Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
Biologie
Hoofdstuk 1
Gedrag
Paragraaf 1.1
Paragraaf 1.5
Slide 1 - Diapositive
Wat is het verschil tussen operant conditioneren en klassiek conditioneren?
A
operant werkt met beloning en straf, en klassiek werkt met reflexen
B
operant is onbewust en klassiek is bewust
C
operant komt in de natuur niet voor en klassiek wel
D
operant werkt snel en klassiek werkt langzaam
Slide 2 - Quiz
Door welke vorm van leren heeft deze jongen dit gedrag hoogstwaarschijnlijk geleerd?
A
Imitatie
B
Gewenning
C
Operant conditioneren
D
Inzicht
Slide 3 - Quiz
Een chimpansee bevindt zich in een ruimte met een tros bananen aan het plafond. In de ruimte bevonden zich enkele kisten. Zie afbeelding:
hoe noem je deze manier van leren?
A
Inprenting
B
Inzicht
C
Imititatie
D
Gewenning
Slide 4 - Quiz
Een koekoek legt haar eieren in een nest van een andere soort. Dit is de zelfde soort als waarin ze zelf zijn grootgebracht.
A
Gewenning
B
Inprenting
C
Conditionering
D
Imitatie
Slide 5 - Quiz
Malika is gebeten door een grote herdershond. Nu is ze zelfs bang voor puppy's. Dit is een voorbeeld van:
A
klassiek conditioneren
B
operant conditioneren
C
gewenning
D
imitatie
Slide 6 - Quiz
Je ringtone is een toeter van een auto. Als een echte auto toetert heb je de neiging om je telefoon te pakken.
A
inprenting
B
klassieke conditionering
C
operante conditionering
D
gewenning
Slide 7 - Quiz
In het dolfinarium leren dolfijnen door een hoepel te springen. Doen ze het goed, dan krijgen ze een vis. Dit is een voorbeeld van:
A
klassiek conditioneren
B
operant conditioneren
C
inzicht
D
gewenning
Slide 8 - Quiz
Een rat kan geleerd worden in een koude ruimte op een pedaaltje te drukken om een warmtelamp enkele seconden te laten branden. Dit is een voorbeeld van:
A
klassiek conditioneren
B
operant conditioneren
C
gewenning
D
inprenting
Slide 9 - Quiz
Leerdoelen 1.4
Slide 10 - Diapositive
Leerdoelen 1.5
Slide 11 - Diapositive
Leren van nieuw gedrag
Inprenting (paragraaf 1.2)
Gewenning
Imitatie
Sociaal gedrag
Klassieke conditionering
Operante conditionering
Inzicht (paragraaf 1.5)
Slide 12 - Diapositive
Leven in groepen: sociaal gedrag
Nadeel:
veel communicatie onderling nodig
kost veel energie
Voordeel:
leren van elkaar
voedsel zekerheid
veilig
Slide 13 - Diapositive
Slide 14 - Diapositive
Slide 15 - Vidéo
Slide 16 - Vidéo
Inlevingsvermogen
Inlevingsvermogen: begrijpen hoe een ander zich voelt
Empathie: meevoelen met een ander
Slide 17 - Diapositive
Normen en waarden
Waarden: wat belangrijk is in het bestaan
eerlijkheid, respect, ...
Normen: gedragsregels, geven de grens aan
niet liegen, niet stelen, iedereen gelijk behandelen, ...
Slide 18 - Diapositive
Slide 19 - Vidéo
Sanne vertoont inzichtgedrag.
Wat is kenmerkend aan inzichtgedrag bij Sanne?
A
Ze probeert een handeling in gedachten en doet meteen het juiste.
B
Ze probeert eerst alles uit en komt dan tot het gewenste resultaat.
C
Ze vergeet iets heel belangrijks en plotseling denkt ze er weer aan.
D
Ze voert een handeling automatisch uit.
Slide 20 - Quiz
Wat is een voorbeeld van leren door inzicht?
A
Nadoen van een ouder
B
Leren fietsen door te oefenen
C
Door gewenning een piep niet meer horen
D
Door na te denken en oplossingen te zoeken
Slide 21 - Quiz
Sociaal gedrag van mensen is sterker ontwikkeld dan bij dieren. Dit komt door: