oefenen hst 5 produceren maar!

wat heb je nodig om te kunnen produceren?
1 / 10
suivant
Slide 1: Carte mentale
EconomieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

Cette leçon contient 10 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

wat heb je nodig om te kunnen produceren?

Slide 1 - Carte mentale

waar denk je aan bij verkopen en winst?

Slide 2 - Carte mentale

5.2 Hoe maak je winst?

- wat is het verschil tussen afzet en omzet?

- hoe bereken je de omzet?

- wat is het verschil tussen de bruto- en nettowinst?

-Hoe bereken je de brutowinst?

- Hoe bereken je de nettowinst/nettoresultaat?


Slide 3 - Diapositive

5.3 Met of zonder btw?

- Welke btw-tarieven ken je?

- consumentenprijs, inclusief of exclusief btw?

- opbouw consumentenprijs

- brutowinstmarge, bij inkoopprijs of verkoopprijs?

Slide 4 - Diapositive

5.4 is meer productie goed voor ons?

- wat wordt er bedoeld met arbeidsproductiviteit?

- Hoe bereken je de arbeidsproductiviteit?

- op welke manieren kun je de arbeidsproductiviteit verhogen?

- Wat is (een ander woord voor) arbeidsverdeling?

- Wat zijn maatschappelijke kosten en hoe ontstaan ze?

- Wat zijn maatschappelijke opbrengsten en hoe ontstaan ze?


Slide 5 - Diapositive

Welke productiefactor zie je NIET op het plaatje?
A
kapitaal
B
natuur
C
arbeid
D
ondernemerschap

Slide 6 - Quiz

Welk van de antwoorden is ONJUIST?
A
de consument betaalt 1290 euro voor een scooter
B
de toegevoegde waarde door de scooterfabriek is 670 euro
C
de eerste schakel bestaat vaak uit de agrarische sector
D
de scooterwinkel voegt de minste waarde toe

Slide 7 - Quiz

kapitaalintensief
Arbeidsintensief
automatisering
werkloosheid
Maatwerk

Slide 8 - Question de remorquage

arbeidsproductiviteit
scholing
arbeidsverdeling
werktijdverkorting
technologische ontwikkelingen
btw

Slide 9 - Question de remorquage

Er wordt gedacht aan het uitbreiden van Schiphol naar gemeente Haarlemmermeer.

Noem een voorbeeld van maatschappelijke kosten en een voorbeeld van maatschappelijke opbrengsten die deze uitbreiding veroorzaakt.

Slide 10 - Question ouverte