Ec. bekeken 3TL: 7.2 de kaasspeciaalzaak

Werk en bedrijf
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Werk en bedrijf

Slide 1 - Diapositive

7.2 De kaasspeciaalzaak

Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen
- Je kan benoemen welke productieweg een product aflegt

- Je kan uitleggen hoe de prijs van een product tot stand komt voordat de consument het product kan kopen

Slide 3 - Diapositive

Ff herhalen...
Voordat we verder gaan, moeten we eerst checken wat we nog van vorige les weten...

Slide 4 - Diapositive

Wat weet je nog van de vorige les?

Slide 5 - Carte mentale

Wat is de berekening van de toegevoegde waarde?

Slide 6 - Question ouverte

Leg in je eigen woorden uit wat het verschil is tussen formele en informele productie.

Slide 7 - Question ouverte

Wanneer is een bedrijf kapitaalintensief?

Slide 8 - Question ouverte

En dan nu verder...

Slide 9 - Diapositive

Bedrijfskolom
De bedrijfskolom bestaat uit alle bedrijven die na elkaar meewerken aan een product.
gesproken uitleg
Halffabricaat
Halffabricaat = het product moet nog verder verwerkt worden

Slide 10 - Diapositive

De bedrijfskolom moet je niet verwarren met een bedrijfstak ..


Een bedrijfstak = een groep bedrijven die hetzelfde product of dienst verkopen.
Bedrijfstak
gesproken uitleg

Slide 11 - Diapositive

Grondstoffen
Graan
Zand
Boom
IJzererts
Halffabricaat
Eindproduct
Meel
Brood
Glas
Kantelraam
Hout
Kast
Ijzer
Fiets

Slide 12 - Question de remorquage

Wat is een bedrijfstak?
A
Een groep bedrijven die hetzelfde doen
B
Een groep bedrijven die aan het zelfde product werkzaam is
C
Een groep bedrijven die van dezelfde producent afnemen
D
Een groep bedrijven die dezelfde groep consumenten bedienen

Slide 13 - Quiz

Murat zegt: 'In een bedrijfstak vervult een groep bedrijven dezelfde rol.'
Mejid zegt: 'Het verschil tussen de verkoopopbrengst en de inkopen noem je de toegevoegde waarde.'

Wie heeft er gelijk?
A
Murat
B
Mejid
C
Beide
D
Geen van beide

Slide 14 - Quiz

Aan de slag!
  1. Lees de leertekst van H7.2 op blz. 81 nog eens goed door.
  2. Maak van H7.2 de opdrachten 1 t/m 8

Slide 15 - Diapositive