1.5 Laag Nederland

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vmbo k, g, t, mavo
• Leerjaar 2

1.6Laag-Nederland

Lesplanning

• Welkom +lesplanning                                                                             11.35- 11.40
• Terugblik kennistoets                                                                             11.40-11.45
• Leerdoelen                                                                                                   11.45 -11.47
• Lezing paragraaf 1.5 Laag -Nederland +aantekenblad           11.47- 12.10
• Zelfstandig werken aan opdrachten/ oefentoets maken      12.10- 12.35
• Check op leerdoelen                                                                               12.35 - 12.40
• Blooket begrippen toetsweek                                                             12.40- 12.52
• Afronden les / vragenrondje                                                                12.52 - 12.55

Leerdoelen

• Je weet welke maatregelen de mens in Laag-Nederland heeft genomen om zich tegen het water te beschermen.
  
• Je begrijpt hoe Laag-Nederland is opgevuld met veen en klei.
  
• Je kunt met behulp van een foto of topografische kaart aanwijzen of een landschap in Hoog- of in Laag-Nederland ligt.

1.5 Laag-Nederland

Vandaag

• Even terugblikken
• Waar ligt Laag-Nederland?
• Ontstaan van de bodem (klei en veen)
• Hoe woonde men in Laag Nederland?
• Dijken en polders

Even terugblikken:
Wat is een belangrijk kenmerk van Hoog-Nederland?

Even terugblikken:
Uit welke grondsoort bestaat de bodem in Hoog-Nederland vooral?

Op de foto bij nummer 2 en 3 zie je een ...

Hoog en laag Nederland

Nederland zonder dijken

Laag Nederland: gebied beneden de zeespiegel.

Ontstaan van de kleibodem

• Voordat er dijken waren, had de zee vrij spel.
• Er ontstonden kleine duinen, waar de zee bij vloed soms doorheen stroomde. 
• In de plassen achter de duin werd klei afgezet. Zie de afbeelding hiernaast maar eens. (bron: BuiteNLand 4e editie, leerjaar 2)

Hoe ontstaat veen

• Klei laat maar moeilijk water door. Daardoor ontstonden plassen (kleine meertjes)
• In die plassen groeiden planten, die stierven en op de bodem zich opstapelden.
• Zonder zuurstof verrotten planten niet. Het pakket werd steeds dikker: Het vormde veen.

Op de foto zie je een...

Wonen op terpen

Lage gedeelte stroomden continue over:

Mensen bouwden terpen om op te wonen.

http://www.schooltv.nl/video/ontstaan-van-zeeklei-nederland-wordt-opgebouwd/#q=zeeklei

http://www.schooltv.nl/video/zeedijken-bescherming-van-nieuw-land/#q=zeeklei

http://www.schooltv.nl/video/polders-in-laag-nederland-hoe-wordt-voorkomen-dat-laag-nederland-overstroomt/#q=gemaal

Veen bestaat uit plantenresten.

1. goed
2. fout

Terpen beschermen Noord-Nederland tegen het ...

1. zeewater
2. rivierwater

Terpen beschermen Midden-Nederland tegen het ...

1. zeewater
2. rivierwater

Werktijd 12.10- 12.35

-Je maakt paragraaf 1.5 af

- Je gaat aan de slag met de oefentoets in Noordhoff!

--> oefentoets klas 2

Korte check 12.35 -12.40

Doe mee en log in!

Nederland heeft veel polders, maar wat is een polder eigenlijk?

Welk landschap zie je hier?

1. Zeeklei
2. Zand
3. Veen
4. Heuvelland

Bekijk de afbeelding. Je ziet hier het ontstaan van Laag- Nederland als gevolg van de zeespiegelstijging.

Koppel de juiste grondsoorten aan de juiste letters.

Kies uit: zeeklei – zand – grind en zand – veen.

1

2

3

4

Zeeklei

grind en zand

zand

veen

Gemaal

Polder

stroomgebied

Dijken

Sleep de afbeelding naar de juiste locatie

Löss

Veen

Zand

Zeeklei

Rivierklei

Duinen

Wist je veel? zo nee, TIP: ga de oefentoetsen thuis maken.

denk aan mijn verhaal : je kunt niet autorijden zonder te oefenen!

Lees: Je kunt geen toets maken zonder opgaven te maken!

(alleen leren is niet genoeg!)

We gaan naar de begrippen ----> Blooket

Leerdoelen

• Je weet welke maatregelen de mens in Laag-Nederland heeft genomen om zich tegen het water te beschermen.
  
• Je begrijpt hoe Laag-Nederland is opgevuld met veen en klei.
  
• Je kunt met behulp van een foto of topografische kaart aanwijzen of een landschap in Hoog- of in Laag-Nederland ligt.