Mens en Omgeving: voorbereidingtoets blok 4 t/m 6

Wat weet je van
blok 4 t/m 6
1 / 18
suivant
Slide 1: Carte mentale
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Wat weet je van
blok 4 t/m 6

Slide 1 - Carte mentale

Wat betekent dit symbool?

Slide 2 - Question ouverte

Een laagje wordt achtergelaten op de kleding. Hoe noem je dit middel?

Slide 3 - Question ouverte

Kalk blijft boven op het water drijven. Hoe noem je deze stof?
A
Waterontharders
B
Waterwit
C
Watharder
D
Waterdik

Slide 4 - Quiz

Ze verwijderen het vuil en houden het vuil in het water vast.

Hoe heet deze stof?

Slide 5 - Question ouverte

Deze stof kan thee, koffie of vruchtensap bleken.
A
Zuurstofboekmiddelen
B
Zuurstofbleekmiddelen
C
Zuurstoffenmiddel
D
Zuurstofbosmiddelen

Slide 6 - Quiz

Soorten speelgoed schoonmaken
  1. afwasbaar speelgoed
  2. textiel speelgoed
  3. speelgoed dat moeilijk schoon te maken is

Slide 7 - Diapositive

Wat zie je hier allemaal? Wat is er anders?

Slide 8 - Diapositive

Wat betekent dit symbool?

Slide 9 - Question ouverte

Voor een sollicitatie ziet iemand er verzorgt uit en draagt nette kleding. Hoe noem je dat?

Slide 10 - Question ouverte

Hoe noem je de communicatie bij iemand met gebarentaal?

Slide 11 - Question ouverte

Hoe noem je het apparaat op de foto?

Slide 12 - Question ouverte

Wat is een condensdroger
A
een droger met slang naar buiten
B
een droger zonder slang
C
een droger met een waterreservoir
D
een droger/wasmachine combinatie

Slide 13 - Quiz

Wil je boodschappen doen?
Gesloten of open vraag?
A
gesloten
B
open

Slide 14 - Quiz

Email opstellen

Hoe doe je dat?

Wat zet je bij

aan: ?

Subject: ?

leeg vak:


Slide 15 - Diapositive

"Kevin hoe gaat het op school"
gesloten of open vraag?
A
Open vraag
B
Gesloten vraag

Slide 16 - Quiz

Shirley hoe is het op je werk?
open of gesloten vraag?
A
open vraag
B
gesloten vraag

Slide 17 - Quiz

Hoe noem je dit apparaat?
A
tilkraan
B
tilauto
C
tilzak
D
tillift

Slide 18 - Quiz