Boeren waren vrij van hun heer wanneer ze éen jaar en één dag in de stad woonden
Waarom is de stad aantekkelijk?: - Geen herendiensten
- Geen belasting betalen aan de heer
Slide 21 - Diapositive
Wie wonen er in de stad?
Inwoners van de stad = Burgerij
1. Rijke kooplieden en belangrijke ambachtslieden. Zaten in het bestuur van de stad (bovenlaag) 2. Winkeliers en ambachtslieden (middenklasse) 3. Gewone (arme) arbeiders 4. Bedelaars en daklozen
Afhankelijk van de kerk en de rijken
Slide 22 - Diapositive
Slide 23 - Vidéo
5.3: De kerk in de late middeleeuwen
Slide 24 - Diapositive
Leerdoelen van 5.3
beschrijven wat de christelijke kerk belangrijk vond en hoe christenen leefden in de late middeleeuwen
beschrijven hoe de christelijke kerk was georganiseerd.
uitleggen hoe de christelijke kerk omging met mensen met een ander geloof
Slide 25 - Diapositive
Wat weet je al van de christelijke kerk in de middeleeuwen?
Slide 26 - Carte mentale
Geloven in de middeleeuwen
steden lieten met hun kerk zien hoe rijk en godsdienstig ze waren, kerken werden daardoor steeds groter en mooier.
1) Geloven in de middeleeuwen
Europa: bijna iedereen was christelijk Leider: de Paus - woont in Rome
Belangrijkste regel in de kerk:
Leef volgens de regels van de kerk, anders kom je na je dood in de hel.
Zondaar: iemand die zich niet houdt aan de regels van de kerk
Zonden goedmaken: 'goede werken' doen
Slide 27 - Diapositive
Zieken helpen
Slide 28 - Diapositive
Welke zonden ken je?
Slide 29 - Carte mentale
Geloven in de middeleeuwen
steden lieten met hun kerk zien hoe rijk en godsdienstig ze waren, kerken werden daardoor steeds groter en mooier.
1) Geloven in de middeleeuwen
BIDDEN= vragen om hulp of bescherming van god of een heilige
Heilige =
iemand die dood is, maar veel voor het geloof heeft gedaan kan wonderen verrichten
BEDEVAART= naar een heilige plek reizen
Bede: komt van 'bidden'
Vaart: komt van 'reis'
Slide 30 - Diapositive
Heilige: Maria
Hier afgebeeld: de aartsengel die Maria vertelt dat ze zwanger is van God (want Jezus zit in haar buik)
Slide 31 - Diapositive
Bedevaartsoord grot van Lourdes
Slide 32 - Diapositive
Geloven in de middeleeuwen
steden lieten met hun kerk zien hoe rijk en godsdienstig ze waren, kerken werden daardoor steeds groter en mooier.
2) De organisatie van de kerk
Kerken waren groot en versierd
Gelovigen betaalden daarvoor
In elke stad een grote kerk
Slide 33 - Diapositive
De Dom van Utrecht
Dit is de Dom van Utrecht.
De bouw begon in 1254 en duurde meer dan 100 jaar.
De toren is 107 meter hoog.
Gebouwd voor de bisschop van Utrecht.
Hij was de baas van de kerkprovincie Utrecht = ongeveer de bovenste helft van Nederland
Slide 34 - Diapositive
Geloven in de middeleeuwen
steden lieten met hun kerk zien hoe rijk en godsdienstig ze waren, kerken werden daardoor steeds groter en mooier.
2) De organisatie van de kerk
Slide 35 - Diapositive
Geloven in de middeleeuwen
steden lieten met hun kerk zien hoe rijk en godsdienstig ze waren, kerken werden daardoor steeds groter en mooier.
3) Mensen met een ander geloof
Rond 11de eeuw leven kerkleiders als rijke vorsten Kritiek van gelovigen: Zij willen dat geestelijken eenvoudig moeten leven, zoals Jezus deed Twee soorten reacties:
1) Sommigen gingen heel eenvoudig leven in een klooster, maar bleven bij de katholieke kerk
2) Anderen keerden zich tegen de kerk. Bijv. de Katharen
Slide 36 - Diapositive
Geloven in de middeleeuwen
steden lieten met hun kerk zien hoe rijk en godsdienstig ze waren, kerken werden daardoor steeds groter en mooier.
3) Mensen met een ander geloof
Hoe reageerde de kerk op de gelovigen met kritiek? Elke christen die anders dacht dan de kerk was eenKETTER
Ketters werden door de kerk vervolgd. (= opgepakt en gestraft)
ketter op de brandstapel
Slide 37 - Diapositive
Geloven in de middeleeuwen
steden lieten met hun kerk zien hoe rijk en godsdienstig ze waren, kerken werden daardoor steeds groter en mooier.
3) Mensen met een ander geloof
Hoe reageerde de kerk op mensen met een ander geloof?
Joden
Christenen vielen joden aan want zij hadden Jezus vermoord De kerk deed daar niets tegen
Moslims
Heersten in Palestina; daarom konden christenen niet op bedevaart Paus stuurt er christenen heen om de moslims weg te jagen