Ec. bekeken 3TL: 7.2 de kaasspeciaalzaak

7.2 De kaasspeciaalzaak
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

7.2 De kaasspeciaalzaak

Slide 1 - Diapositive

Neem het huiswerk voor je 
H7.1 de opdrachten 1 t/m 13 op blz. 76 t/m 79 

Controle + nakijken 
Huiswerk

Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen
- Je kan benoemen welke productieweg een product aflegt

- Je kan uitleggen hoe de prijs van een product tot stand komt voordat de consument het product kan kopen

Slide 3 - Diapositive

Ff herhalen...
Voordat we verder gaan, moeten we eerst checken wat we nog van vorige les weten...

Slide 4 - Diapositive

Wat is de berekening van de toegevoegde waarde?

Slide 5 - Question ouverte

Het jaar daarop verkoopt Prota bv 55.000 kilo voor € 161.000 en doet voor € 117.000 inkopen.

Bereken de toegevoegde waarde PER KILO
A
€ 44.000
B
€ 0,80
C
€ 1,38

Slide 6 - Quiz

Leg uit wat het verschil is tussen formele en informele productie. Gebruik beide begrippen in je uitleg.

Slide 7 - Question ouverte

Wanneer is een bedrijf kapitaalintensief?

Slide 8 - Question ouverte

En dan nu verder...

Slide 9 - Diapositive

Bedrijfskolom
De bedrijfskolom bestaat uit alle bedrijven die na elkaar meewerken aan een product.
gesproken uitleg
Halffabricaat
Halffabricaat = het product moet nog verder verwerkt worden

Slide 10 - Diapositive

De bedrijfskolom moet je niet verwarren met een bedrijfstak ..


Een bedrijfstak = een groep bedrijven die hetzelfde product of dienst verkopen.
Bedrijfstak
gesproken uitleg

Slide 11 - Diapositive

Wat heb je geleerd?

Slide 12 - Diapositive

Grondstoffen
Graan
Zand
Boom
IJzererts
Halffabricaat
Eindproduct
Meel
Brood
Glas
Kantelraam
Hout
Kast
Ijzer
Fiets

Slide 13 - Question de remorquage

Wat is een bedrijfstak?
A
Een groep bedrijven die hetzelfde doen
B
Een groep bedrijven die aan het zelfde product werkzaam is
C
Een groep bedrijven die van dezelfde producent afnemen
D
Een groep bedrijven die dezelfde groep consumenten bedienen

Slide 14 - Quiz

Luc zegt: 'In een bedrijfstak vervult een groep bedrijven dezelfde rol.'
Lotte zegt: 'Het verschil tussen de verkoopopbrengst en de inkopen noem je de toegevoegde waarde.'

Wie heeft er gelijk?
A
Luc
B
Lotte
C
Beide
D
Geen van beide

Slide 15 - Quiz

Aan de slag!
  1. Lees de leertekst van H7.2 op blz. 81 nog eens goed door.
  2. Maak van H7.2 de opdrachten 1 t/m 11 op blz. 80 t/m 83 

Slide 16 - Diapositive