiteinde
Slide 9 - Question de remorquage
Zenuwcellen
Slide 10 - Diapositive
Vraag 18: Sleep de onderdelen van een zenuwcel naar de juiste plek
Uitloper
Cellichaam
Celkern
Slide 11 - Question de remorquage
Wat doen uitlopers?
A
Ze geleiden impulsen van en naar het cellichaam
B
Ze geleiden prikkels
C
Ze geleiden impulsen naar het cellichaam
D
Ze geleiden impulsen van het cellichaam af
Slide 12 - Quiz
P is een uitloper.
A
Goed
B
Fout
Slide 13 - Quiz
Waar gaan impulsen in zenuwcellen naartoe?
A
Spieren
B
hersenen
C
Klieren en spieren
D
spieren, klieren, CZ
Slide 14 - Quiz
Hersenen
Slide 15 - Diapositive
De hersenen bestaan uit...
A
Grote hersenen, kleine hersenen en ruggenmerg
B
Grote hersenen, hersenstam en ruggenmerg
C
Kleine hersenen, hersenstam en ruggenmerg
D
Grote hersenen, kleine hersenen en hersenstam
Slide 16 - Quiz
In de afbeelding zie je de hersenen van een mens. Wat zijn de hersenen?
A
Een cel
B
Een orgaan
C
Een orgaanstelsel
D
Een organisme
Slide 17 - Quiz
De impulsen geven de hersenen informatie. Je hersenen verwerken de informatie en reageren hier weer op. Wat doen je hersenen.
A
Ze doen niks. Hier wordt alleen de informatie opgeslagen.
B
De hersenen zijn een orgaan.
C
Ze verwerken impulsen en maken impulsen om je spieren aan te sturen.
D
Ze ontvangen impulsen vanuit je zenuwen.
Slide 18 - Quiz
Ruggenmerg
Hersenstam
Hersenen
Grote hersenen
Kleine hersenen
Zenuwen
Slide 19 - Question de remorquage
kleine hersenen
hersenstam
grote hersenen
Slide 20 - Question de remorquage
Weg van een impuls bij een reflex
Slide 21 - Diapositive
Wat is een reflex?
A
Een vaste snelle reactie op een bepaald impuls
B
Een vaste snelle reactie op een bepaalde prikkel
C
Een afwisselende snelle reactie op een bepaalde prikkel
D
Een afwisselende trage reactie op een bepaalde impuls
Slide 22 - Quiz
Een reflex is aangeboren
A
Juist
B
Onjuist
Slide 23 - Quiz
Wat is een pupil (oog) reflex?
A
je ogen knijpen vanzelf DICHT bij veel licht
B
je pupillen worden vanzelf KLEINER bij fel licht
C
Je doet je ogen vanzelf OPEN bij fel licht
D
je pupillen worden vanzelf GROTER bij fel licht
Slide 24 - Quiz
Is het een reflex of reactie?
Reflex
Reactie
Je trekt je hand weg van de hete verwarming.
Je broer maakt een grapje en je moet lachen.
Je loopt naar de deur, omdat de deurbel gaat.
Je knijpt van schrik in de arm van je moeder.
Slide 25 - Question de remorquage
Hormoonstelsel
Slide 26 - Diapositive
Hormonen zijn:
A
Regelstoffen
B
Voedingsbestanddelen
C
Geslachtskenmerken
D
hormoonklieren
Slide 27 - Quiz
Cellen in de alvleesklier
die hormonen maken
Stoffen in het bloed die de werking van bepaalde organen regelen
Hormoon dat in de
bijnieren wordt gemaakt
Klieren die adrenaline maken
Orgaanstelsel in het lichaam dat uit een aantal hormoonklieren bestaat
eilandjes van Langerhans
hormonen
adrenaline
hormoonstelsel
bijnieren
Slide 28 - Question de remorquage
De alvleesklier maakt de hormonen insuline en glucagon aan.
Wat is de functie van deze twee hormonen? Deze hormonen regelen de:
A
Hoeveelheid gal
B
Bloedsuikerspiegel
C
Dikte van klieren
D
Productie van maagsap
Slide 29 - Quiz
Plus de leçons comme celle-ci
19.5 Controle
Juin 2022
- Leçon avec
24 diapositives
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 6
Oefentoets regeling
Avril 2023
- Leçon avec
25 diapositives
Biologie
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
Regeling
Octobre 2023
- Leçon avec
33 diapositives
Biologie
Middelbare school
vmbo g, t, mavo
Leerjaar 3
mavo4: th.10 Regeling voorbereiding toets
Février 2022
- Leçon avec
31 diapositives
Biologie
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
L1 Reageren op prikkels
Mai 2023
- Leçon avec
40 diapositives
Biologie
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 2
OEFENTOETS THEMA REGELING
Avril 2023
- Leçon avec
26 diapositives
Biologie
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 3
Quiz thema regeling
Février 2024
- Leçon avec
28 diapositives
Biologie
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
Herhaling jaar 3 thema 5: regeling
Septembre 2020
- Leçon avec
46 diapositives
biologie
Middelbare school
mavo
Leerjaar 4