Les 8 Paragraaf 1.6 Nederland Laag Nederland

Laag Nederland
Paragraaf 1.6
Aardrijkskunde
Klas 2H

1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 6 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Éléments de cette leçon

Laag Nederland
Paragraaf 1.6
Aardrijkskunde
Klas 2H

Slide 1 - Diapositive

Even terugblikken:
Wat is een belangrijk kenmerk van Hoog-Nederland?

Slide 2 - Question ouverte

Even terugblikken:
Uit welke grondsoort bestaat de bodem in Hoog-Nederland vooral?

Slide 3 - Question ouverte

Op de foto bij nummer 2 en 3 zie je een ...

Slide 4 - Question ouverte

Introductie
New Orleans onder water na een orkaan of overstromingen in Bangladesh. Nederlanders worden overal gevraagd te helpen om het water te bedwingen. Dit is te danken aan de lange strijd die wij voeren om ons land droog te houden. In deze paragraaf leer je over de grondsoorten en over de invloed van de mens op het landschap in Laag-Nederland.

Slide 5 - Diapositive

Leerdoelen
  • Je weet welke maatregelen de mens in Laag-Nederland heeft genomen om zich tegen het water te beschermen.
  • Je begrijpt hoe Laag-Nederland is opgevuld met veen en klei.
  • Je kunt met behulp van een foto of topografische kaart aanwijzen of een landschap in Hoog- of in Laag-Nederland ligt.

Slide 6 - Diapositive

Nederland zonder dijken
Laag Nederland: gebied beneden de zeespiegel.

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

Ontstaan van de kleibodem
  • Voordat er dijken waren, had de zee vrij spel.
  • Er ontstonden kleine duinen, waar de zee bij vloed soms doorheen stroomde. 
  • In de plassen achter de duin werd klei afgezet. Zie de afbeelding hiernaast maar eens. (bron: BuiteNLand 4e editie, leerjaar 2)

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo

Open duinen, waddenzee: zeeklei
Gesloten duinenrij: moeras
-> veen op klei

Slide 11 - Diapositive

0

Slide 12 - Vidéo

Veen bovenop klei
  • Klei laat maar moeilijk water door. Daardoor ontstonden plassen (kleine meertjes)
  • In die plassen groeiden planten, die stierven en op de bodem zich opstapelden.
  • Zonder zuurstof verrotten planten niet. Het pakket werd steeds dikker: Het vormde veen.

Slide 13 - Diapositive

Ontstaan van veen 
1. Planten gaan dood
2. Dode plantenresten komen in moeras
3. Onder water is geen zuurstof
4. Daardoor rotten de plantenresten niet weg
5. Er ontstaat een dikke laag dode plantenresten.
6. In hoog Nederland = hoogveen
6. In laag Nederland = laagveen 

Slide 14 - Diapositive

Ontstaan zeeklei
1. Zeewater stroomt door de duinen het land in
2. Water blijft staan
3. In stilstaand water bezinken kleideeltjes.
4. Er ontstaat een dikke laag zeeklei
5. Zeeklei is heel vruchtbaar

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Vidéo

Op de foto zie je een...

Slide 17 - Question ouverte

Wonen op terpen
Lage gedeelte stroomden continue over:
Mensen bouwden terpen om op te wonen.

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Vidéo

Slide 20 - Lien

gemaal
polder
NAP
dijken

Slide 21 - Question de remorquage

Maken
Paragraaf 1.6
Samenvatting
Toets

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Vidéo

Slide 24 - Lien