Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
5.3: De kerk in de late middeleeuwen
Slide 1 - Diapositive
Wat gaan we doen?
Leerdoelen 5.2 nabespreken
Leerdoelen 5.3
3 dingen die je al weet van de christelijke kerk in de vroege ME
Uitleg 5.3
Slide 2 - Diapositive
Welke sociale lagen waren er in een middeleeuwse stad?
Slide 3 - Question ouverte
Hoe heetten de verenigingen van ambachtslieden?
Slide 4 - Question ouverte
Noem 2 redenen voor het oprichten van gilden
Slide 5 - Question ouverte
Welke stadsrechten kocht de burgerij?
Slide 6 - Question ouverte
Hoe heet de baas van de rechtbank?
Slide 7 - Question ouverte
Noem bestuurstaken van de schout en de schepenen
Slide 8 - Question ouverte
Leerdoelen van 5.3: je kunt
beschrijven wat de christelijke kerk belangrijk vond en hoe christenen leefden in de late middeleeuwen
beschrijven hoe de christelijke kerk was georganiseerd.
uitleggen hoe de christelijke kerk omging met mensen met een ander geloof
Slide 9 - Diapositive
Wat weet je al van de christelijke kerk in de middeleeuwen?
Slide 10 - Carte mentale
Geloven in de middeleeuwen
steden lieten met hun kerk zien hoe rijk en godsdienstig ze waren, kerken werden daardoor steeds groter en mooier.
1) Geloven in de middeleeuwen
Europa: bijna iedereen was christelijk Leider: de Paus - woont in Rome
Belangrijkste regel in de kerk:
Leef volgens de reels van de kerk, anders kom je na je dood in de hel.
Zondaar: iemand die zich niet houdt aan de regels van de kerk
Zonden goedmaken: 'goede werken' doen
Slide 11 - Diapositive
Zieken helpen
Slide 12 - Diapositive
Welke zonden ken je?
Slide 13 - Carte mentale
Geloven in de middeleeuwen
steden lieten met hun kerk zien hoe rijk en godsdienstig ze waren, kerken werden daardoor steeds groter en mooier.
1) Geloven in de middeleeuwen
BIDDEN = Vragen om hulp of bescherming van god of een heilige
Heilige =
iemand die dood is, maar veel voor het geloof heeft gedaan kan wonderen verrichten
BEDEVAART = naar een heilige plek reizen
Bede: komt van 'bidden'
Vaart: komt van 'reis'
Slide 14 - Diapositive
Heilige: Maria
Hier afgebeeld: de aartsengel die Maria vertelt dat ze zwanger is van God (want Jezus zit in haar buik)
Slide 15 - Diapositive
Bedevaartsoord grot van Lourdes
Slide 16 - Diapositive
Geloven in de middeleeuwen
steden lieten met hun kerk zien hoe rijk en godsdienstig ze waren, kerken werden daardoor steeds groter en mooier.
2) De organisatie van de kerk
Kerken waren groot en versierd
Gelovigen betaalden daarvoor
In elke stad een grote kerk
Slide 17 - Diapositive
De Dom van Utrecht
Dit is de Dom van Utrecht.
De bouw begon in 1254 en duurde meer dan 100 jaar.
De toren is 107 meter hoog.
Gebouwd voor de bisschop van Utrecht.
Hij was de baas van de kerkprovincie Utrecht = ongeveer de bovenste helft van Nederland
Slide 18 - Diapositive
Geloven in de middeleeuwen
steden lieten met hun kerk zien hoe rijk en godsdienstig ze waren, kerken werden daardoor steeds groter en mooier.
2) De organisatie van de kerk
Slide 19 - Diapositive
Geloven in de middeleeuwen
steden lieten met hun kerk zien hoe rijk en godsdienstig ze waren, kerken werden daardoor steeds groter en mooier.
3) Mensen met een ander geloof
Rond 11e eeuw leven kerkleiders als rijke vorsten Kritiek van gelovigen: Zij willen dat geestelijken eenvoudig moeten leven, zoals Jezus deed 2 soorten reacties:
1) Sommigen gingen heel eenvoudig leven in een klooster, maar bleven bij de katholieke kerk
2) Anderen keerden zich tegen de kerk. Bijv. de Katharen
Slide 20 - Diapositive
Geloven in de middeleeuwen
steden lieten met hun kerk zien hoe rijk en godsdienstig ze waren, kerken werden daardoor steeds groter en mooier.
3) Mensen met een ander geloof
Hoe reageerde de kerk op de gelovigen met kritiek? Elke christen die anders dacht dan de kerk was eenKETTER Ketters werden door de kerk vervolgd. (= opgepakt en gestraft)
ketter op de brandstapel
Slide 21 - Diapositive
Geloven in de middeleeuwen
steden lieten met hun kerk zien hoe rijk en godsdienstig ze waren, kerken werden daardoor steeds groter en mooier.
3) Mensen met een ander geloof (boek blz. 77)
Hoe reageerde de kerk op mensen met een ander geloof?
Joden
Christenen vielen joden aan want zij hadden jezus vermoord De kerk deed daar niets tegen
Moslims
Heersten in Palestina; daarom konden christen niet op bedevaart Paus stuurt er christenen heen om de moslims weg te jagen = kruistochten
Slide 22 - Diapositive
Kruis is symbool van het christendom.
Slide 23 - Diapositive
Waarom wilde de paus dat christenen op kruistocht gingen?
Slide 24 - Question ouverte
Welke stad was een favoriete bestemming voor de Kruistochten?
A
Istanboel
B
Beiroet
C
Jeruzalem
D
Mekka
Slide 25 - Quiz
Hoe noem je de kerk in de stad waar de bisschop woonde?
A
Grote Kerk
B
Kathedraal
C
Pinakels
D
Gotiek
Slide 26 - Quiz
Late middeleeuwen:
A
De verspreiding van het christendom in geheel Europa
B
De kruistochten
Slide 27 - Quiz
Wie was de baas van de katholieke kerk?
A
De Koning
B
Bisschop
C
Priester
D
De Paus
Slide 28 - Quiz
Mensen met kritiek op de kerk werden ....... genoemd