Kunstgeschiedenis - Impressionisme

Impressionisme
  • 1870 – 1905
  • Vanuit Frankrijk

  • School van Barbizon: plein air schilderen.
  • De impressionisten gaan een stap verder en schilderen hun indruk = impressie van de werkelijkheid. 
  • Zuivere kleuren.
  • Snelle, vluchtige toets. 
  • Fotografie als hulpmiddel.
Claude Monet, “Impression: soleil levant”, 1872

1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
KunstMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Impressionisme
  • 1870 – 1905
  • Vanuit Frankrijk

  • School van Barbizon: plein air schilderen.
  • De impressionisten gaan een stap verder en schilderen hun indruk = impressie van de werkelijkheid. 
  • Zuivere kleuren.
  • Snelle, vluchtige toets. 
  • Fotografie als hulpmiddel.
Claude Monet, “Impression: soleil levant”, 1872

Slide 1 - Diapositive

Manet baant de weg
  • In 1863 weigert de Salon een recordaantal werken. Napoleon III laat de "Salon des Refusés" oprichten => veel kritiek. 
  • "Le Déjeuner sur l’Herbe" is één van deze werken: shokerend vanwege het naakt van een “gewone” vrouw (prostituee).
  • Einde van academische kunst, hierna meer ruimte voor experiment.
  • L'art pour l'art.
  • Impressionisten zijn vaak van goede komaf en daardoor financieel onafhankelijk. 
Edouard Manet, “Le déjeuner sur l ‘herbe”, 1863
 

Slide 2 - Diapositive

Invloed fotografie
  • 1e helft 19e eeuw: experimenten met   fotografie door Daguerre en Talbot. 
  • Crisis in schilderkunst: fotografie is veel   realistischer en sneller. 
  • Schilders realiseren zich dat zij de werkelijkheid op een andere manier zullen moeten weergeven.
  • Impressionisten zijn de eerste kunstenaars die gebruik maken van de fotografie (o.a. afsnijding, standpunt en snapshot).

George Hendrik Breitner, “De singelbrug bij de Paleisstraat”, ca. 1897
 
 

Slide 3 - Diapositive

Wetenschap
  • Wetenschap werd op allerlei vlakken gebruikt om verschijnselen uit het dagelijks leven te verklaren. 
  • Talloze uitvindingen: verftubes maken en plein air schilderen mogelijk. 
  • Kleurentheorieën. 
  • Delacroix (Neoclassicisme): schaduw heeft ook een kleur, namelijk de complementaire.
  • De impressionisten gebruiken deze wetenschappelijke basis voor hun kunst. 

Claude Monet,  "Graanbergen (sneeuweffecten: zonlicht)”, 1890-1891
 

Slide 4 - Diapositive

Het impressionisme is in eerste instantie een spotnaam.
De schilders omarmen juist deze term.
Waarom is de term zo passend voor hun schilderkunst?
A
Ze schilderen slordig en los, het is niet veel meer dan een impressie.
B
De schilders willen een impressie wekken van het gevoel dat zij ervaren bij de situatie die zij schilderen.
C
Omdat alleen de impressie van het licht en de kleur op een bepaald moment van de dag belangrijk is in de ogen van de schilders.
D
Schilders fotograferen buiten een momentopname en in hun atelier schilderen zij de impressie na.

Slide 5 - Quiz

Schilderkunst
  • Impressionisme vooral in de schilderkunst.  
  • Willen het moment en de weersomstandigheden vastleggen, met het juiste licht en de juiste kleuren. 
  • Schilderen wat je ziet in plaats van wat je weet.
  • En plein air => vluchtige toets. 
  • Heldere kleuren.
  • Afsnijding (invloed fotografie). 
Pierre-Auguste Renoir, “La Grenouillère”, ca. 1869
 

Slide 6 - Diapositive

Schilderkunst
  • Impressionisme vooral in de schilderkunst.
  • Willen het moment en de weersomstandigheden vastleggen in het juiste licht en met de juiste kleuren. Het onderwerp is minder belangrijk. 
  • Schilderen wat je ziet in plaats van wat je   weet.
  • En plein air: vluchtige toets.
  • Heldere kleuren.
  • Afsnijding (invloed fotografie).

Monet, schets voor “De picknick”, 1865-1866


 Renoir, “Le bal du Moulin de la Galette”, 1886



Manet, “Een bal in de Folies-Bergère”, 1881-1882



Edgar Degas, “Balletrepetitie”, 1874



Onderwerpen: 
  • Landschap
  • Stadsgezichten
  • Goede leven
  • Geen diepere   betekenis. 

Slide 7 - Diapositive

“Kathedraal van Rouen, gevel bij zonsondergang, harmonie in goud en blauw”, 1892-1894

“Kathedraal van Rouen, vol zonlicht”, 1894

“Kathedraal van Rouen, gevel (ochtend effect)1892-1894

Monet schilderde hetzelfde ondewerp op verschillende momenten. 

Slide 8 - Diapositive

Zeer losse toets, bijna abstract, zuivere kleuren,
vlak karakter, invloed Japanse kunst. 
Claude Monet, "Waterlelies", 1916

Slide 9 - Diapositive

Beeldhouwkunst
  • Ook beeldhouwers proberen een moment te vangen.
  • Toets zichtbaar in oppervlakte van deze   beelden = factuur
  • Rodin plaats zijn beelden op de grond i.p.v. op sokkels (vernieuwend)

Edgar Degas, “Danseres die haar rechter voetzool bekijkt”, na 1896
 
 

Auguste Rodin, "Pierre de Wissant (burgers van Calais)", 1885-1886
 
 

Slide 10 - Diapositive

Beeldhouwkunst
  • Ook beeldhouwers proberen een moment te vangen.
  • Toets zichtbaar in oppervlakte van deze   beelden = factuur
  • Rodin plaats zijn beelden op de grond i.p.v. op sokkels (vernieuwend)

Edgar Degas, “Danseres die haar rechter voetzool bekijkt”, na 1896
 
 

Auguste Rodin, "Pierre de Wissant (burgers van Calais)", 1885-1886
 
 

Slide 11 - Diapositive

ROMANTIEK
IMPRESSIONISME
REALISME

Slide 12 - Question de remorquage