Herhaling H1 - 1GA

1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

De continenten zijn verschoven, hoe kan dat?
A
Door aardbevingen
B
Door tsunami's
C
Door platentektoniek
D
Door vulkanen

Slide 2 - Quiz

Om platentektoniek uit te kunnen leggen moet je eerst iets weten over de opbouw van de aarde. Sleep de juiste namen naar de juiste cijfers. 
Aardmantel
Aardkorst
Aardkern

Slide 3 - Question de remorquage

Welke plaatbewegingen zijn er?

Slide 4 - Question ouverte

Bekijk de afbeelding.
Leg in een paar zinnen uit
hoe de Alpen zijn ontstaan.
Gebruik een plaatbeweging,
de soorten platen en het
proces van gebergte
vorming in je antwoord.

Slide 5 - Question ouverte

Door welke plaatbewegingen ontstaan vulkanen?

Slide 6 - Question ouverte

Beschrijf het ontstaan van vulkanen aan de kust in 4 stappen

Slide 7 - Question ouverte

Welke kenmerken horen bij een stratovulkaan?
A
Explosief
B
Hoge toppen
C
Niet explosief
D
Lage toppen

Slide 8 - Quiz

Vulkanen in de oceaan ontstaan op een andere manier. Hoe?
A
Convergentie
B
Divergentie
C
Transform

Slide 9 - Quiz

Hier bewegen de aardplaten uit elkaar waardoor er een kier ontstaat
De kier in de aardkorst wordt opgevuld met magma dat uit de mantel vloeit
Lava komt in contact met het oceaanwater en stolt - de midoceanische rug ontstaat

Slide 10 - Question de remorquage

Mensen weten dat er gevaar dreigt als je bij een vulkaan gaat wonen, waarom doen ze dit dan vaak toch?
A
De grond is heel vruchtbaar
B
Je kan een vulkaanuitbarsting vroegtijdig aan zien komen
C
Ze zijn niet bang
D
De uitbarstingen zijn niet gevaarlijk

Slide 11 - Quiz

Hoe ontstaat een tsunami?

Slide 12 - Question ouverte

De zeebeving geeft het water een duw en de golven bewegen langzaam richting de kust. Wat gebeurt er dan?

Slide 13 - Question ouverte

Voor een tsunami heb je nodig ...
A
een aardbeving in de zeebodem en een diepe kust
B
een aardbeving in de zeebodem en een ondiepe kust
C
een aardbeving op land en een diepe zee
D
een aardbeving op land en een ondiepe zee

Slide 14 - Quiz

Wat is een trog?

Slide 15 - Question ouverte