§ 3.7 Kansrijk en kansarm

• Economie
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 4

Leerdoelen

Aan het einde van de les weet je/ kan je:

- uitleggen waarom de werkloosheid onder allochtonen hoger is.

- uitleggen waarom de inkomsten van mannen hoger is dan vrouwen

- wat de begrippen kansarm en kansrijk betekenen.

De ___________________ naar arbeid en het aanbod van arbeid noem je samen de

___________________ . 

Je spreekt van een  ___________________ arbeidsmarkt als het ___________________ 

groter is dan de vraag naar arbeid. 

Is het aanbod van arbeid kleiner dan de vraag naar arbeid dan spreek je van een 

 ___________________  arbeidsmarkt.

Arbeidsmarkt

Krappe

Ruime

Aanbod

Vraag

werkgelegenheid

1. iedereen die werkt + iedereen die een baan zoekt
2. iedereen die een baan heeft + alle vacatures
3. iedereen die een baan zoekt + vacatures

Conjuncturele werkloosheid

Structurele werkloosheid

Frictie-werkloosheid

Seizoen-werkloosheid

Regionale werkloosheid

Tussen twee banen

Bepaald deel van het jaar

In bepaalde gebieden

Door een daling in koopkracht

Door technologie

Door een opleiding die niet geschikt is

Twee stellingen over de internationale concurrentiepositie van een land
I: de internationale concurrentiepositie verbetert als de arbeidsproductiviteit toeneemt.
II: de internationale concurrentiepositie verbetert als de infrastructuur van het land verbetert.

1. Stelling I is juist en stelling II onjuist
2. Stelling I is onjuist en stelling II is juist
3. Beide zijn juist
4. Beide stellingen zijn onjuist

Metaalbedrijven hebben de werkweek van alle werknemers met één uur verminderd. 
Er zijn in de metaalsector bij elkaar net zoveel uren werk als voorheen.
Kies wat er gebeurt door deze arbeidsduurverkorting met de werkloosheid in de metaalsector.

1. De werkloosheid blijft gelijk.
2. De werkloosheid daalt.
3. De werkloosheid stijgt.

In een hoge conjunctuur is de bezettingsgraad van de productiecapaciteit

1. Laag
2. Hoog
3. Geen verschil

1. De overheid verlaagt de inkomstenbelasting
2. Bedrijven verhogen hun productie.
3. De consumptie (en dus de vraag) stijgt.
4. Bedrijven hebben meer personeel nodig (de vraag naar arbeid stijgt)
5. Het besteedbare inkomen neemt toe.
Zet in de juiste volgorde. Begin met stap 1.

1. 1 – 3– 5 – 2 – 4
2. 1 – 2 – 3 – 4 – 5
3. 1 – 5 – 3 – 2 – 4
4. 1 – 2 – 3 – 5 – 4

Noem dingen die bedrijven kunnen doen om ervoor te zorgen dat meer mensen kunnen werken.

Wat voor maatregelen kan de overheid nemen om de economie te verbeteren?

Nederland heeft de meeste deeltijd werkers

Zelfstandig werken

Maken paragraaf 3.7 van boek 4A

Neem voor morgen  je boek 4A en 4B mee.

Maken: ......bladzijde 102 opdrachten 6 tot en met 12...

en bladzijde 109.........................

Zelfstandig werken

Lees de theorie op bladzijde 100 t/m 101

maken §3.7 6 tot met 12