H.4 Feiten, meningen en argumenten

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Lezen H4

Teksten met meningen lezen

Doel

Je kunt uitleggen...

- wat een feit is

- wat een mening is

- wat een argument is

en je kunt deze herkennen in een tekst!

een feit:

een mening:

een argument:

FEIT

--> Uitspraak over iets wat waar of niet waar is

--> Een feit kun je controleren

--> Objectief

Voorbeeld van een feit:

De helft van de veertienjarigen in Nederland krijgt €50,00 kleedgeld per maand.

Je kunt controleren of dit waar is door bijvoorbeeld artikelen te lezen op de website van het Nibud.

MENING (STANDPUNT)

--> Wat iemand ergens van vindt

--> Het is niet controleerbaar

--> Je kunt het ermee eens of oneens zijn
--> Subjectief

Voorbeeld van een mening:

Ik vind het goed dat jongeren kleedgeld krijgen.

ARGUMENT

--> Een argument is een uitleg waarmee je een mening
        verdedigt. Dus waarom je een bepaalde mening hebt.

--> Je herkent een argument aan signaalwoorden als:

         want, namelijk, omdat, immers

--> sterke en zwakke argumenten

Voorbeeld van een argument:

Ik vind het goed dat jongeren kleedgeld krijgen (mening), want dan leren zij met geld omgaan (argument).

Samengevat

Feiten: een feit kun je controleren.

Meningen: een mening is wat iemand van iets vindt.

Argument: reden waarom je een bepaalde mening hebt.

Nu jij...

Ga aan het werk met de opdrachten voor deze week.

H4.1: Feit, mening en argument

Maak opdr. 1 en 2. (20 min) Klaar? Maak extra opdracht 1 en 2.

Daarna maken we gezamenlijk de examenopdracht.

Het onderwerp van de tekst is voedselhypes. Wat betekent 'hypes'?

1. allergieën
2. modes
3. overschotten
4. tekorten

Wat voor soort tekst is het?

1. achtergrondartikel
2. betoog
3. nieuwsbericht
4. voorlichtingsfolder

Wat is het doel van de tekst?

1. informeren
2. instrueren
3. overhalen
4. overtuigen

Wat is het verband tussen gluten en voedselhypes?

1. oorzaak-gevolg
2. tegenstelling
3. voorbeeld

Wat is het verband tussen voedselhypes en placebo- en nocebo-effecten?

1. oorzaak-gevolg
2. verklaring
3. voorbeeld

Waarnaar verwijst 'Het' in 'Het is een wereldwijde trend.' (al. 3)?

1. glutenvrije producten
2. uitzonderlijk goede zaken
3. 'vrij-van'-producenten
4. 'vrij-van'-producten

Waarom worden de voedselexperts niet geloofd (al. 4)?

1. omdat de experts gezondheidsklachten ontkennen die wel bestaan
2. omdat de experts niet onafhankelijk zijn
3. omdat de experts op het gebied van gezondheid niet echt deskundig zijn
4. omdat mensen experts altijd wantrouwen

Wat is de overeenkomst tussen het placebo-effect en het nocebo-effect?

1. In beide gevallen gaat het om middelen die doktoren aan patiënten voorschrijven.
2. In beide gevallen gaat het om middelen die het immuunsysteem van mensen aantasten.
3. In beide gevallen gaat het om schijneffecten.
4. In beide gevallen gaat het om verwachtingen die de gezondheid beïnvloeden.

Beargumenteert Hanekamp zijn mening dat het vreemd is dat natuurlijke ingrediënten verdacht gemaakt worden (al. 8)?

1. Ja, met het argument dat het vroeger vooral de kunstmatige stoffen waren die ervan verdacht werden allergieën te veroorzaken.
2. Ja, met het argument dat ingrediënten die heftige reacties oproepen inmiddels wel uit ons voedsel geschrapt zijn.
3. Nee. Hij beargumenteert zijn mening niet, maar legt uit dat mensen slachtoffer zijn van een angstcultuur.

Welke bewering verwoordt de mening van Paul Enck?

1. De overheid moet de 'vrij-van'-reclame op voedsel verbieden.
2. Het nocebo-effect bestaat niet.
3. Vaak bij McDonald's eten is schadelijk voor de gezondheid.
4. Voedselhypes schaden de gezondheid.

Komt er een antwoord op de vraag 'Hoe erg is het' uit de tussenkop boven alinea 9? Kies uit: Ja, het antwoord is / Nee, want

Welke van de samenvattingen geeft de strekking van de hele tekst het beste weer?

Welke van de samenvattingen geeft de strekking van de hele tekst het beste weer?

1. Samenvatting 1
2. Samenvatting 2
3. Samenvatting 3

Even testen...

Hierna zie je 10 uitspraken. Doe mee en test jezelf of je de theorie goed begrijpt!

Feit, mening of argument?

Nederlands is het leukste vak op school.

1. Feit
2. Mening
3. Argument

Feit, mening of argument?

Ik vind 'The Cell' een spannende film.

1. Feit
2. Mening
3. Argument

Feit, mening of argument?

Uit onderzoek blijkt dat dit een heel mooi boek is.

1. Feit
2. Mening
3. Argument

Feit, mening of argument?

Ik word namelijk gesteund door de UvA.

1. Feit
2. Mening
3. Argument

Feit, mening of argument?

Volgens mij zijn de meeste mensen erg bang.

1. Feit
2. Mening
3. Argument

Feit, mening of argument?

Het overgangsregelement zegt dat je met vijf tekortpunten niet overgaat.

1. Feit
2. Mening
3. Argument

Feit, mening of argument?

Want geur geeft sommige deodorants net iets extra's.

1. Feit
2. Mening
3. Argument

Feit, mening of argument?

Een door irritatie beschadigde huid kan leiden tot eczeem.

1. Feit
2. Mening
3. Argument

Feit, mening of argument?

Volgens mij hebben sommige mensen liever eczeem dan dat ze zogenaamd stinken.

1. Feit
2. Mening
3. Argument

Feit, mening of argument?

Onze docent roept: "Jullie kunnen veel harder werken!"

1. Feit
2. Mening
3. Argument

Wat wil je onthouden uit deze les?

Ik kan goed onderscheid maken tussen feiten en meningen.

😒🙁😐🙂😃

Ik kan argumenten herkennen in een tekst.

😒🙁😐🙂😃